Hoge Raad, 11-07-2025, ECLI:NL:HR:2025:1145, 23/02818
Hoge Raad, 11-07-2025, ECLI:NL:HR:2025:1145, 23/02818
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 11 juli 2025
- Datum publicatie
- 11 juli 2025
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2025:1145
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2023:1500
- Zaaknummer
- 23/02818
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 23/02818
Datum 11 juli 2025
ARREST
in de zaak van
de fiscale eenheid [X] C.S. (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 25 mei 2023, nrs. 21/00394 tot en met 21/004031, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nrs. HAA 20/1217, HAA 20/1218, en HAA 20/1220 tot en met HAA 20/1227) betreffende aan belanghebbende over elk van de jaren 2014, 2015, 2016, 2017 en 2018 opgelegde naheffingsaanslagen in de omzetbelasting, en de daarbij gegeven beschikkingen inzake belastingrente, en de door belanghebbende op aangifte over tijdvakken in het jaar 2019 voldane bedragen aan omzetbelasting onderscheidenlijk op tijdvakken van dat jaar betrekking hebbende beschikkingen inzake teruggaaf van omzetbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende, vertegenwoordigd door W.A.P Nieuwenhuizen, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.