Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 22-07-2021, ECLI:NL:OGEAA:2021:360, 253, 404 en 405 van 2021
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 22-07-2021, ECLI:NL:OGEAA:2021:360, 253, 404 en 405 van 2021
Gegevens
- Instantie
- Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Datum uitspraak
- 22 juli 2021
- Datum publicatie
- 16 augustus 2021
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:OGEAA:2021:360
- Zaaknummer
- 253, 404 en 405 van 2021
Inhoudsindicatie
Veroordeling medeplegen woninginbraken, diefstal en poging diefstal
Uitspraak
Parketnummers: P-2021/00193, P-2020/09455 en P-2020/09805
Zaaknummers: 253, 404 en 405 van 2021
Uitspraak: 22 juli 2021 Tegenspraak
Vonnis van dit Gerecht
in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in Aruba,
wonende in Aruba,
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Aruba.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 2 juli 2021.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadslieden, mrs. S.A. Kock (in de zaak met parketnummer P-2021/00193) en D.G. Croes (in de zaak met parketnummer P-2020/09805 en occuperende voor mr. P.M.E. Mohamed in de zaak met parketnummer P-2020/09455), advocaten in Aruba.
De officier van justitie, mr. E. Stevens, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht de onder 1, 2 en 3 in de zaak met parketnummer P-2021/00193, het in de zaak met parketnummer P-2020/09455 en het onder subsidiair in de zaak met parketnummer P-2020/09805 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien (18) maanden waarvan zes (6) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee (2) jaren, met aftrek van voorarrest en de bijzondere voorwaarde van Reclasseringstoezicht gedurende de proeftijd.
Zijn vordering behelst voorts de verbeurdverklaring van de in beslag genomen schroevendraaier en bougie in de zaak met parketnummer P-2020/09805.
De raadsvrouwen hebben een strafmaatverweer gevoerd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
In de zaak met parketnummer P-2021/00193
1. dat hij op of omstreeks 21 november 2020 in Aruba,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning of op een bij een woning behorend besloten erf, te weten [adres 1], terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk en wederrechtelijk in die woning/op dat erf, in gebruik bij [slachtoffer 1], vertoefde(n),
heeft weggenomen kleren en/of etenswaren en/of drinkwaren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder hun/zijn bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel;
2. dat hij op of omstreeks 24 november 2020 in Aruba,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning of op een bij een woning behorend besloten erf, te weten [adres 1], terwijl verdachte opzettelijk en wederrechtelijk in die woning/op dat erf, in gebruik bij [slachtoffer 1], vertoefde,
heeft weggenomen kleren en/of etenswaren en/of drinkwaren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel;
3. dat hij op of omstreeks 15 december 2020 in Aruba,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning of op een bij een woning behorend besloten erf, te weten [adres 1], terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk en wederrechtelijk in die woning/op dat erf, in gebruik bij [slachtoffer 1], vertoefde(n),
heeft weggenomen een of meer uniformen en/of vleeswaren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder hun/zijn bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel;
In de zaak met parketnummer P-2020/09455
dat hij op of omstreeks 12 november 2020 in Aruba,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een laptop, een oplader en/of een parfum, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
In de zaak met parketnummer P-2020/09805
dat hij op of omstreeks 2 december 2020 in Aruba,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen/geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen/geld onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel,
een (tocht)raampje van een auto heeft vernield,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht (kunnen) volgen
dat hij op of omstreeks 2 december 2020 in Aruba,
opzettelijk en wederrechtelijk
een (tocht)raampje van een auto, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [slachtoffer 3] toebehoorde,
heeft vernield en/of beschadigd.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
In de zaak met parketnummer P-2021/00193
1. dat hij op 21 november 2020 in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening op een bij een woning behorend besloten erf, te weten [adres 1], terwijl verdachte en zijn mededader opzettelijk en wederrechtelijk op dat erf, in gebruik bij [slachtoffer 1], vertoefden, heeft weggenomen kleren en etenswaren en drinkwaren, geheel toebehorende aan [slachtoffer 1], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van inklimming;
2. dat hij op 24 november 2020 in Aruba, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening op een bij een woning behorend besloten erf, te weten [adres 1], terwijl verdachte opzettelijk en wederrechtelijk op dat erf, in gebruik bij [slachtoffer 1], vertoefde, heeft weggenomen kleren en/of etenswaren en/of drinkwaren, in elk geval enig goed, geheel toebehorende aan [slachtoffer 1], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming;
3. dat hij op 15 december 2020 in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening op een bij een woning behorend besloten erf, te weten [adres 1], terwijl verdachte en zijn mededader opzettelijk en wederrechtelijk op dat erf, in gebruik bij [slachtoffer 1], vertoefden, heeft weggenomen een of meer uniformen en/of vleeswaren, geheel toebehorende aan [slachtoffer 1], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van inklimming.
In de zaak met parketnummer P-2020/09455
dat hij op 12 november 2020 in Aruba, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een laptop, een oplader en een parfum, geheel toebehorende aan [slachtoffer 2], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
In de zaak met parketnummer P-2020/09805
dat hij op 2 december 2020 in Aruba, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen, geheel toebehorende aan [slachtoffer 3], en zich daarbij die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak,
een (tocht)raampje van een auto heeft vernield, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
In de zaak met parketnummer P-2021/00193 1
* De verklaring van de verdachte, op 2 juli 2021 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Ik heb samen met medeverdachte [medeverdachte] twee keer bij [adres 1] diefstallen gepleegd. We zijn na de eerste keer teruggegaan omdat er meer dingen waren die we konden wegnemen. Ik heb bij de politie bekend toen zij mij de beelden toonden, omdat ik mezelf op die beelden herkende. In de zak zat eten en kleding. We hebben ook een krat bier weggenomen. De keer dat ik daar alleen ben geweest, heb ik een zak hondenvoer weggenomen. Ik ben een verslaafde en doe alles om aan geld te komen. We hebben het bier gedronken. Ik heb de kleding verkocht.
Bijlage 1
* Een proces-verbaal van aangifte d.d. 17 december 2020, voor zover inhoudende, als verklaring van de aangever [slachtoffer 1], -zakelijk weergegeven-:
Op 14 december 2020, had ik mijn werkkleding in de kast buiten achtergelaten. De kast ligt buiten onder het dak gelegen in de zuidelijke gevel van mijn huis. Op 15 december 2020, ging ik mijn werkkleding halen om te gaan werken. Toen ik de kast opendeed, was de kast helemaal leeg. In verband hiermede ging ik via de camerabeelden van mijn huis controleren voor bijzonderheden. Onbekenden zijn over de erfmuur geklommen en op mijn terrein binnengedrongen.
Bijlage 2
* Een proces-verbaal van nader verhoor d.d. 19 december 2020, voor zover inhoudende, als verklaring van de aangever [slachtoffer 1], zakelijk weergegeven:
Ik woon op het adres [adres 1]. Op 15 december 2020, in de nachtelijke uren, had men diefstal op mijn erf gepleegd. Men had mijn uniformen die in mijn klerenkast hingen weggenomen. Na bedoelde diefstal, ging ik controleren en ik zag dat men ook vleeswaren uit de diepvries had weggenomen. Bedoelde diepvries staat ook in mijn achtertuin. Op 21 november 2020, 24 november 2020 en 29 november 2020, had men ook diefstallen op mijn erf had gepleegd. Bij het plegen van bedoelde diefstallen had men kleren, etenswaren en drinkwaren weggenomen.
Bijlage 8
* Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 januari 2021, voor zover inhoudende, als verklaring van de verdachte, zakelijk weergegeven:
Opmerking verbalisant: Tijdens dit verhoor werd de verdachte in de gelegenheid gesteld om de videobeelden van de diefstallen gepleegd op het erf van de woning te [adres 1] te bekijken.
Diefstal 24 november 2020
Ik ben de man in beeld. Op die dag heb ik een zak hondenvoer van bedoeld erf weggenomen.
Bijlage 13
* Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 januari 2021, voor zover inhoudende, als verklaring van de medeverdachte [medeverdachte], zakelijk weergegeven:
Ik heb de diefstal op het erf van een woning in [adres 1] samen met [verdachte] gepleegd.
Opmerking verbalisant: Tijdens dit verhoor werd de verdachte in de gelegenheid gesteld om de videobeelden van de diefstallen gepleegd op het erf van de woning te [adres 1] te bekijken.
Videobeeld van de diefstal gepleegd op 21 november 2020
Ik ben de man in de beelden die een tas met inhoud in zijn handen heeft. De andere man, die een krat met flessen in zijn handen heeft, herken ik als [verdachte]. In de tas zaten vleeswaren die [verdachte] uit de vriezer had weggenenomen.
Videobeeld van de diefstal gepleegd op 15 december 2020
Bedoelde man met de zwarte jas ben ik. De andere man herken ik als [verdachte]. In die nacht hebben wij een aantal servetten uit het berghok weggenomen.
In de zaak met parketnummer P-2020/09455
* De verklaring van de verdachte, op 2 juli 2021 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Hetgeen mij wordt verweten heb ik gedaan. Ik heb de spijt dat ik de auto heb vernield. Ik heb de spullen daar in de buurt bewaard. Ik was die dag moe en onder invloed.
Bijlage 7
* Een proces-verbaal van aangifte d.d. 12 november 2020, voor zover inhoudende, als verklaring van de aangeefster [slachtoffer 2], -zakelijk weergegeven-:
Op 12 november 2020 heb ik mijn auto, een blauwe [automerk], intact en op slot geparkeerd op de parkeerplaats achter “[zaak]”. Rond 21.34 uur zag ik dat onbekenden de linker tochtraam hadden vernield. Uit de auto zijn een Macbook air t.w.v. US$ 1.300,-, een witte oplader (Apple) en een parfumfles (Victoria Secret) weggenomen.
In de zaak met parketnummer P-2020/09805
* De verklaring van de verdachte, op 2 juli 2021 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Ik was toen onder invloed. Ik ben verslaafd. Ik zag dat het raam van de auto een scheurtje had. Ik zag de telefoon in de auto liggen en duwde tegen het raam om de telefoon te pakken. Ik probeerde de telefoon te pakken, maar het lukte niet. Een man kwam aanlopen en sprak me aan.
Bijlage 3
* Een proces-verbaal van aangifte d.d. 2 december 2020, voor zover inhoudende, als verklaring van de aangever [slachtoffer 3], -zakelijk weergegeven-:
Op 2 december 2020 rond 7:30 uur heb ik mijn auto op de parkeerplein ten oosten van het restaurant “[restaurant]” intact en op slot geparkeerd. Ik liep hierna naar mijn werk bij [organisatie]. Kort daarna liep ik terug naar mijn auto om mijn telefoon te halen. Onderweg hoorde ik een harde klap. Ik zag een voor mij onbekende man, een landloper, naast mijn auto staan. Ik zag toen dat het tochtraampje van de linker achterportier vernield was.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
In de zaak met parketnummer P-2021/00193
1. Diefstal, tezamen en in vereniging, in een woning door iemand die artikel 2:65 heeft overtreden, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming,
strafbaar gesteld bij artikel 2:290 juncto artikelen 2:288 en 2:289, onder a en b, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
2. Diefstal in een woning door iemand die artikel 2:65 heeft overtreden, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming,
strafbaar gesteld bij artikel 2:290 juncto artikelen 2:288 en 2:289, onder a en b, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
3. Diefstal, tezamen en in vereniging, in een woning door iemand die artikel 2:65 heeft overtreden, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming,
strafbaar gesteld bij artikel 2:290 juncto artikelen 2:288 en 2:289, onder a en b, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
In de zaak met parketnummer P-2021/09455
1. Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
strafbaar gesteld bij artikel 2:290 juncto artikelen 2:288 en 2:289, onder b, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
In de zaak met parketnummer P-2020/09805
Primair:
Poging tot diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
strafbaar gesteld bij artikel 2:334 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een reeks woninginbraken in de nachtelijke uren, alsmede een diefstal en een poging diefstal uit auto’s, waarbij hij telkens een autoruit heeft vernield. Verdachte heeft met zijn handelwijze aangetoond geen enkel respect te hebben voor andermans eigendommen en hij heeft zich kennelijk enkel laten leiden door materieel gewin. Behalve dat dergelijke feiten vermogensschade met zich brengen voor de slachtoffers, wakkeren dergelijke feiten ook gevoelens van onveiligheid en onrust aan bij de slachtoffers en in de samenleving.
Het Gerecht houdt in het nadeel van verdachte rekening met het uittreksel uit het algemene documentatieregister betreffende de verdachte van 22 juni 2021, waaruit blijkt dat hij in juni 2019 is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten en hem toen een proeftijd van twee jaren is opgelegd. Onderhavige strafbare feiten heeft hij gepleegd tijdens de proeftijd.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een gedeeltelijke onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. De door de officier in deze gevorderde straf acht het Gerecht passend en geboden. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
In de zaak met nummer P-2020/09805
De in beslag genomen en nog niet teruggegeven schroevendraaier en bougie zijn vatbaar voor verbeurdverklaring. De voorwerpen behoren immers toe aan de verdachte en betreffen voorwerpen met betrekking tot welke het bewezen verklaarde is begaan. Het Gerecht zal daarom de verbeurdverklaring gelasten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:19, 1:20, 1:21, 1:61 en 1:62 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, zoals deze luidde(n) ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 in de zaak met parketnummer P-2021/00193, het in de zaak met parketnummer P-2020/09455 en het primaire in de zaak met parketnummer P-2020/09805 ten laste gelegde, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de achttien (18) maanden;
bepaalt dat een gedeelte van deze straf, groot zes (6) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt bepaald op twee (2) jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
als bijzondere voorwaarde wordt gesteld dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, te geven door of namens de Stichting Reclassering Aruba, zulks zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
verklaart verbeurd de onder de verdachte in de zaak met parketnummer P-2020/09805 in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten een schroevendraaier en een bougie;
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. N.K. Engelbrecht, bijgestaan door mevrouw M. V. Alvarez, (zittingsgriffier), en op 22 juli 2021 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
uitspraakgriffier: