Home

Hoge Raad, 23-05-2025, ECLI:NL:HR:2025:784, 24/03691

Hoge Raad, 23-05-2025, ECLI:NL:HR:2025:784, 24/03691

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
23 mei 2025
Datum publicatie
23 mei 2025
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:784
Formele relaties
Zaaknummer
24/03691

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 24/03691

Datum 23 mei 2025

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende),

vertegenwoordigd door R. van der Weide,

tegen

het DAGELIJKS BESTUUR VAN DE BELASTINGSAMENWERKING GEMEENTEN EN WATERSCHAPPEN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 21 augustus 2024, nr. 23/21, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Limburg (nr. ROE 22/1533) betreffende een ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en aanslagen in de onroerendezaakbelastingen en watersysteemheffing voor het jaar 2022.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.

De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, en de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 23 mei 2025.