Home

Parket bij de Hoge Raad, 27-08-2024, ECLI:NL:PHR:2024:838, 22/04283

Parket bij de Hoge Raad, 27-08-2024, ECLI:NL:PHR:2024:838, 22/04283

Gegevens

Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Datum uitspraak
27 augustus 2024
Datum publicatie
27 augustus 2024
ECLI
ECLI:NL:PHR:2024:838
Formele relaties
Zaaknummer
22/04283

Inhoudsindicatie

Conclusie plv. AG. Zware mishadeling met de dood als gevolg. M1 over het opzet op de zware mishandeling. M2 over de afwijzing van het verzoek stukken toe te voegen aan het dossier. Volgens de plv. AG faalt het eerste middel. Het tweede middel is volgens hem tevergeefs voorgesteld omdat het bestreden arrest niet mede op deze beslissing is gebaseerd. Het middel strekt tot verwerping van het beroep.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL

BIJ DE

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

Nummer22/04283

Zitting 27 augustus 2024

CONCLUSIE

M.E. van Wees

In de zaak

[verdachte] ,

geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,

hierna: de verdachte.

Inleiding

1.1

De verdachte is bij arrest van 16 november 2022 door het gerechtshof Den Haag wegens 1 onder A subsidiair "zware mishandeling, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft" en 2. “bedreiging met brandstichting”, veroordeeld tot 34 maanden gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft daarnaast twee vorderingen van de benadeelde partijen (gedeeltelijk) toegewezen en in dat verband schadevergoedingsmaatregelen opgelegd.

1.2

Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte en D.N. de Jonge, advocaat in Rotterdam, heeft twee middelen van cassatie voorgesteld.1

Het eerste middel

2.1

Het eerste middel bevat de klacht dat het onder 1 bewezenverklaarde niet naar de eis der wet met redenen is omkleed. Het middel komt met diverse deelklachten op tegen de bewezenverklaring van het opzet van de verdachte op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.

2.2

Voordat ik het middel bespreek, zal ik eerst, voor zover relevant, de bewezenverklaring en de bewijsoverwegingen weergeven.

2.3

Ten laste van de verdachte is onder 1 bewezenverklaard dat:

“1. hij op of omstreeks 11 juli 2018 te [plaats] aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een ernstige hersenzwelling met tekenen van herseninklemming en een bloeduitstorting onder de zachte hersenvliezen (subarachnoïdale bloeding), heeft toegebracht, door

- die [slachtoffer] met kracht bij haar keel te pakken en

- die [slachtoffer] tegen een muur te duwen en

- die [slachtoffer] bij haar keel vast te houden en

- met kracht (gedurende meerdere seconden) de keel van die [slachtoffer] dicht te knijpen,

terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad;”

2.4

De bewezenverklaring steunt op onder meer de volgende bewijsmiddelen:

Ten aanzien van de feiten 1 en 2:

1. Een proces-verbaal aangifte d.d. 11 juli 2018 van de politie Eenheid [plaats] (...). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 1-3):

als de op 11 juli 2018 afgelegde verklaring van [slachtoffer] :

Ik doe bij deze aangifte van poging doodslag, mishandeling en bedreiging. Ik ben leidinggevende in het restaurant [A] , gevestigd aan de [a-straat 1] te [plaats] . Ik was vandaag, woensdag 11 juli 2018 in de zaak aanwezig. Verder waren in de zaak de pizzabakker, genaamd [betrokkene 1] , en de [betrokkene 2] , genaamd [betrokkene 3] .

(...)

Op dat.moment kwam de eerste klant binnen. Dat was een man. Dat was een man met twee jonge kinderen.

(...)

Ik vroeg de man of ik hem kon helpen. De man zei tegen mij: "doe maar een margaritha”. Ik gaf dit door aan de pizzabakker. De man zei vervolgens dat hij die hier op wilde eten. Ik zei tegen de man dat het dan een andere prijs zou worden: Bij ons is het zo dat men in het restaurant kan eten, maar dan betaal je meer als het afhalen. De man zei toen opeens: "laat maar, het hoeft niet meer”. De man begon tegen mij te schelden. Hij zei tegen mij: ”Kankerhoer, je bent een vuile kankerhoer. Ik kom hier terug en ik brand alles plat." Ik zei tegen de man dat hij met zijn kinderen weg moest gaan. Ik voelde mij enorm bedreigd door de uitspraak van de man.

Ik stond op dat moment nabij de kassa bij een muurtje. Dat is achterin in de winkel nabij de bar. De man kwam toen hard op mij aflopen en pakte mij rechtstreeks bij mijn keel. Ik voelde dat de man met zijn rechterhand met kracht mijn keel dichtkneep. Ik voelde dat ik geen lucht meer kreeg. Ik voelde een hevige pijn. Ik probeerde mij nog te verweren en heb getracht met mijn rechterhand de man te slaan. Ik wilde hem bij mij vandaan hebben. Ik voelde dat ik de man raakte in zijn gezicht. Ik voelde mij slap worden, ik werd licht in mijn hoofd en ik dacht dat het afgelopen zou zijn. Ik was zo bang.

Op een gegeven moment voelde ik dat de hand van de man mijn keel losliet. Ik zag dat de man naar achteren werd getrokken door [betrokkene 1] . Als hij er niet was geweest, dan weet ik zeker dat ik niet meer had geleefd. Ik kan u niet vertellen hoe lang hij mijn keel had vastgeknepen, voor mijn gevoel duurde dit erg lang, mede omdat ik mij voelde wegzakken doordat ik geen lucht kreeg. [betrokkene 1] heeft de man van mij afgehaald en samen met. [betrokkene 3] , die ondertussen bij [betrokkene 1] stond, heeft hij de man naar buiten gebracht.

De man was langer dan ik. Ik ben 1.62 meter lang en hij was een flink stuk groter dan ik. Ik schat ongeveer 1.80/1.85 meter lang.

Ik moet u vertellen dat ik steeds meer pijn krijg. Ik voel pijn in mijn nek en richting mijn borst. Ik voel flinke hoofdpijn. Ik voel mij niet lekker.

Ik dacht werkelijk dat ik er geweest was. Het is omdat [betrokkene 1] mij te hulp schoot en de man van mij had weggetrokken en samen met [betrokkene 3] de man naar buiten had gebracht.

2. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 juli 2018 van de politie Eenheid Rotterdam (...). Dit proces-verbaal houdt onder meer, in - zakelijk weergegeven - (blz. 8):

als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:

Ik, verbalisant [verbalisant 1] , was op woensdag 11 juli 2018 omstreeks 17:30 uur in dienst op het politiebureau gevestigd aan de Prins Frederik Hendrikstraat 40 te Rotterdam . Ik kreeg te horen dat er een mevrouw aan de voordeur van het politiebureau stond die zojuist bij haar keel gegrepen was. Ik ben samen met collega [verbalisant 2] naar de voordeur van het bureau gelopen en trof daar [slachtoffer] aan.

Ik zag dat [slachtoffer] hevig geëmotioneerd was en ik zag de angst in haar ogen. Zij vertelde dat een man haar keel had dichtgeknepen en dat zij daardoor geen lucht meer had gekregen.

(...)

[slachtoffer] gaf ook aan dat haar nek pijn deed.

Letsel:

Ik zag in de nek van [slachtoffer] rode vlekken zitten. De vrouw wees deze plekken ook aan, als de plekken waar de man haar nek had vastgepakt. Dit was aan beide zijkanten van de nek.

3. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 juli 2018 van de politie Eenheid Rotterdam (...). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 14-15):

als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:

Tijdens het doen van aangifte was aangeefster erg overstuur, huilde regelmatig, verklaarde erg moe te zijn, dat zij hoofdpijn, pijn in haar nek en bij haar oren had. Zij gaf aan dat de pijn naar haar borsten toe trok.

Ik heb haar vervolgens het advies gegeven om langs de huisartsenpost te gaan. Ik bood aan haar daar naartoe te brengen. Aangeefster [slachtoffer] verklaarde dat dit niet nodig was. Zij verklaarde als de pijn aanbleef, zij alsnog naar de huisartsenpost zou gaan.

Zij gaf aan bang te zijn voor de man, die haar dit had aangedaan, en was bang dat hij terug zou komen om alles in de brand te steken.

4. Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 13 juli 2018 van de politie Eenheid Rotterdam (...). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 32-35):

als de op 13 juli 2018 afgelegde verklaring van - [verdachte] :

Ik ging met de kinderen naar binnen en bestelde een Margherita. Ik zei dat ik hem daar wel wilde opeten.

Ik hoorde dat die vrouw tegen me zei dat het dan duurder zou worden. Ik zei toen tegen die vrouw: "Laat die pizza dan maar zitten.” We begonnen tegen elkaar te schelden. Ik stond op en liep naar die vrouw toe.

(...)

Ik heb haar bij haar nek beetgepakt. Die werknemers van haar hebben me toen weggeduwd.

(...)

V: hoe lang heb je haar vast gehad?

A: Ongeveer 5 seconden maar dat weet ik niet zeker.

5. Een proces-verbaal van voorgeleiding i.v.m. aanhouding d.d. 13 juli 2018 van de politie Eenheid Rotterdam (...). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 10):

als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:

Verklaring verdachte

Voorwaardelijk opzet op zwaar lichamelijk letsel

Causaal verband tussen de fysieke handeling(en) en het fataal gebleken letsel

Het tweede middel

Verzochte onderzoekshandelingen in hoger beroep

Afronding