Rechtbank Amsterdam, 09-07-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:4516, 7419769
Rechtbank Amsterdam, 09-07-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:4516, 7419769
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Amsterdam
- Datum uitspraak
- 9 juli 2019
- Datum publicatie
- 8 augustus 2019
- ECLI
- ECLI:NL:RBAMS:2019:4516
- Zaaknummer
- 7419769
Inhoudsindicatie
ROC mag extra kosten werkweek Berlijn niet in rekening brengen bij leerling die niet mee wil/kan en vervangende opdracht heeft moeten uitvoeren.
Uitspraak
vonnis
Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 7419769 CV EXPL 18-28306
vonnis van: 9 juli 2019
fno.: 394
I n z a k e
[eiseres] h.o.d.n. [eiseres]
gevestigd te [vestigingsplaats]
eiseres
nader te noemen: [eiseres]
gemachtigde: Van Arkel (Leiden)
t e g e n
wonende te [woonplaats]
gedaagde
nader te noemen: [verweerder]
procederend in persoon
- -
-
dagvaarding van 5 december 2018 met productie;
- -
-
mondeling antwoord en schriftelijk aanvullende antwoorden met producties;
- -
-
instructievonnis;
- -
-
repliek met producties;
- -
-
mondelinge dupliek;
- -
-
dagbepaling vonnis.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
Tussen [verweerder] en [eiseres] is op 20 april 2014 een onderwijsovereenkomst gesloten voor de opleiding juridisch medewerker zakelijke dienstverlening.
Op deze opleiding zijn algemene bepalingen van de onderwijsovereenkomst ROC van Amsterdam van toepassing. In deze bepalingen is opgenomen onder C. Kosten:2. De student verklaart te hebben kennis genomen van de lijst met onderwijsbenodigdheden (verplicht voor het volgen van onderwijs) en (eventuele) vrijwillige bijdragen. 3. Informatie over de aan de opleiding verbonden kosten staan in ‘Inschrijfvoorwaarden en betalingsverplichting’ op de website.
In 2016 heeft in het kader van deze opleiding een reis (werkweek) naar Berlijn plaatsgevonden. [eiseres] heeft op 19 februari 2016 een factuur aan [verweerder] gezonden voor een bedrag van in totaal € 330,00 aan excursie, bijdrage SPL en lesmethode (€ 130,00) alsmede werkweek Berlijn (€ 200,00). [verweerder] heeft deze factuur onbetaald gelaten.
[verweerder] heeft niet deelgenomen aan deze reis in verband met ziekte. Zij heeft een vervangende opdracht gemaakt.
Bij het voor de opleiding te bestellen boekenpakket bij [eiseres] waren de kosten voor de reis naar Berlijn eveneens opgenomen. [verweerder] heeft haar boeken niet via de school maar tweedehands gekocht.
Bij brief van 1 juni 2016 heeft [eiseres] [verweerder] gesommeerd tot betaling van de openstaande factuur binnen 15 dagen na ontvangst van die brief. hierbij is bij het niet voldoen van de factuur een bedrag van € 59,90 aan incassokosten aangekondigd.
De incassogemachtigde van [eiseres] heeft per e-mails van 26 juni en 14 juli en 1 augustus 2018 en brieven van 18 juli en 6 augustus 2018 [verweerder] gesommeerd tot betaling van de openstaande factuur, rente en incassokosten.
Vordering
2. [eiseres] vordert dat [verweerder] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:a. € 330,00 aan hoofdsom; b. € 59,90 aan buitengerechtelijke incassokosten; c. € 18,17 aan rente, berekend tot 20 november 2018; d. rente over € 330,00 vanaf 21 november 2018;e. de proceskosten.
[eiseres] stelt hiertoe, samengevat en zakelijk weergegeven, dat [verweerder] naast het wettelijk vastgestelde les- en/of cursusgeld ook specifieke opleidingskosten verschuldigd is zoals blijkt uit de onder 1.2 genoemde bepalingen. Deze bestonden uit de gefactureerde onderdelen excursie, bijdrage SPL en lesmethode en de werkweek Berlijn. Deze studiereis was verplicht gesteld en stond daarom ook op de boekenlijst. Opgeven voor de studiereis was niet nodig. Ook studenten die mét toestemming niet meegingen, dienden wel te betalen, omdat de opleiding de kosten (vervoer, overnachting en excursies) wel maakt voor de organisatie van de reis en er geen keuze was in het al dan niet meegaan. Aan de start van de opleiding is meegedeeld dat het hier om een verplichte activiteit ging. Dat [verweerder] zich alle dagen van de studiereis heeft ziekgemeld ontslaat haar niet van de verplichting om de kosten van de studiereis te betalen nu deze verplicht was.