Home

Hoge Raad, 12-09-2025, ECLI:NL:HR:2025:1256, 23/01353

Hoge Raad, 12-09-2025, ECLI:NL:HR:2025:1256, 23/01353

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
12 september 2025
Datum publicatie
12 september 2025
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:1256
Formele relaties
Zaaknummer
23/01353

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 23/01353

Datum 12 september 2025

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende)

tegen

het DAGELIJKS BESTUUR VAN HET SAMENWERKINGSVERBAND VASTGOEDINFORMATIE HEFFING EN WAARDEBEPALING

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 22 februari 2023, nrs. BK-22/00857 tot en met BK-22/008591, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (nrs. ROT 21/1484, ROT 21/3413 en ROT 21/3414) betreffende ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen, in de afvalstoffenheffing en in de rioolheffing voor het jaar 2020.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door E. Staas, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

Het Dagelijks Bestuur van het Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling, vertegenwoordigd door [P] , heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).2

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing