Home

Hoge Raad, 25-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1753, 21/03738

Hoge Raad, 25-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1753, 21/03738

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
25 november 2022
Datum publicatie
25 november 2022
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:1753
Formele relaties
Zaaknummer
21/03738

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 21/03738

Datum 25 november 2022

ARREST

in de zaak van

het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE NIJMEGEN

tegen

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 20 juli 2021, nr. 20/006941, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 19/6425) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2019 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z].

1 Geding in cassatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen (hierna: het College), vertegenwoordigd door J. Slomp, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

2 Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Proceskosten

Het College zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.

4 Beslissing