Home

Rechtbank Amsterdam, 15-10-2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:6133, AWB - 21 _ 1077

Rechtbank Amsterdam, 15-10-2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:6133, AWB - 21 _ 1077

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
15 oktober 2021
Datum publicatie
17 november 2021
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2021:6133
Zaaknummer
AWB - 21 _ 1077

Inhoudsindicatie

Parkeerbelasting. De heffingsambtenaar heeft niet aan zijn informatieplicht voldaan, omdat redelijkerwijs het misverstand heeft kunnen ontstaan dat op zondag geen parkeergeld betaald hoeft te worden. De rechtbank vernietigt de aanslag.

Uitspraak

Bestuursrecht

zaaknummer: AMS 21/1077

en

( [heffingsambtenaar] ).

Procesverloop

Op 13 januari 2021 heeft de heffingsambtenaar aan [eiser] een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd.

Met een uitspraak op bezwaar van 5 februari 2021 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van [eiser] ongegrond verklaard.

[eiser] is hiertegen in beroep gegaan.

De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

De zaak is behandeld op de zitting van 6 oktober 2021. [eiser] is verschenen. De heffingsambtenaar heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Een parkeercontroleur heeft op zondag 10 januari 2021 geconstateerd dat de auto van [eiser] op de [straat] geparkeerd stond, terwijl geen parkeergeld was betaald. De heffingsambtenaar heeft daarom een aanslag opgelegd.

2. [eiser] vindt dat de aanslag ten onrechte is opgelegd. Op 10 januari 2021 ging hij naar een dierenwinkel op de [straat] , om een kraag voor zijn kat te kopen. Voordat hij naar de dierenwinkel liep, keek hij op de parkeerautomaat of hij parkeergeld moest betalen. Er stond op het startscherm alleen informatie over parkeren van maandag tot zaterdag, dus daar leidde hij uit af dat op zondag geen parkeergeld betaald hoefde te worden. Hij heeft een foto van dit scherm overgelegd.

3. De heffingsambtenaar stelt dat de informatie op het scherm waar [eiser] naar verwijst alleen over de parkeerduurbeperking gaat. [eiser] had hier alleen uit kunnen opmaken dat er geen parkeerduurbeperking op zondag gold, maar niet dat hij geen parkeergeld hoefde te betalen. [eiser] heeft dus de verkeerde conclusie getrokken en dat moet voor zijn risico komen. Als hij op ‘verder’ had gedrukt, had hij kunnen lezen dat hij op zondag wel parkeergeld moest betalen.

4. De rechtbank oordeelt als volgt. Volgens vaste rechtspraak moet voor een parkeerder voldoende duidelijk zijn dat op de locatie sprake is van betaald parkeren. Er mag redelijkerwijs geen misverstand kunnen bestaan over het betaaldparkerenregime.1

5. De rechtbank oordeelt dat de tekst op de parkeerautomaat niet aan deze eis voldoet. Op de zitting is besproken dat het scherm dat is te zien op de foto die eiser heeft overgelegd, logischerwijs het startscherm moet zijn. Op dit scherm staat bovenaan groot ‘parkeerduurbeperking’ en een uitleg wat een parkeerduurbeperking is, namelijk dat maximaal 60 minuten aangesloten geparkeerd mag worden. Vervolgens staat er dat de parkeerduurbeperking geldig is van maandag tot en met zaterdag van 09:00 tot 18:00 uur en dat parkeren dan zes euro per uur kost. Ook staat er dat parkeren van maandag tot en met zaterdag van 18:00-24:00 uur zes euro per uur kost, maar zonder parkeerduurbeperking. Over zondag staat niets vermeld. Daaraan doet niet af dat op een vervolgscherm andere informatie staat, want de parkeerder heeft op zondag geen aanleiding om op “verder” te klikken.

6. Hierdoor kan redelijkerwijs het misverstand ontstaan dat op zondag geen parkeergeld betaald hoeft te worden. Immers geldt van maandag tot en met zaterdag van 18:00 tot 24:00 uur ook geen parkeerduurbeperking, maar wordt toch het parkeertarief vermeld. Omdat de tekst anders geïnterpreteerd kan worden dan de heffingsambtenaar heeft bedoeld, heeft de heffingsambtenaar niet aan zijn informatieplicht voldaan.

7. Gelet op het voorgaande is het beroep gegrond. De uitspraak op bezwaar en de naheffingsaanslag zullen worden vernietigd.

8. Omdat [eiser] gelijk krijgt, moet de heffingsambtenaar het door [eiser] betaalde griffierecht vergoeden.

De rechtbank:

-

verklaart het beroep gegrond;

-

vernietigt de uitspraak op bezwaar;

-

vernietigt de naheffingsaanslag parkeerbelasting;

-

draagt de heffingsambtenaar op het betaalde griffierecht van € 49 aan [eiser] te vergoeden.

Deze uitspraak is gedaan door mr. F.L. Bolkestein, rechter, in aanwezigheid van

mr. M.L. Pijpers, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 oktober 2021.

griffier

rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kunt u binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.