Rechtbank Amsterdam, 15-10-2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:5934, 13/845192-16
Rechtbank Amsterdam, 15-10-2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:5934, 13/845192-16
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Amsterdam
- Datum uitspraak
- 15 oktober 2021
- Datum publicatie
- 27 oktober 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBAMS:2021:5934
- Zaaknummer
- 13/845192-16
Inhoudsindicatie
Geldboete van € 45.000,- voor een boekhoudkantoor voor het medeplegen van belastingfraude, valsheid in geschrift en witwassen en deelname aan een criminele organisatie.
Uitspraak
VONNIS
Parketnummer: 13/845192-16 (Promis)
Datum uitspraak: 15 oktober 2021
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte (boekhoudkantoor 1)]
gevestigd op het adres [adres verdachte] .
1 Onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 22, 24, 28 en 30 juni 2021 (inhoudelijke behandeling) en 15 oktober 2021 (sluiting).
Verdachte is op zitting vertegenwoordigd door [medeverdachte 2] die via een andere B.V. bestuurder van [verdachte (boekhoudkantoor 1)] is.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie mrs. A.M. de Leeuw en M. van Ling (hierna gezamenlijk: de officier van justitie), en van wat [medeverdachte 2] en de raadsman van verdachte, mr. S. Kriekaard, naar voren hebben gebracht.
2 Inleiding
Achtergrond van het onderzoek 1
Bij de Belastingdienst rezen in 2014 vermoedens dat vennootschappen gebruikt werden om te frauderen met belastingen. Bij verschillende bedrijven is (strafrechtelijk) onderzoek gedaan, onder andere bij [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1] ) en Reclame- en adviesbureau [bedrijf 2] (hierna: [bedrijf 2] ). De onderzochte bedrijven hadden gemeen dat [verdachte (boekhoudkantoor 1)] (hierna: [verdachte (boekhoudkantoor 1)] ) hun boekhoudkantoor was of dat zij op een andere manier gerelateerd waren aan [verdachte (boekhoudkantoor 1)] . De Belastingdienst heeft bij de bedrijven facturen van of aan andere onderzochte bedrijven aangetroffen. De Belastingdienst heeft de gegevens van de bankrekeningen opgevraagd en de geldstromen in kaart gebracht. De conclusie van de Belastingdienst was dat in de bedrijven geen bedrijfsactiviteiten (meer) plaatsvonden en dat de bedrijven vermoedelijk gebruikt werden voor het verstrekken van valse facturen om te frauderen met verschillende belastingen en om geld bij andere bedrijven weg te sluizen.
[verdachte (boekhoudkantoor 1)] heette eerst [boekhoudkantoor 2] en [boekhoudkantoor 3] (hierna beide: [boekhoudkantoor 2 en 3] ) en was in die hoedanigheid al eerder onderwerp van het strafrechtelijk onderzoek Lethe. De vervolging naar aanleiding van dit onderzoek heeft geleid tot veroordelingen van medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en anderen. [medeverdachte 1] werd veroordeeld voor het doen van onjuiste belastingaangiften voor klanten van [boekhoudkantoor 2 en 3] (in de periode 2007 t/m 2010) met behulp van valse aangiften en valse facturen en met gebruikmaking van katvangers, en voor witwassen (in 2009).2 [medeverdachte 3] werd als feitelijk leidinggevende van een van de klanten van [boekhoudkantoor 2 en 3] veroordeeld voor het doen van onjuiste belastingaangiften. Ook werd hij veroordeeld voor witwassen.3
Op 16 februari 2016 is het onderhavige strafrechtelijk onderzoek gestart dat de naam Styx kreeg. De onderzoeken van de Belastingdienst bij verschillende bedrijven, waaronder [bedrijf 1] en [bedrijf 2] , zijn in dit onderzoek gevoegd. Door een melding van een curator van mogelijke faillissementsfraude kwam [bedrijf 3] (hierna: [bedrijf 3] ) bij de Belastingdienst in beeld. Er werd een strafrechtelijk onderzoek gestart, waarbij de FIOD stuitte op mogelijk valse facturen van twee bedrijven. [verdachte (boekhoudkantoor 1)] was zowel de boekhouder van deze twee bedrijven als van [bedrijf 3] . Ook dit onderzoek is gevoegd in het onderzoek Styx.
Op 17 oktober 2016 heeft een doorzoeking plaatsgevonden bij [bestuur boekhoudkantoor verdachte] (hierna: [bestuur boekhoudkantoor verdachte] ), de bestuurder van [verdachte (boekhoudkantoor 1)] . Daarbij zijn diverse stukken en digitale gegevens van [verdachte (boekhoudkantoor 1)] in beslag genomen en onderzocht, waaronder een USB-stick met facturen van en/of aan bedrijven die aan [verdachte (boekhoudkantoor 1)] kunnen worden gelinkt. Volgens de FIOD werd door [verdachte (boekhoudkantoor 1)] en haar medewerkers met behulp van deze, volgens de FIOD valse, facturen fraude gepleegd, waarbij gebruik werd gemaakt van 19 bedrijven en 24 katvangers. Deze fraude heeft volgens de FIOD geresulteerd in (onderlinge) geldstromen en daarop volgende contante opnames van tenminste 2,6 miljoen euro en in belastingnadeel.
Uiteindelijk zijn in het onderzoek Styx zes verdachten gedagvaard. Naast verdachte zijn dat
- -
-
[medeverdachte 1] ,
- -
-
[medeverdachte 2] ,
- -
-
[medeverdachte 5] ,
- -
-
[medeverdachte 3] en
- -
-
[medeverdachte 4] .
De zaken tegen deze zes verdachten zijn tegelijk op de zitting behandeld. De rechtbank doet vandaag uitspraak in alle zaken. Met uitzondering van [medeverdachte 4] worden alle verdachten beschuldigd van het plegen van misdrijven in georganiseerd verband. Waar de rechtbank hierna over (mede)verdachten spreekt, worden alle verdachten behalve [medeverdachte 4] bedoeld.
Leeswijzer
De rechtbank bespreekt hierna de volgende onderwerpen met verwijzing naar de betreffende paragraaf:
- -
-
Beschuldiging (3)
- -
-
Waardering van het bewijs (4)
o Organisatie en werkwijze van [verdachte (boekhoudkantoor 1)] (4.1)
o Valsheid in geschrift (4.2)
o Onjuist of niet doen van belastingaangiften (4.3)
o (Gewoonte)witwassen (4.4)
o Criminele organisatie (4.5)
- -
-
Bewezenverklaring (5)
- -
-
Strafoplegging (6)
- -
-
Toepasselijke wettelijke voorschriften (7)
- -
-
Beslissingen (8)
Voor de leesbaarheid van het vonnis en om verwarring te voorkomen, worden de verdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aangeduid met hun voornaam. De overige verdachten worden aangeduid met hun achternaam.
3 Beschuldiging
Verdachte wordt kort gezegd beschuldigd van
1. samen met anderen onjuist of niet doen van aangiften omzet- en/of vennootschapsbelasting voor [bedrijf 3] , [bedrijf 1] en [bedrijf 2] van 1 februari 2010 tot en met 31 januari 2014;
2. samen met anderen vals (laten) opmaken van facturen aan [bedrijf 3] , facturen van [bedrijf 1] , [bedrijf 13] en [bedrijf 2] en een transferovereenkomst tussen [bedrijf 2] en [bedrijf 4] en het voorhanden hebben van die valse stukken, van 1 januari 2010 tot en met 17 oktober 2016;
3. samen met anderen witwassen van € 206.290,- inzake [bedrijf 1] , van 1 januari 2012 tot en met 17 oktober 2016;
4. deelname aan een criminele organisatie van 1 januari 2010 tot en met 17 oktober 2016, waarbij de organisatie tot oogmerk had de misdrijven van de feiten 1, 2 en 3 te plegen.
De tenlastelegging staat in bijlage 1.