Hoge Raad, 27-06-2025, ECLI:NL:HR:2025:1009, 25/00039
Hoge Raad, 27-06-2025, ECLI:NL:HR:2025:1009, 25/00039
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 27 juni 2025
- Datum publicatie
- 27 juni 2025
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2025:1009
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2024:2262
- Zaaknummer
- 25/00039
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 25/00039
Datum 27 juni 2025
ARREST
in de zaak van
[X] (hierna: belanghebbende),
vertegenwoordigd door N.A. Gangadin,
tegen
het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROTTERDAM, vertegenwoordigd door [P],
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 26 november 2024, nrs. BK-24/200 en BK-24/2011, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (nrs. ROT 22/5168 en ROT 22/5169) betreffende ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2022.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, en de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2025.