Home

Rechtbank Amsterdam, 29-10-2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:6326, AWB - 20 _ 4374

Rechtbank Amsterdam, 29-10-2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:6326, AWB - 20 _ 4374

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
29 oktober 2021
Datum publicatie
24 november 2021
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2021:6326
Zaaknummer
AWB - 20 _ 4374

Inhoudsindicatie

Op zitting is overeenstemming bereikt over de WOZ-waarde.

Uitspraak

Bestuursrecht

zaaknummer: AMS 20/4374

en

( [gemachtigde verweerder] ).

Partijen worden hierna [eiser] en de heffingsambtenaar genoemd.

Procesverloop

De heffingsambtenaar heeft in de gecombineerde aanslag (hierna: de aanslag) van

28 februari 2019 de WOZ-waarde van de onroerende zaak [adres] te Amsterdam (hierna: de woning) voor het kalenderjaar 2019 vastgesteld op € 616.000,-. In hetzelfde document heeft de heffingsambtenaar ook de aanslag onroerende zaakbelasting 2019 bekendgemaakt.

[eiser] heeft hiertegen bezwaar gemaakt. In de uitspraak op bezwaar van

1 juli 2020 (de bestreden uitspraak) is de WOZ-waarde verlaagd naar € 581.000,- en is de aanslag onroerende zaakbelasting in verband met de verlaging verminderd.

[eiser] heeft tegen de bestreden uitspraak beroep ingesteld.

De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

De zaak is behandeld op de zitting van 16 september 2021. [eiser] is verschenen. De heffingsambtenaar is verschenen in de persoon van [namen] , taxateur.

Overwegingen

1. De heffingsambtenaar en [eiser] hebben op de zitting overeenstemming bereikt over de WOZ‑waarde van de woning voor het kalenderjaar 2019 met waardepeildatum 1 januari 2018. Deze zal worden vastgesteld op € 316.000,-. Deze waarde is vastgesteld, omdat [eiser] door de heffingsambtenaar in het gelijk wordt gesteld met betrekking tot zijn standpunt over het gelijkheidsbeginsel. De identieke buurpanden aan de [adressen] hebben voor het kalenderjaar 2019 namelijk een WOZ-waarde van € 412.000,-. De heffingsambtenaar heeft deze waarde daarom ook overgenomen voor de woning van [eiser] . Verder heeft de heffingsambtenaar ook rekening gehouden met de slechte staat van de fundering van de woning waardoor er nog een bedrag van € 96.000,- hierop in mindering is gebracht.

2. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het beroep gegrond verklaren.

3. Omdat de rechtbank het beroep gegrond zal verklaren, dient de heffingsambtenaar aan [eiser] het door hem betaalde griffierecht te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:

-

verklaart het beroep gegrond;

-

vernietigt de bestreden uitspraak op bezwaar;

-

stelt de WOZ-waarde van de woning voor het belastingjaar 2019 vast op

€ 316.000,-;

-

bepaalt dat de aanslag onroerende zaakbelasting overeenkomstig deze waarde wordt verminderd;

-

bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde bestreden uitspraak op bezwaar;

-

draagt de heffingsambtenaar op het betaalde griffierecht van € 48,- aan [eiser] te vergoeden;

Deze uitspraak is gedaan door mr. A.M. van der Linden-Kaajan, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Vijn, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 28 oktober 2021.

griffier

rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?