Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 01-03-2023, ECLI:NL:OGEAA:2023:253, AUA201904483
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 01-03-2023, ECLI:NL:OGEAA:2023:253, AUA201904483
Gegevens
- Instantie
- Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Datum uitspraak
- 1 maart 2023
- Datum publicatie
- 25 oktober 2023
- ECLI
- ECLI:NL:OGEAA:2023:253
- Zaaknummer
- AUA201904483
Inhoudsindicatie
Boedelscheiding.
Partijen twisten over de wijze waarop het convenant moet worden uitgelegd. Deze vraag moet volgens vaste rechtspraak worden beoordeeld aan de hand van hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen, overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen, hebben afgeleid en van hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (Haviltex-maatstaf). Daarbij komt betekenis toe aan de taalkundige betekenis van de gehanteerde bewoordingen, maar ook aan de context waarin deze zijn geplaatst en aan hetgeen de partijen met de desbetreffende bepaling hebben beoogd.
Uitspraak
Uitspraak van 1 maart 2023
Behorend bij AR nr. AUA201904483
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[naam eiseres],
wonende te Nederland,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
hierna ook te noemen: de vrouw,
gemachtigde: mr. A.A.D.A. Carlo,
tegen
[naam gedaagde],
wonend te Aruba,
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
hierna ook te noemen: de man,
gemachtigde: mr. J.A.R. Bryson.
1 DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
-
het verzoekschrift, met producties, ingediend op 15 november 2019;
- -
-
de conclusie van antwoord in conventie, tevens van eis in reconventie, met producties;
- -
-
de conclusie van repliek in conventie, tevens van antwoord in reconventie en tevens houdende een aanvulling van eis in conventie, met producties;
- -
-
de conclusie van dupliek in conventie, tevens van repliek in reconventie tevens houdende een aanvulling van eis in reconventie, met producties;
- -
-
de conclusie van dupliek in reconventie, tevens akte uitlating producties in conventie.
Vonnis is nader bepaald op vandaag.
2 DE FEITEN
Partijen zijn op 6 september 1985 te Aruba met elkaar gehuwd in gemeenschap van goederen. Dit huwelijk is op 20 maart 2014 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van 18 november 2013 in de registers van de burgerlijke stand.
Partijen hebben op 12 augustus 2014 een convenant met elkaar gesloten. Daarin zijn zij het volgende met elkaar overeengekomen:
“1. Partijen komen overeen, dat de op de echtelijke woning, gelegen te [adres woning], rustende hypothecaire lening [...] bij de CMB Bank N.V. voor rekening en risico van de Man zal komen, de man zal de maandelijkse hypothecaire aflossingen blijven voldoen. De man vrijwaart de vrouw voor alle aansprakelijkheid voor deze hypothecaire lening. De vrouw zal geen enkele vergoeding terzake aan de man verschuldigd zijn.
2. Partijen komen voorts overeen dat zij onder geen beding derden tot de woning zullen toelaten en/of hun intrek in de woning zullen laten nemen.
3. Alle tot de echtelijke woning behorende lasten zoals erfpacht, grondbelasting en verzekeringen komen ten laste van de man, die de vrouw vrijwaart voor elke mogelijke aansprakelijkheid terzake.
4. Partijen spreken af dat de restitutie inkomstenbelasting, AOV en AZV, over jaren 2010, 2011, 2012 en 2013 aan partijen elk voor de helft zullen toekomen. Partijen zullen indien hiertoe door de ontvanger vereist een separate verklaring voor de inspectie ondertekenen.
5. Partijen komen overeen dat mogelijke schulden aan de Ontvanger der Belastingen, voor rekening komen van degene op wiens naam de mogelijke schulden uitstaan.
6. Ieder der partijen zal de schulden, die hij/zij vanaf de datum van de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand voor persoonlijke doeleinden is aangegaan of die niet in dit convenant zijn genoemd en hem/haar persoonlijk betreffen, voor eigen rekening nemen en als eigen schuld voldoen, onder vrijwaring van de ander tegen eventuele aanspraken van derden.
7. Dit convenant zal niet bij rechterlijke uitspraak kunnen worden gewijzigd op grond van verandering van omstandigheden en partijen verbinden zich zonder enig voorbehoud en onvoorwaardelijk geen ontbinding, nietig verklaring of vernietiging van deze overeenkomst te zullen vorderen.
8. Partijen doen uitdrukkelijk afstand van hun recht ex artikel 3:196 BW vernietiging te verzoeken van de onderhavige verdeling van partijen gemeenschap.”
3 HET GESCHIL IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE
In conventie
De vrouw heeft, na wijziging van eis, zakelijk weergegeven, gevorderd om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
-
de openbare verkoop van de woning te [adres] te Aruba (hierna: de woning) te gelasten en de wijze van de verdeling van de netto-opbrengst te bepalen;
-
een door de man aan de vrouw te betalen gebruiksvergoeding vast te stellen over de periode van vijf jaar voor het indienen van de akte aanvulling van eis op 7 oktober 2020, en te bepalen dat dit bedrag in mindering moet worden gebracht op het aandeel van de vrouw in de netto-opbrengst van de woning;
-
een taxateur te benoemen om de waarde van de woning te bepalen;
althans die beslissingen te nemen die het gerecht opportuun acht, met veroordeling van de man in de proceskosten.
De man heeft verweer gevoerd dat, voor zover nodig, hierna zal worden besproken.
In reconventie
De man heeft, na wijziging van eis, zakelijk weergegeven, gevorderd om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
voor recht te verklaren dat de woning inclusief alle daaraan verbonden kosten op 12 augustus 2014 aan de man is toegedeeld zonder enige verrekening en de vrouw te veroordelen mee te werken aan de overdracht van de woning aan de man, op de wijze zoals nader omschreven in de gewijzigde eis, met bepaling dat indien de vrouw weigerachtig blijft om daaraan te voldoen, dit vonnis in de plaats zal treden van de handtekening c.q. medewerking van de vrouw en van alle overige rechtshandelingen die de notaris en de hypotheek-instelling nodig mocht achten in verband met de verdeling en levering van de woning en de tenaamstelling van de hypotheek;
subsidiair:
voor recht te verklaren dat de man zich met succes heeft beroepen op vernietiging van het convenant op grond van artikel 3:196 BW dan wel op grond van artikel 6:228 lid 1 sub c BW, en daarbij te bepalen dat de woning dient te worden getaxeerd op de wijze zoals nader omschreven in de gewijzigde eis, te bepalen dat de helft van alle betaalde en nog te betalen kosten betreffende de woning zullen worden verrekend met het aandeel van de vrouw in de woning en de waarde te bepalen waartegen de man de woning toegedeeld kan krijgen, rekening houdend met de getaxeerde waarde hiervan en de af te trekken posten;
meer subsidiair:
voor recht te verklaren dat de vrouw ten koste van de man is verrijkt en de man dientengevolge recht heeft op schadevergoeding, zoals beschreven in de gewijzigde eis, te bepalen dat dit bedrag wordt verrekend met het aandeel van de vrouw in de woning, te bepalen dat de woning dient te worden getaxeerd, waarbij het gerecht een deskundige benoemt en beide partijen de kosten delen en de waarde te bepalen waartegen de man de woning toegedeeld kan krijgen, rekening houdend met de getaxeerde waarde hiervan en de af te trekken posten;
althans een zodanige beslissing te nemen als het gerecht juist acht, met veroordeling van de vrouw in de proceskosten.
De vrouw heeft verweer gevoerd dat, voor zover nodig, hierna zal worden besproken.