Home

Hoge Raad, 08-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:552, 21/01168

Hoge Raad, 08-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:552, 21/01168

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
8 april 2022
Datum publicatie
8 april 2022
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:552
Formele relaties
Zaaknummer
21/01168

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 21/01168

Datum 8 april 2022

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 februari 2021, nrs. 19/01420 en 19/014211, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nrs. AWB 19/212 en AWB 19/214) betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2016 en 2017 opgelegde aanslagen in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Nijmegen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

2 Beoordeling van de klachten

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van Het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing