Home

Rechtbank Den Haag, 12-12-2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:15743, 16_6650 WOZ

Rechtbank Den Haag, 12-12-2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:15743, 16_6650 WOZ

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
12 december 2016
Datum publicatie
31 januari 2017
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2016:15743
Formele relaties
Zaaknummer
16_6650 WOZ

Inhoudsindicatie

Verweerder maakt aannemelijk dat de WOZ-waarde van de woning van eiser voor het kalenderjaar 2016 € 725.000 bedraagt. Met taxatieverslag en matrix is afdoende onderbouwd dat de toegekende waarde in goede verhouding staat tot gerealiseerde verkoopprijzen van referentieobjecten. Het feit dat een aantal van de gebruikte referentieobjecten vrijstaande woningen zijn, terwijl de woning van eiser een twee-onder-één-kap woning is, doet daar niet dan af. De waarderingsmethode van systematische vergelijking vereist niet dat referentieobjecten van hetzelfde type zijn als de woning, zolang ze zo vergelijkbaar mogelijk zijn. Voorts strekt de op verweerder rustende bewijslast niet zover dat hij tot in detail inzichtelijk moet maken op welke wijze en in welke mate rekening is gehouden met verschillen tussen de woning van eiser en de referentieobjecten. Hetgeen eiser heeft aangevoerd doet aan de waardebepaling van verweerder niet af. Dat de waarde van de directe buurwoning van eiser op € 660.000 is vastgesteld kan niet leiden tot een geslaagd beroep op het gelijkheidsbeginsel. De rechtbank acht aannemelijk dat de waarde van de buurwoning te laag is vastgesteld. Daarbij is niet aannemelijk geworden dat de lage waardering van de buurwoning het resultaat is van begunstigend beleid, oogmerk van begunstiging of schending van de meerderheidsregel. Van een motiveringsgebrek in de bestreden uitspraak op bezwaar is geen sprake. Verweerder is voldoende op de grieven van eiser ingegaan, terwijl ook een hoorzitting is gehouden waarop standpunten zijn uitgewisseld. Beroep ongegrond.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team belastingrecht

zaaknummer: SGR 16/6650

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 december 2016 in de zaak tussen

[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag, verweerder.

De bestreden uitspraak op bezwaar

De uitspraak van verweerder van 14 juli 2016 op het bezwaar van eiser tegen na te noemen beschikking en aanslag.

Zitting

Beslissing

Overwegingen

Rechtsmiddel