Home

Hoge Raad, 10-10-2025, ECLI:NL:HR:2025:1527, 24/00540

Hoge Raad, 10-10-2025, ECLI:NL:HR:2025:1527, 24/00540

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
10 oktober 2025
Datum publicatie
10 oktober 2025
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:1527
Formele relaties
Zaaknummer
24/00540

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 24/00540

Datum 10 oktober 2025

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende)

tegen

het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE HENDRIK-IDO-AMBACHT

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 28 december 2023, nr. BK-23/181, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (nr. ROT 21/4493) betreffende kosten van vervolging.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht (hierna: het College), vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

Het College heeft een conclusie van dupliek ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing