Hoge Raad, 24-10-2025, ECLI:NL:HR:2025:1612, 24/04695
Hoge Raad, 24-10-2025, ECLI:NL:HR:2025:1612, 24/04695
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 24 oktober 2025
- Datum publicatie
- 24 oktober 2025
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2025:1612
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2024:7109
- Zaaknummer
- 24/04695
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 24/04695
Datum 24 oktober 2025
ARREST
in de zaak van
[X] B.V. (hierna: belanghebbende)
tegen
1. de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
2. de STAAT (de MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID)
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, van 19 november 2024, nrs. BK-ARN 23/1687 tot en met 23/17631, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nrs. AWB 21/587, AWB 21/591 tot en met 21/593, AWB 21/595, AWB 21/597 tot en met 21/599, AWB 21/601 tot en met 21/605, AWB 21/608 tot en met 21/610, AWB 21/612 tot en met 21/615, AWB 21/617 tot en met 21/619, AWB 21/621 tot en met 21/624, AWB 21/626, AWB 21/627, AWB 21/629 tot en met 21/632, AWB 21/639, AWB 21/746, AWB 21/748 tot en met 21/750, AWB 21/754 tot en met 21/756, AWB 21/760, AWB 21/867, AWB 21/1041, AWB 21/1493, AWB 21/1494, AWB 21/1503, AWB 21/1505, AWB 21/1506, AWB 21/1509, AWB 21/1510, AWB 21/1512, AWB 21/1513, AWB 21/1515, AWB 21/1824 tot en met 21/1829, AWB 21/1986, AWB 21/1987, AWB 21/2081, AWB 21/2248, AWB 21/2757, AWB 21/3056 tot en met 21/3063, AWB 21/3070 tot en met 21/3072, en AWB 21/3085) betreffende door belanghebbende op aangifte voldane bedragen aan belasting van personenauto’s en motorrijwielen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende, vertegenwoordigd door R. Lammers, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.