Home

Hoge Raad, 11-07-2025, ECLI:NL:HR:2025:1147, 23/04147

Hoge Raad, 11-07-2025, ECLI:NL:HR:2025:1147, 23/04147

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
11 juli 2025
Datum publicatie
11 juli 2025
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:1147
Formele relaties
Zaaknummer
23/04147

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 23/04147

Datum 11 juli 2025

ARREST

in de zaak van

[X] VOF (hierna: belanghebbende)

tegen

1. de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

2. de STAAT (de MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID)

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 september 2023, nr. BK-ARN 22/001141, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nr. LEE 20/3377) betreffende een ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking inzake vergoeding van belastingrente als bedoeld in artikel 30ha AWR in verband met een teruggaaf van belasting van personenauto’s en motorrijwielen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door A.F.M.J. Verhoeven, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing