Hoge Raad, 03-10-2025, ECLI:NL:HR:2025:1477, 23/04639
Hoge Raad, 03-10-2025, ECLI:NL:HR:2025:1477, 23/04639
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 3 oktober 2025
- Datum publicatie
- 3 oktober 2025
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2025:1477
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2023:8636
- Zaaknummer
- 23/04639
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 23/04639
Datum 3 oktober 2025
ARREST
in de zaak van
[X] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
1 Geding in cassatie
Belanghebbende, vertegenwoordigd door M. van Leeuwen, advocaat te Arnhem, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.
Namens belanghebbende is de zaak schriftelijk toegelicht door M. van Leeuwen.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.