Home

Hoge Raad, 02-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:838, 22/03852

Hoge Raad, 02-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:838, 22/03852

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
2 juni 2023
Datum publicatie
2 juni 2023
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:838
Formele relaties
Zaaknummer
22/03852

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 22/03852

Datum 2 juni 2023

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende),

vertegenwoordigd door N.G.A. Voorbach,

tegen

het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROTTERDAM,

vertegenwoordigd door [P],

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 14 september 2022, nrs. BK-22/00259 tot en met 22/002681, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (nrs. ROT 21/467 en 21/537 tot en met 21/545) betreffende aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslagen in de parkeerbelasting.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.

De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren P.A.G.M. Cools en A.E.H. van der Voort Maarschalk en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 2 juni 2023.