Rechtbank Den Haag, 12-11-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:15468, AWB - 15 _ 2821
Rechtbank Den Haag, 12-11-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:15468, AWB - 15 _ 2821
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 12 november 2015
- Datum publicatie
- 6 januari 2016
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2015:15468
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2016:2868, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB - 15 _ 2821
Inhoudsindicatie
Naheffingsaanslagen loonheffingen. De rechtbank oordeelt dat terecht is nageheven in verband met privé-gebruik auto omdat eiser auto’s ter beschikking heeft gesteld aan zijn werknemers en niet heeft aangetoond dat deze voor niet meer dan 500 kilometer per jaar voor privédoeleinden zijn gebruikt. Verder concludeert de rechtbank dat eiser bovenmatige onbelaste reiskostenvergoedingen aan zijn werknemers heeft verstrekt. Een wijziging van de rechtsvorm staat aan extrapolatie niet in de weg en ook is extrapolatie toelaatbaar nu gesteld noch gebleken is dat het reispatroon van de medewerkers gedurende de aan de orde zijnde jaren wezenlijk is veranderd. De rechtbank acht vergrijpboetes van 10% wegens grove schuld passend en geboden.
Uitspraak
Team belastingrecht
zaaknummers: SGR 15/2821, SGR 15/2822 en SGR 15/2823
(gemachtigde: mr.drs. A.J. Fontijn),
en
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiser de volgende aanslagen opgelegd:
- -
-
Een naheffingsaanslag loonheffingen over het jaar 2007 van € 42.026. Tevens is een vergrijpboete van € 18.750 opgelegd en is € 6.758 heffingsrente in rekening gebracht.
- -
-
Een naheffingsaanslag loonheffingen over het jaar 2008 van € 32.237. Tevens is een vergrijpboete opgelegd van € 18.750 en is € 3.519 heffingsrente in rekening gebracht.
- -
-
Een naheffingsaanslag loonheffingen over het jaar 2010 van € 18.227. Tevens is een vergrijpboete opgelegd van € 18.750 en is € 912 heffingsrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar:
- -
-
de naheffingsaanslag over het jaar 2007 verminderd naar een bedrag van € 14.479 en de boete en heffingsrente naar respectievelijk € 5.000 en € 2.328;
- -
-
de naheffingsaanslag over het jaar 2008 verminderd naar een bedrag van € 30.784 en de boete en heffingsrente naar respectievelijk € 10.000 en € 3.360;
- -
-
de naheffingsaanslag over het jaar 2010 verminderd naar een bedrag van € 17.542 en de boete en heffingsrente naar respectievelijk € 5.000 en € 877.
Eiser heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 augustus 2015.
Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [persoon A], [persoon B] en [persoon C].
Overwegingen
Feiten
1. Eiser exploiteerde in 2007, 2008 en 2010 een agrarisch loonbedrijf in de vorm van een eenmanszaak. Op 1 oktober 2009 is de onderneming met terugwerkende kracht per 1 januari 2009 omgezet in een vennootschap onder firma, die per 31 december 2009 weer is ontbonden.
2. In maart 2011 is een boekenonderzoek bij eiser gestart naar de aanvaardbaarheid van de aangiften loonheffingen over het tijdvak van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010. Gedurende het onderzoek is het controletijdvak uitgebreid naar de jaren 2006 tot en met 2008. De bevindingen en conclusies van de controlerend ambtenaar zijn neergelegd in een rapport van 9 oktober 2012.
3. Eiser heeft in de onderhavige jaren aan diverse werknemers auto’s ter beschikking gesteld voor de uitoefening van hun werkzaamheden (de auto’s).
4. Naar aanleiding van het boekenonderzoek heeft verweerder geconcludeerd dat eiser in de onderhavige jaren ten onrechte de inhouding van loonheffing achterwege heeft gelaten ter zake van privégebruik auto’s.
