Home

Hoge Raad, 02-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:831, 21/02516

Hoge Raad, 02-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:831, 21/02516

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
2 juni 2023
Datum publicatie
2 juni 2023
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:831
Formele relaties
Zaaknummer
21/02516

Inhoudsindicatie

Douanerechten; postonderverdelingen 3006 40 en 3506 10 van de GN; tariefindeling van producten die worden gebruikt voor het bevestigen van brackets voor beugels op tanden; producten voor tandvulling; lijm en andere bereide kleefmiddelen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 21/02516

Datum 2 juni 2023

ARREST

in de zaak van

[X] INC. te [Z], Verenigde Staten van Amerika, (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 mei 2021, nr. 19/00710, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 16/3767) betreffende aan belanghebbende uitgereikte uitnodigingen tot betaling van douanerechten. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door T.H. Scheer, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.

De Advocaat-Generaal C.M. Ettema heeft op 30 september 2022 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.1

Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.

2 Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. Het Hof heeft – naar redelijkerwijs niet voor twijfel vatbaar is – op goede gronden een juiste beslissing gegeven.

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing