Home

Rechtbank Breda, 26-07-2012, BY0815, 247301 FA RK 12-1424

Rechtbank Breda, 26-07-2012, BY0815, 247301 FA RK 12-1424

Gegevens

Instantie
Rechtbank Breda
Datum uitspraak
26 juli 2012
Datum publicatie
25 oktober 2012
ECLI
ECLI:NL:RBBRE:2012:BY0815
Zaaknummer
247301 FA RK 12-1424

Inhoudsindicatie

Voornaamswijziging na geslachtsnaamwijziging. Verhouding artikel 1:24 BW en artikel 1:4 lid 2 BW

Uitspraak

RECHTBANK BREDA

Team familierecht

Enkelvoudige Kamer

Zaaknummer: 247301 FA RK 12-1424

beschikking betreffende registers van de burgerlijke stand

op het verzoek van

het openbaar ministerie,

arrondissementsparket te Breda.

1. Het verloop van het geding

Dit blijkt uit de volgende stukken:

- het op 23 maart 2012 ontvangen verzoek van het openbaar ministerie met bijlagen;

- de akte nr. (getal) van het jaar (jaartal) van het register van geboorten van de burgerlijke stand van de gemeente Tilburg;

- de op 2 april 2012 en 3 juli 2012 ontvangen instemmingsverklaringen van de hierna onder 1. en 2. te noemen belanghebbenden;

- de op 3 april 2012 ontvangen brief van de hierna onder 3. te noemen belanghebbende;

- het op 10 april 2012 ontvangen gewijzigd verzoek van het openbaar ministerie met bijlage;

- de op 18 april 2012 verzonden brief van de griffier van de rechtbank aan de hierna onder 1. en 2. te noemen belanghebbenden;

- de op 23 april 2012 ontvangen instemmingsverklaring van de hierna onder 3. te noemen belanghebbende.

Als belanghebbenden in deze zaak zijn aangemerkt:

1. mevrouw (voornaam) (achternaam), moeder van de minderjarige;

2. de heer (voornaam) (achternaam), vader van de minderjarige;

3. de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Tilburg.

2. Het verzoek

Het verzoek strekt ertoe dat de rechtbank verbetering van voormelde akte zal gelasten.

3. De beoordeling

3.1 In voormelde akte staat vermeld dat op (geboortedatum) te (geboorteplaats) is geboren (voornamen en geslachtsnaam vader), dochter van (voornaam en achternaam moeder) en (voornaam en achternaam vader).

3.2 Op grond van artikel 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe, aangezien het verzoekschrift is ingediend door voormeld openbaar ministerie. De rechtbank Breda is bevoegd nu het verzoek ziet op verbetering van een akte welke is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand binnen haar rechtsgebied.

3.3 Het openbaar ministerie verzoekt thans, onder verwijzing naar de brieven van de ambtenaar van de burgerlijke stand aan het openbaar ministerie d.d. 20 maart 2012 en 3 april 2012, de geboorteakte van de minderjarige aldus te verbeteren dat de geslachtsnaam van de minderjarige komt te luiden “(achternaam moeder)” en dat de voornamen van de minderjarige komen te luiden “(voornaam)”.

Aan het verzoek is het volgende ten grondslag gelegd. De minderjarige is gedurende het huwelijk van haar ouders geboren en haar is bij het opmaken van de geboorteakte de geslachtsnaam van vader, (achternaam vader), toegekend. Uit het huwelijk van de ouders is echter eerder een kind geboren, te weten (voornaam) (achternaam moeder), op (geboortedatum) te (geboorteplaats). (Voornaam kind) draagt de geslachtsnaam van de moeder, omdat beide ouders ten tijde van de geboorte van (voornaam kind) de Chinese nationaliteit hadden en Chinees namenrecht is toegepast. Naar Chinees namenrecht kan het kind de geslachtsnaam van de vader of van de moeder verkrijgen. De ouders hebben indertijd gekozen voor de geslachtsnaam van moeder, (achternaam moeder), aldus het openbaar ministerie.

Sinds (datum) is de moeder in het bezit van de Nederlandse nationaliteit. Dientengevolge heeft de minderjarige (voornamen minderjarige) eveneens de Nederlandse nationaliteit verkregen. Bij vaststelling van de geslachtsnaam van (voornamen minderjarige) is uitgegaan van Nederlands namenrecht en is aan het kind de geslachtsnaam van vader toegekend, (achternaam vader). Hierbij is echter volgens het openbaar ministerie voorbijgegaan aan het feit dat er eerder een kind uit dit huwelijk is geboren dat de geslachtsnaam van de moeder, (achternaam moeder), verkreeg. Binnen het gezin is dus geen sprake van eenheid van namen. Om deze eenheid van namen alsnog te verkrijgen (conform artikel 1:5 lid 8 BW) dient in het standpunt van het openbaar ministerie de geslachtsnaam van (voornamen minderjarige) te worden gewijzigd in (achternaam moeder). Omdat deze wijziging tot gevolg zal hebben dat de eerste voornaam van de minderjarige hetzelfde luidt als de geslachtsnaam, te weten (achternaam moeder), en het wettelijk uitgangspunt is dat een voornaam zich dient te onderscheiden van een geslachtsnaam, verzoekt het openbaar ministerie, met instemming van de ouders, om de huidige voornamen van de minderjarige samen te voegen tot (voornaam).

3.4 Blijkens voormelde instemmingsverklaringen hebben de onder 1, 2 en 3 genoemde belanghebbenden geen bezwaar tegen toewijzing van het gewijzigd verzoek van het openbaar ministerie.

3.5 De minderjarige bezit blijkens de overgelegde stukken de Nederlandse nationaliteit. Ingevolge artikel 10:20 BW wordt de geslachtsnaam van een persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit, ongeacht de vraag of hij nog een andere nationaliteit heeft, bepaald door het Nederlandse recht. Dit geldt ook indien vreemd recht van toepassing is op de familierechtelijke betrekkingen waarvan het ontstaan of het tenietgaan gevolg kan hebben voor de geslachts¬naam. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank Nederlands recht toepassen op het onderhavige verzoek.

3.6 De ouders van de minderjarige zijn op (datum) te (plaatsnaam in Nederland) met elkaar gehuwd. Artikel 1:5 BW lid 4 bepaalt dat, indien een kind door geboorte in familierechtelijke betrekking tot beide ouders komt te staan, de ouders gezamenlijk voor of ter gelegenheid van de aangifte van de geboorte verklaren welke van hun beider geslachtsnamen het kind zal hebben. Indien voormelde naamskeuze niet heeft plaatsgevonden, verkrijgt het kind ingevolge artikel 1:5 lid 5 BW de geslachtsnaam van de vader. Ingevolge artikel 1:5 lid 8 BW kan een naamskeuze door de ouders slechts ten aanzien van de geslachtsnaam van hun eerste kind worden afgelegd en hebben volgende kinderen over wie de dezelfde ouders van rechtswege het gezag gezamenlijk zullen uitoefenen dezelfde geslachtsnaam als het eerste kind.

Het voorgaande brengt mee dat, nu het eerste kind van de ouders de geslachtsnaam van de moeder draagt, de minderjarige bij de geboorte eveneens de geslachtsnaam van de moeder diende te verkrijgen. Middels voormelde instemmingsverklaringen hebben de ouders van de minderjarige aangegeven geen bezwaar te hebben tegen verbetering van de geslachtsnaam van de minderjarige in die van moeder, te weten (achternaam moeder). Gelet op het voorgaande wordt het verzoek van het openbaar ministerie tot verbetering van de geboorteakte, in die zin dat de geslachtsnaam van de minderjarige komt te luiden “(achternaam moeder)”, toegewezen.

3.7 Ingevolge artikel 1:4 lid 2 BW weigert een ambtenaar van de burgerlijke stand in de geboorteakte voornamen op te nemen die ongepast zijn, of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn. Wijziging van de geslachtsnaam in voormelde akte met nummer (getal) in “(achternaam moeder)” heeft tot gevolg dat de namen van de minderjarige komen te luiden: (voornamen) (achternaam moeder). Gelet op de in artikel 1:4 lid 2 BW geformuleerde maatstaven is het onwenselijk dat de eerste voornaam van de minderjarige hetzelfde zal komen te luiden als de geslachtsnaam van de minderjarige. Het openbaar ministerie verzoekt daarom ook wijziging van de voornamen van de minderjarige in “(voornaam)”.

3.8 Ingevolge het bepaalde in artikel 1:4 lid 2 BW kan de rechter wijziging van de voornamen gelasten op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijk vertegenwoordiger. Dit sluit naar het oordeel van de rechtbank in beginsel niet uit dat wijziging van voornamen ook kan worden verzocht door het openbaar ministerie in een geval als het onderhavige waar toewijzing van een verzoek van het openbaar ministerie tot wijziging van de geslachtsnaam tot gevolg heeft dat een voornaam in strijd komt met de wettelijke maatstaven voor voornamen. Nu blijkens de bij het gewijzigd verzoek overgelegde brief van de ouders van de minderjarige ook de ouders verzoeken om wijziging van de voornamen van de minderjarige wegens de wettelijke maatstaven van artikel 1:4 lid 2 BW, zal de rechtbank het verzoek van het openbaar ministerie in zake wijziging van de voornamen van de minderjarige toewijzen.

4. De beslissing

De rechtbank

gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Tilburg om de akte nr. (getal) van het jaar (jaartal) van het onder hem berustende register van geboorten te verbeteren, en wel in die zin, dat

- de geslachtsnaam van het kind komt te luiden “(achternaam moeder)”;

- de voornamen van de minderjarige komen te luiden “(voornaam minderjarige)”.

Deze beschikking is gegeven door mr. Van der Poel, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van

in tegenwoordigheid van mr. Laenen, griffier.

Mededeling van de griffier:

Tegen deze beschikking kan voor zover het een eindbeschikking betreft hoger beroep worden ingesteld:

a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;

b. door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.

Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te

's-Hertogenbosch.

verzonden op: