Home

Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 30-01-2015, ECLI:NL:ORBBACM:2015:7, 2012/55956

Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 30-01-2015, ECLI:NL:ORBBACM:2015:7, 2012/55956

Gegevens

Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Datum uitspraak
30 januari 2015
Datum publicatie
23 april 2015
ECLI
ECLI:NL:ORBBACM:2015:7
Zaaknummer
2012/55956

Inhoudsindicatie

Grondbelasting. Artikel 28 GBV is geen beletsel voor het instellen van bezwaar en beroep tegen de aanslag grondbelasting nu het bezwaar van belanghebbende niet is gericht tegen de waarde van de onroerende zaak maar tegen de heffing voor het jaar 2010 als zodanig. Vrijstelling van grondbelasting terecht geweigerd omdat het verzoek niet tijdig is gedaan.

Uitspraak

Beschikking d.d. 30 januari 2015, nr. 2012/55956.

DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN

zitting houdende in Curaçao,

inzake:

X te Curaçao, belanghebbende,

tegen

de Inspecteur der Belastingen.

1 Het procesverloop

1.1

Aan belanghebbende is met dagtekening 10 oktober 2010 een aanslag grondbelasting opgelegd met nummer 170362309 voor het jaar 2010.

1.2

Belanghebbende is op 3 september 2010 in bezwaar gekomen tegen de aanslag. Bij uitspraak op bezwaar van 18 augustus 2011 heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is op 25 mei 2012 in beroep gekomen tegen deze uitspraak op bezwaar.

1.4

De Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend.

1.5

Ter zitting van14 november 2014 te Willemstad is verschenen namens de Inspecteur Mr. A. Belanghebbende is niet verschenen.

2 De tussen partijen vaststaande feiten

2.1

Het volgende is op grond van de schriftelijke stukken en hetgeen ter zitting is gezegd, komen vast te staan. Het is tussen partijen niet in geschil of door één van de partijen gesteld en door de andere partij niet of onvoldoende tegengesproken.

2.2

De aanslag is aan belanghebbende opgelegd als eigenaar van de onroerende zaak xx-yy, naar een belastbare waarde van NAf 1.225.000. Het perceel grenst aan de onroerende zaken zz. Ook voor die percelen zijn aanslagen grondbelasting opgelegd maar belanghebbende heeft daartegen geen bezwaar gemaakt. Op de percelen stond vroeger het hotel qq.

3 Geschil

Tussen partijen is in geschil of belanghebbende recht heeft op ontheffing van grondbelasting op grond van het bepaalde in artikel 35 Grondbelastingverordening 1908 (verder: GBV).

4 De standpunten van partijen

5 Beoordeling van het geschil

6 Beslissing