Rechtbank Amsterdam, 23-10-2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:7773, 13-674148-13
Rechtbank Amsterdam, 23-10-2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:7773, 13-674148-13
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Amsterdam
- Datum uitspraak
- 23 oktober 2015
- Datum publicatie
- 13 november 2015
- ECLI
- ECLI:NL:RBAMS:2015:7773
- Zaaknummer
- 13-674148-13
Inhoudsindicatie
PROMIS. Zeden.
Een man heeft op 26-jarige leeftijd zijn 2,5-jarige stiefzoontje meegenomen naar een cruising area, alwaar dat kind getuige is geweest van seksuele handelingen die zijn verricht door verdachte. Dat is ic strafbaar ex 284 Sr. Geen ontuchtig oogmerk. Het dossier bevat geen aanwijzingen dat verdachte het kind voor verdachtes eigen seksuele gerief aanwezig heeft laten zijn of dat verdachte tot doel heeft gehad het kind zodanig te beïnvloeden dat het kind in de toekomst eerder geneigd zou zijn in te stemmen met het ondergaan van ontuchtige handelingen. De rechtbank gaat er, gezien het blanco strafblad van verdachte, vanuit dat het bewezen geachte een incident betrof en legt aan verdachte een deels voorwaardelijke taakstraf op.
Uitspraak
VONNIS
Parketnummer: 13/674148-13 (Promis)
Datum uitspraak: 23 oktober 2015
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
thans wonende op het adres [adres 1] , [te plaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres [adres 2] , [te plaats] .
1 Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 oktober 2015.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. A.C. Bennis, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. S. Akkas, naar voren hebben gebracht.
2 Tenlastelegging
Aan verdachte is – na wijzigingen ter terechtzittingen van 9 oktober 2015 en 28 augustus 2015 – ten laste gelegd dat
primair:
hij op of omstreeks 22 juli 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [zoon van verdachte] , geboren op [geboortedatum] 2011, van wie hij weet, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, met ontuchtige oogmerk ertoe heeft bewogen getuige te zijn van zijn seksuele handelingen, door in aanwezigheid van die [zoon van verdachte] zijn geslachtsdeel te tonen en/of zijn geslachtsdeel vast te pakken en/of te masturberen;
subsidiair:
hij op of omstreeks 22 juli 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland een ander te weten [zoon van verdachte] , geboren op [geboortedatum] 2011, door geweld of enige andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid, gericht hetzij tegen die ander, te weten die [zoon van verdachte] , hetzij tegen derden, wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen, of te dulden, namelijk het opzettelijk in aanwezigheid van die [zoon van verdachte] zijn geslachtsdeel tonen en/of zijn geslachtsdeel vast pakken e/of te masturberen.
3. Voorvragen
De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4 Waardering van het bewijs
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde moet worden bewezen verklaard. Hij heeft daartoe, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende aangevoerd.
Voor bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde moet sprake zijn van wetenschap dat [zoon van verdachte] minderjarig was en dat verdachte [zoon van verdachte] met ontuchtig oogmerk getuige liet zijn van door verdachte verrichtte seksuele handelingen. Daarbij dient de aanwezigheid van die minderjarige opzettelijk te zijn, en dient de waarneming van de seksuele handelingen door de minderjarige dan wel bij te dragen aan het seksuele gerief van de dader dan wel in dienst te staan van het negatief beïnvloeden van de minderjarige, zodat deze in de toekomst bereid is deel te nemen aan seksueel misbruik.
Verdachte heeft een 2,5 jaar oud kind, dat geheel van hem afhankelijk is, meegenomen naar een cruisegebied voor homoseksuele mannen, waar mannen naakt rondlopen. Daar ontkleedt hij zich en masturbeert, waar het kind bij staat. Deze gedragingen hebben, naar hun uiterlijke verschijningsvorm een ontuchtig oogmerk.
Voorts is er sprake van negatieve beïnvloeding. De seksuele vorming begint al op jonge leeftijd. Verdachte heeft met zijn acties invloed uitgeoefend op wijze waarop [zoon van verdachte] mogelijk zal reageren indien hij in de toekomst zou worden geconfronteerd met (grensoverschrijdend) seksueel gedrag.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder primair en subsidiair ten laste gelegde. De raadsman heeft daartoe, zakelijk weergegeven, het volgende aangevoerd.
De verklaringen van de getuigen zijn volgens de raadsman tegenstrijdig en daarom onbetrouwbaar. Zo geeft getuige [getuige 1] in het proces-verbaal van bevindingen aan dat hij verdachte heeft gezien vanaf het moment dat hij met een klein kind het terrein komt oplopen. Hij zag daarbij dat een man naakt op iets ging zitten. [getuige 1] verklaart niet dat hij toen rukkende bewegingen heeft gezien. Op een later moment, nadat verdachte zich heeft verplaatst, ziet getuige [getuige 1] dat verdachte hem aankijkt en naar zijn geslachtsdeel grijpt. Hij ziet het geslachtsdeel niet omdat de handeling binnen de broek plaatsvond. De verklaring van [getuige 2] is erg summier en volstrekt tegenstrijdig met de verklaring van [getuige 1] voor wat betreft het naakt zijn en het aftrekken. Ook getuige [getuige 3] verklaart niets over het zichzelf bevredigen door verdachte, waar dit wel voor de hand had gelegen.
Voorts is niet voldaan aan de vereisten van artikel 248d van het Wetboek van Strafrecht. Er is namelijk geen sprake van een ontuchtig oogmerk. Van dit ontuchtig oogmerk is sprake wanneer een verdachte voor zijn eigen seksuele gerief een jeugdige aanwezig laat zijn bij seksuele handelingen, dan wel indien de verdachte beoogt daardoor het kind zodanig te beïnvloeden dat dit in de toekomst eerder geneigd zou zijn in te stemmen met het ondergaan van ontuchtige handelingen. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte voor zijn eigen seksueel gerief een kind aanwezig liet zijn bij de seksuele handelingen. Ook is geen sprake van negatieve beïnvloeding van het kind. [zoon van verdachte] was ten tijde van het ten laste gelegde 2,5 jaar oud. Een kind van die leeftijd heeft geen besef van wat seksualiteit of masturberen is. Het kind kan daarom ook niet negatief worden beïnvloed. Een ontuchtig oogmerk kan derhalve niet worden bewezen en verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde.
Evenmin is sprake van hetgeen subsidiair aan verdachte is ten laste gelegd. Er is namelijk nooit sprake geweest van geweld of dreiging met geweld. Het dossier geeft ook geen blijk van enige omstandigheid waaruit de ten laste gelegde feitelijkheid zou bestaan. Verdachte dient derhalve ook te worden vrijgesproken van het subsidiair ten laste gelegde.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de verklaringen van verdachte, afgelegd bij de politie en ter terechtzitting, niet geloofwaardig, nu deze worden weersproken door de verklaringen van drie onafhankelijke getuigen. Die verklaringen zijn in hoofdlijnen met elkaar in overeenstemming, terwijl onderlinge verschillen geen verbazing wekken aangezien de getuigen vanuit verschillende posities en op verschillende momenten verdachte hebben waargenomen. De rechtbank acht deze verklaringen betrouwbaar.
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage weergegeven bewijsmiddelen bewezen dat verdachte op 22 juli 2013 met een kind van 2,5 jaar oud, te weten [zoon van verdachte] , naar een cruising area te Amsterdam is gegaan, alwaar dat kind getuige is geweest van seksuele handelingen die zijn verricht door verdachte. Immers heeft verdachte zich ontkleedt, zijn geslachtsdeel vastgepakt en gemasturbeerd. Die handelingen kunnen het kind niet zijn ontgaan, met dien verstande dat niet kan worden aangenomen dat het kind daaraan een seksuele betekenis heeft gegeven.
Vrijspraak van het primair ten laste gelegde
De officier van justitie heeft aangevoerd dat het handelen van verdachte naar de uiterlijke verschijningsvorm, namelijk het meenemen van een kind naar een dergelijke plek en aldaar seksuele handelingen verrichten, ontuchtig oogmerk inhouden. Dit ontuchtig oogmerk dient echter, gezien de wetsgeschiedenis, dan wel in te houden dat verdachte voor zijn eigen seksuele gerief een minderjarige aanwezig laat zijn bij de seksuele handelen, dan wel dat verdachte beoogt de minderjarige zodanig te beïnvloeden dat het kind in de toekomst eerder geneigd zou zijn in te stemmen met het ondergaan van ontuchtige handelingen.
De rechtbank constateert evenals de raadsman dat het dossier geen aanwijzingen bevat dat verdachte [zoon van verdachte] voor zijn eigen seksuele gerief aanwezig heeft laten zijn bij seksuele handelingen. Evenmin kan worden vastgesteld dat verdachte met zijn handelen tot doel heeft gehad [zoon van verdachte] zodanig te beïnvloeden dat het kind in de toekomst eerder geneigd zou zijn in te stemmen met het ondergaan van ontuchtige handelingen.
De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het primair ten laste gelegde.
Het oordeel over het subsidiair ten laste gelegde
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage weergegeven bewijsmiddelen bewezen dat verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
[zoon van verdachte] was gezien zijn leeftijd en afhankelijkheid van verdachte, niet in staat te weigeren zich naar het cruisegebied te begeven of zich te onttrekken aan de seksuele handelingen door verdachte. Daaruit volgt dat het opzettelijk in zijn aanwezigheid masturberen automatisch ook de dwang inhoudt om dat masturberen te dulden. Aldus is bewezen dat [zoon van verdachte] is gedwongen de handelingen van verdachte te dulden op de wijze zoals is ten laste gelegd.