Hoge Raad, 10-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:376, 22/03906
Hoge Raad, 10-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:376, 22/03906
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 10 maart 2023
- Datum publicatie
- 10 maart 2023
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2023:376
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2022:3104
- Zaaknummer
- 22/03906
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 22/03906
Datum 10 maart 2023
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 7 september 2022, nr. 21/007921, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. BRE 20/259).
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 26 november 2022 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling daarvan een termijn van vier weken gesteld. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres. Het griffierecht is niet voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 3 januari 2023 in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet is betaald. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgehaald op de afhaallocatie. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruikgemaakt.
Het beroep in cassatie moet daarom op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb niet-ontvankelijk worden verklaard.
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 10 maart 2023.