Hoge Raad, 18-07-2025, ECLI:NL:HR:2025:1167, 23/04711
Hoge Raad, 18-07-2025, ECLI:NL:HR:2025:1167, 23/04711
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 18 juli 2025
- Datum publicatie
- 18 juli 2025
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2025:1167
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2023:2033
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2024:735
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2024:774
- Zaaknummer
- 23/04711
Inhoudsindicatie
Artikel 67d en 67e AWR; artikel 67n AWR; bewijsvermoedens; bewijsmaatstaf; vergrijpboeten; vrijwillige verbetering.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 23/04711
Datum 18 juli 2025
ARREST
in de zaak van
[X] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 17 oktober 2023, nrs. BK-23/00289 tot en met BK-23/00295 en BK-23/006311, betreffende aan belanghebbende gegeven boetebeschikkingen.
1 Het eerste geding in cassatie
Bij arrest van de Hoge Raad van 24 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:439, is vernietigd de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam, nrs. 21/00414 tot en met 21/004202, met verwijzing van het geding naar het Gerechtshof Den Haag (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dat arrest.
2 Het tweede geding in cassatie
Belanghebbende, vertegenwoordigd door A.A. Kan, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.
De Advocaat-Generaal R.J. Koopman heeft op 5 juli 2024 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.3
3 Beoordeling van de middelen
De middelen falen op de gronden die zijn vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak met nummer 23/04710, ECLI:NL:HR:2025:1062.