Home

Hoge Raad, 15-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:427, 23/00825

Hoge Raad, 15-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:427, 23/00825

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
15 maart 2024
Datum publicatie
15 maart 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:427
Formele relaties
Zaaknummer
23/00825

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 23/00825

Datum 15 maart 2024

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende),

vertegenwoordigd door A. Bakker,

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 17 januari 2023, nr. 21/016981, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nr. AMS 20/6126) betreffende een ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken voor het jaar 2019.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen. De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.W.C. Feteris als voorzitter, en de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2024.