Hoge Raad, 13-06-2025, ECLI:NL:HR:2025:897, 23/00327
Hoge Raad, 13-06-2025, ECLI:NL:HR:2025:897, 23/00327
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 juni 2025
- Datum publicatie
- 13 juni 2025
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2025:897
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2022:10935
- Zaaknummer
- 23/00327
Inhoudsindicatie
Art. 29f lid 1 AWR; art. 8:75a Awb; verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking cassatieberoep Staatssecretaris; samenhangende zaken; geen bijzondere omstandigheden.
Trefwoorden taxonomie:
Formeel belastingrecht, Proceskosten, Kostenvergoeding
(handmatig toegevoegd: art. 29f lid 1 AWR, art. 8:75a Awb)
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 23/00327
Datum 13 juni 2025
ARREST
op een door [X] (hierna: belanghebbende) gedaan verzoek als bedoeld in artikel 29f, lid 1, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
1 Verzoek om veroordeling in de proceskosten
De Staatssecretaris van Financiën, vertegenwoordigd door [P], heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 20 december 2022, nr. BK-ARN 21/01828. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. Zij heeft ook incidenteel beroep in cassatie ingesteld. De Staatssecretaris heeft schriftelijk zijn zienswijze over het incidentele beroep naar voren gebracht en heeft in het principale beroep een conclusie van repliek ingediend.Belanghebbende heeft in het incidentele beroep een conclusie van repliek ingediend en in het principale beroep een conclusie van dupliek. De Staatssecretaris heeft nadien het beroep in cassatie ingetrokken.
Belanghebbende, vertegenwoordigd door F.R. Herreveld, heeft de Hoge Raad verzocht de Staatssecretaris te veroordelen in de kosten voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand in verband met de behandeling van het beroep in cassatie.
De Staatssecretaris heeft naar aanleiding van dit verzoek een verweerschrift ingediend.
2 Het incidentele cassatieberoep
Het principale beroep in cassatie leidt – vanwege de intrekking ervan – niet tot vernietiging van de uitspraak van het Hof.
Het incidentele beroep in cassatie is alleen ingesteld voor het geval het principale beroep in cassatie zou leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. Dat geval doet zich niet voor, zodat het incidentele beroep in cassatie, gelet op artikel 8:112, lid 2, Awb, vervalt.
3 Beoordeling van het verzoek
Wat betreft het door de Staatssecretaris ingetrokken principale beroep in cassatie zal de Staatssecretaris worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat de zaak met nummer 23/00328 met deze zaak samenhangt in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht.
Aangezien het incidentele beroep in cassatie is vervallen, ziet de Hoge Raad geen aanleiding daarvoor een proceskostenvergoeding toe te kennen.