Home

Rechtbank Den Haag, 16-04-2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:5079, 6738635 RL EXPL 18-5559

Rechtbank Den Haag, 16-04-2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:5079, 6738635 RL EXPL 18-5559

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
16 april 2020
Datum publicatie
17 juni 2020
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2020:5079
Zaaknummer
6738635 RL EXPL 18-5559

Inhoudsindicatie

Aandelenlease-overeenkomst gesloten via een tussenpersoon/cliëntenremisier. De kantonrechter merkt de werkwijze van de tussenpersoon aan als a) bemiddeling bij de totstandkoming van een beleggingsovereenkomst, b) het doorgeven van een effectenorder (door het insturen van het aanvraagformulier) en c) advisering over de aanschaf van een concreet aandelenleaseproduct. Uitgelegd wordt waarom in dit geval een direct verband bestaat tussen het insturen van het aanvraagformulier en het aankopen van de aandelen. Genoemde activiteiten mag de tussenpersoon/cliëntenremisier niet verrichten zonder vergunning. Aegon was van deze werkwijze op de hoogte en had moeten controleren of de tussenpersoon de benodigde vergunning had. De tussenpersoon had deze niet en daarom had Aegon het contract niet via deze tussenpersoon mogen sluiten. Aegon moet 100% van de schade dragen. Tussenpersoon De Hypotheekgevers B.V.

Uitspraak

Zittingsplaats ’s-Gravenhage

IB+NC c/d

Rolnr.: 6738635 RL EXPL 18-5559

Datum vonnis: 16 april 2020

Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

[eiser] ,


wonende te [woonplaats] ,eisende partij,gemachtigde: [gemachtigde] (Leaseproces),

tegen

de naamloze vennootschap Aegon Bank N.V.,


gevestigd te Den Haag,gedaagde partij,


gemachtigde: mr. D.H. Huizer.

Partijen worden hierna aangeduid als “Afnemer” en “Aegon”.

1 Procedure

1.1.

De procedure is begonnen met de dagvaarding. Die is op 13 maart 2018 bij Aegon bezorgd. Aegon heeft op de dagvaarding gereageerd. Vervolgens hebben partijen allebei nog een schriftelijke reactie gegeven in de conclusies van repliek en dupliek. Afnemer heeft op 22 oktober 2018 gereageerd op een productie van Aegon. Vervolgens is op 6 februari 2020 pleidooi gehouden. Hierbij hebben partijen ook producties overgelegd.

Deze beslissing is gebaseerd op de volgende feiten, standpunten van partijen, uitgangspunten en beoordelingen.

2 De feiten

2.1.

Afnemer heeft in of rond oktober 2001 de volgende aandelenlease-overeenkomsten gesloten bij Aegon (hierna: de overeenkomsten):

1. de overeenkomst met de naam Koopsom Vliegwiel, contractnummer 25007868;

2. de overeenkomst met de naam Koopsom Vliegwiel Abonnement, contractnummer 25007869 en

3. de overeenkomst met de naam Koopsom Vliegwiel Abonnement, contractnummer 25007870.

2.2.

Afnemer heeft aan Aegon in totaal een bedrag van € 45.691,20 voldaan. Aan dividend heeft Afnemer een bedrag van € 10.222,48 ontvangen.

2.3.

De overeenkomsten zijn op 28 oktober 2006 geëindigd. Na toepassing van de "Duisenberg-regeling" resteerde nog een restschuld van € 2.330,53. Dit bedrag is door Afnemer betaald.

3 De vordering

3.1.

Afnemer vordert (samengevat) dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

I. voor recht zal verklaren dat Aegon toerekenbaar onrechtmatig heeft gehandeld tegenover Afnemer;

II. voor recht zal verklaren dat Aegon aan Afnemer de schade moet vergoeden die hij geleden heeft in verband met de hypothecaire lening die is gebruikt voor de overeenkomst;

III. Aegon zal veroordelen om aan Afnemer te voldoen:

1. al datgene dat Afnemer aan Aegon heeft voldaan onder de overeenkomst, vermeerderd met de wettelijke rente daarover;

2. de buitengerechtelijke kosten van Afnemer, te vermeerderen met de BTW;

3. de kosten van de procedure en de nakosten.

3.2.

Aegon voert verweer tegen de vorderingen. De standpunten van partijen zullen bij de beoordeling worden betrokken.

4 De beoordeling

5 Beslissing