Home

Rechtbank Den Haag, 18-06-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:6177, 7691168

Rechtbank Den Haag, 18-06-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:6177, 7691168

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
18 juni 2019
Datum publicatie
11 juli 2019
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2019:6177
Zaaknummer
7691168

Inhoudsindicatie

Vernietiging ontslag op staande voet

Uitspraak

Zittingsplaats ’s-Gravenhage

CB

Zaaknr.: 7691168 RP VERZ 19-50227

Uitspraakdatum: 18 juni 2019

Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:

1 [werknemer 1] ,

hierna te noemen: [werknemer 1]

en

2. [werknemer 2],

hierna te noemen: [werknemer 2]

beiden wonende te [woonplaats] ,

verzoekende partijen in het inleidende verzoek,

verwerende partijen in de tegenverzoeken.

gemachtigde: mr. drs. G.H.A. van den Heuvel (Van den Heuvel arbeidsjuristen),

[werknemer 1] en [werknemer 2] hierna gezamenlijk te noemen: werknemers

tegen

1 [werkgever] ,

hierna te noemen: [werkgever] ,

wonende te [woonplaats]

en

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Ostara Supermarkt B.V.,

hierna te noemen: Ostara,

statutair gevestigd, feitelijk gevestigd en kantoorhoudende te Den Haag,

verwerende partijen in het inleidende verzoek,

verzoekende partijen in de tegenverzoeken,

gemachtigde: mevr. mr. R. de Regt (RWV Advocaten),

[werkgever] en Ostara hierna gezamenlijk te noemen: werkgever.

1 Het procesverloop

1.1.

Werknemers hebben de kantonrechter bij verzoekschrift met tien producties (Bijlagen I tot en met X), bij de griffie ingekomen op 15 april 2019, verzocht -kort gezegd- de opzegging van de dienstverbanden van werknemers te vernietigen, dan wel hen een transitievergoeding en een billijke vergoeding toe te kennen in verband met een onterecht gegeven ontslag op staande voet.

1.2.

Na ontvangst van het verzoekschrift is als datum en tijd voor de mondelinge behandeling bepaald 28 mei 2019 om 14.30 uur.

1.3.

Op 17 mei 2019 is bij de griffie het verweerschrift met 27 producties (nrs. 1 tot en met 27), tevens een voorwaardelijk tegenverzoek van werkgever, ingekomen. Het verweerschrift bevat het verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet af te wijzen of, indien het verzoek wordt afgewezen, de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van een verstoorde arbeidsverhouding en daarbij te bepalen dat werknemers geen recht hebben op de transitievergoeding en bovendien werknemers te veroordelen tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding.

1.4.

Bij brief van 21 mei 2019 heeft de gemachtigde van werkgever de bij productie 12 behorende USB-stick met camerabeelden overgelegd.

1.5.

Bij brief van 21 mei 2019 heeft de gemachtigde van werknemers de laatste loonstroken van werkgever overgelegd.

1.6.

Op 28 mei 2019 heeft de mondelinge behandeling van het verzoek en van het voorwaardelijk tegenverzoek plaatsgevonden. Daarbij zijn werknemers in persoon verschenen, samen met hun gemachtigde, en is [werkgever] in persoon verschenen alsmede namens Ostara, samen met zijn gemachtigde. Van hetgeen op de zitting besproken is heeft de griffier zakelijke aantekeningen gemaakt. De gemachtigde van werknemers heeft tijdens de mondelinge behandeling pleitnotities overgelegd.

1.7.

Uitspraak is bepaald op 18 juni 2019.

2 De feiten

3 Het inleidende verzoek

4 Het verweer en de (voorwaardelijke) tegenverzoeken van werkgever

5 De beoordeling

6 De beslissing