Home

Hoge Raad, 03-10-2025, ECLI:NL:HR:2025:1478, 23/04640

Hoge Raad, 03-10-2025, ECLI:NL:HR:2025:1478, 23/04640

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
3 oktober 2025
Datum publicatie
3 oktober 2025
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:1478
Formele relaties
Zaaknummer
23/04640

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 23/04640

Datum 3 oktober 2025

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 oktober 2023, nr. BK-ARN 23/7001, betreffende een verzoek van belanghebbende om herziening van de uitspraak van dat Hof van 12 juli 2022, nr. BK-ARN 21/001232.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door M. van Leeuwen, advocaat te Arnhem, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.

Namens belanghebbende is de zaak schriftelijk toegelicht door M. van Leeuwen.

2 Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing