Home

Hoge Raad, 17-04-2025, ECLI:NL:HR:2025:608, 24/04541

Hoge Raad, 17-04-2025, ECLI:NL:HR:2025:608, 24/04541

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
17 april 2025
Datum publicatie
17 april 2025
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:608
Formele relaties
Zaaknummer
24/04541

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 24/04541

Datum 17 april 2025

ARREST

op het door A.F.M.J. Verhoeven ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 november 2024, nr. BK-ARN 23/12651.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft de indiener van het beroepschrift bij aangetekende brief van 22 januari 2025 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling daarvan een termijn van vier weken gesteld. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgehaald op de afhaallocatie. Het griffierecht is niet voldaan.

De griffier van de Hoge Raad heeft de indiener van het beroepschrift bij aangetekende brief van 4 maart 2025 in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet is betaald. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door de indiener van het beroepschrift opgegeven adres. De indiener van het beroepschrift heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. Het beroep in cassatie moet daarom op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb niet-ontvankelijk worden verklaard.

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president M.E. van Hilten als voorzitter, en de raadsheren E.N. Punt en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2025.