Home

Hoge Raad, 25-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:430, 21/02882

Hoge Raad, 25-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:430, 21/02882

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
25 maart 2022
Datum publicatie
25 maart 2022
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:430
Formele relaties
Zaaknummer
21/02882

Inhoudsindicatie

HR verklaart het verzoek om herziening n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 21/02882

Datum 25 maart 2022

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

op het verzoek om herziening van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 9 april 2021, nr. 20/02550, ECLI:NL:HR:2021:548.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek om herziening

De Hoge Raad heeft het verzoek om herziening beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.

De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het verzoek om herziening duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het verzoek zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het verzoek om herziening niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 25 maart 2022.