5. Verder heeft verweerder geconcludeerd dat eiser over de jaren 2007 en 2008 bovenmatige onbelaste reiskostenvergoedingen aan zijn werknemers heeft verstrekt. Hierover is in het rapport onder meer het volgende opgenomen:
“In de administratie van de inhoudingsplichtige is het volgende aangetroffen:
- -
-
Een aantal werknemers ontvangen een reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer;
- -
-
Deze vergoedingen worden per kas betaald;
- -
-
In de kasadministratie zijn, per werknemer, “kwitanties” opgenomen met daarop vermeld het aantal gereden kilometers per jaar, de werkplek van de werknemer, het aantal gewerkte dagen en het betaalde bedrag;
(...)
- -
-
Het aantal gereden kilometers is in bijna alle gevallen “afgerond” op duizendtallen. In een beperkt aantal gevallen op honderdtallen;
- -
-
Op één werknemer na overstijgen de gewerkte dagen het maximum aantal werkdagen volgens de
loonadministratie;
(...)
In de administratie is niet vastgelegd op welke dagen waar naartoe is gereden, of er op andere dan doordeweekse dagen gewerkt is, of er sprake is van omrijdkilometers en of er eventueel andere werknemers zijn opgehaald;
(...)
Er zijn benzinebonnen vergoed aan werknemers, waaronder ook werknemers die een
reiskostenvergoeding ontvangen.
Op grond van de aangetroffen vergoedingen is nader onderzoek gedaan naar eventuele bovenmatigheid van deze vergoedingen. Hiervoor zijn een aantal berekeningen gemaakt. Bij deze berekeningen is gebruik gemaakt van de werkplaatsen van de werknemers volgens de fakturering en van de door de inhoudingsplichtige verstrekte urenstaten van de werknemers.
(...)
De berekeningen hebben, voor het jaar 2009, geleid tot de volgende bovenmatige reiskostenvergoeding.
Ontvangen reiskostenvergoeding: € 87.039
Maximaal te ontvangen: € 23.766
Bovenmatig: € 63.273
(...)
Bevindingenjaren 2007, 2008 en 2010:
Wegens het ontbreken van een deugdelijke onderbouwing van de reiskosten woon- werkverkeer voor deze jaren, dienen ook over bovengenoemde jaren correcties plaats te vinden. Hierbij wordt uitgegaan van de aangetroffen situatie in het jaar 2009.
(...)
Op 27 april 2012 is met de inhoudingsplichtige en de adviseur een eindgesprek gehouden. Bij dit eindgesprek is door beiden het volgende verklaard:
- -
-
Voor de jaren 2007 tot en met 2009 is sprake van een onjuiste, te hoge, toekenning van de reiskostenvergoeding voor woon- werkverkeer.
- -
-
(...)
- -
-
Het jaar 2010 zou wel gebaseerd zijn op een juiste berekening;
- -
-
(...)
Op basis van deze verklaring is met de adviseur en de inhoudingsplichtige het volgende overeengekomen:
- Bij de berekening van de correcties zal het jaar 2010 als refertejaar gelden. Hierbij dient vermeld te worden dat het jaar 2010 voor wat betreft de vergoeding niet inhoudelijk is gecontroleerd. Hier kunnen verder dan ook geen rechten aan worden ontleend;
(...)
Op grond van hetgeen overeen gekomen is, is de navolgende nieuwe correctieberekening gemaakt.
Reiskostenvergoeding
|
Jaar |
2010 |
|
Omzet |
1 604 700 |
|
Reiskostenvergoeding |
36.986 |
|
Toegestaan |
36 986 |
|
Gecorrigeerd |
0 |
|
Maximaal toegestaan in percentage van de omzet |
2,30% |
|
Jaar |
2007 |
2008 |
2009 |
|
Omzet |
798.100 |
1.100 908 |
1 244 700 |
|
Reiskostenvergoeding |
39.769 |
64.008 |
87 039 |
|
Toegestaan in percentage van de omzet |
2,30% |
2,30% |
2,30% |
|
Toegestaan in geld |
18 395 |
25 374 |
28.689 |
|
Bovenmatigheid in geld |
21 374 |
38.634 |
58.350 |
”
6. Naar aanleiding van het boekenonderzoek heeft verweerder de naheffingsaanslagen en vergrijpboetes opgelegd.
7. Bij uitspraken op bezwaar heeft verweerder de naheffingsaanslagen verminderd en deze gebaseerd op de volgende correcties:

Voorts heeft hij de vergrijpboetes als volgt verminderd: