Home

Hoge Raad, 17-10-2025, ECLI:NL:HR:2025:1579, 24/00919

Hoge Raad, 17-10-2025, ECLI:NL:HR:2025:1579, 24/00919

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
17 oktober 2025
Datum publicatie
17 oktober 2025
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:1579
Formele relaties
Zaaknummer
24/00919

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 24/00919

Datum 17 oktober 2025

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende)

tegen

het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE WAADHOEKE

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 6 februari 2024, nr. BK-ARN 23/691, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nr. LEE 21/1297) betreffende een aan belanghebbende voor het jaar 2021 opgelegde aanslag in de rioolheffing.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waadhoeke, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing