Home

Hoge Raad, 14-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:590, 22/02933

Hoge Raad, 14-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:590, 22/02933

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
14 april 2023
Datum publicatie
14 april 2023
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:590
Formele relaties
Zaaknummer
22/02933

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 22/02933

Datum 14 april 2023

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende),

vertegenwoordigd door C. Atema,

tegen

het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE WAADHOEKE,

vertegenwoordigd door M.S. Hummel-Smits,

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 14 juni 2022, nrs. 21/00629 en 21/00630, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nrs. LEE 18/2635 en LEE 19/4199)1.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 20 oktober 2022 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling daarvan een termijn van vier weken gesteld. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgehaald op de afhaallocatie. Het griffierecht is niet voldaan.

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 28 november 2022 in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet is betaald. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruikgemaakt.

Het beroep in cassatie moet daarom op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb niet-ontvankelijk worden verklaard.

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 14 april 2023.