Home

Hoge Raad, 28-11-2025, ECLI:NL:HR:2025:1811, 25/02074

Hoge Raad, 28-11-2025, ECLI:NL:HR:2025:1811, 25/02074

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
28 november 2025
Datum publicatie
28 november 2025
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:1811
Formele relaties
Zaaknummer
25/02074

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 25/02074

Datum 28 november 2025

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 21 mei 2025, nr. BK-24/8821, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 23/2526) betreffende een verzoek van belanghebbende om toekenning van een dwangsom wegens het niet tijdig nemen van een beslissing op een verzoek om herziening van de aan belanghebbende voor de jaren 2014 en 2016 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing