Home

Hoge Raad, 21-11-2025, ECLI:NL:HR:2025:1739, 24/00913

Hoge Raad, 21-11-2025, ECLI:NL:HR:2025:1739, 24/00913

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
21 november 2025
Datum publicatie
21 november 2025
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:1739
Formele relaties
Zaaknummer
24/00913

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 24/00913

Datum 21 november 2025

ARREST

in de zaak van

STICHTING [X] (hierna: belanghebbende)

tegen

het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE LISSE

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 31 januari 2024, nr. BK-23/661, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 22/1671) betreffende een ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2021.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door G. Gieben, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lisse, vertegenwoordigd door [P1] en [P2], heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing