Home

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 04-10-2018, ECLI:NL:OGEAC:2018:249, CUR201701331

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 04-10-2018, ECLI:NL:OGEAC:2018:249, CUR201701331

Gegevens

Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Datum uitspraak
4 oktober 2018
Datum publicatie
10 oktober 2018
ECLI
ECLI:NL:OGEAC:2018:249
Zaaknummer
CUR201701331

Inhoudsindicatie

In het verweerschrift heeft de Inspecteur aangegeven dat de naheffingsaanslag en verzuimboete ten onrechte zijn opgelegd. Het belang aan deze beroepsprocedure komt te ontvallen. In het belang van een efficiënte afdoening van de onderhavige procedure gaat het Gerecht echter niet over tot een niet-ontvankelijkverklaring, maar tot een gegrondverklaring van het beroep. Het Gerecht vernietigt de naheffingsaanslag en verzuimboete en kent een proceskostenvergoeding toe voor zowel de bezwaar- als beroepsfase.

Uitspraak

Uitspraak van 4 oktober 2018

BBZ nr. CUR201701331

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURACAO

UITSPRAAK

op het beroep in de zin van de

Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:

[ X ], gevestigd te Curaçao,

belanghebbende,

gericht tegen:

DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend te Curaçao,

de Inspecteur.

1 PROCESVERLOOP

1.1

Aan belanghebbende is op 30 juni 2016 een naheffingsaanslag in de winstbelasting voor het jaar 2014 opgelegd ten bedrage van NAf 55.638. Daarbij is een verzuimboete opgelegd van NAf 2.500 vanwege het niet (tijdig) betalen van de verschuldigde belasting.

1.2

Belanghebbende heeft op 25 juli 2016 daartegen bezwaar gemaakt.

1.3

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 30 juni 2017 de naheffingsaanslag en de verzuimboete gehandhaafd.

1.4

Belanghebbende heeft op 29 augustus 2017 beroep ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 150.

1.5

De Inspecteur heeft op 14 september 2018 een verweerschrift ingediend.

1.6

Beide partijen hebben het Gerecht toestemming gegeven om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen.

2 FEITEN

2.1

Belanghebbende heeft op voorlopige aangifte op 23 maart 2015 winstbelasting over het jaar 2014 voldaan ten bedrage van NAf 55.638.

2.2

De Inspecteur heeft op 30 juni 2016 een naheffingsaanslag winstbelasting over het jaar 2014 opgelegd van NAf 55.638, vanwege het niet (tijdig) betalen van de verschuldigde winstbelasting.

2.3

Belanghebbende heeft daartegen bezwaar en beroep ingesteld.

2.4

De Inspecteur heeft in het verweerschrift van 14 september 2018 aangegeven dat de betaling van NAf 55.638 op 23 maart 2015 foutief is verwerkt en dat de onderhavige naheffingsaanslag en verzuimboete daarom moeten worden vernietigd.

2.5

Belanghebbende heeft verzocht om een proceskostenvergoeding voor zowel de bezwaar- als beroepsfase.

3 GESCHIL

Tussen partijen is niet langer in geschil dat de naheffingsaanslag en verzuimboete moeten worden vernietigd. Wel houdt partijen nog verdeeld de toe te kennen proceskostenvergoeding voor de bezwaar- en beroepsfase.

4 OVERWEGINGEN

5 PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

6 DE BESLISSING