Rechtbank Den Haag, 27-07-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:15622, 21/731
Rechtbank Den Haag, 27-07-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:15622, 21/731
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 27 juli 2021
- Datum publicatie
- 16 februari 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2021:15622
- Zaaknummer
- 21/731
Inhoudsindicatie
Verzoek 530 Sv. Schade door beslag auto. Geen wettelijke grondslag voor vergoeding waardevermindering in beslag genomen voorwerp of kosten tijdelijke vervanging. Verzoeker niet-ontvankelijk. Afwijzing kosten raadsman, toewijzing € 1,30 reiskosten. Afwijking van forfaitaire bedragen indienen verzoekschrift en behandeling ter zitting.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Strafrecht
Parketnummer: 09/808011-19
Raadkamernummer: 21/731
Beslissing van de rechtbank Den Haag, enkelvoudige raadkamer in strafzaken, op het verzoek ex artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker] ,
geboren op [geboortedatum] te Sittard,
voor deze zaak woonplaats kiezende op het kantoor van zijn advocaat
mr. drs. P.H.J. Körver,
adres: [adres] ,
hierna: verzoeker.
De procedure in raadkamer
De rechtbank heeft dit verzoek op 13 juli 2021 in openbare raadkamer behandeld en heeft kennis genomen van een deel van het strafdossier met het proces-verbaal van de politie Eenheid Den Haag, district Zoetermeer – Leidschendam – Voorburg, basisteam Leidschendam - Voorburg, met nummer PL1500-2019282938.
Verzoeker, bijgestaan door mr. A. Cremer, is in raadkamer gehoord. Tevens is de officier van justitie, mr. N. Achahbar, gehoord.
Het verzoek
Tegen verzoeker is de verdenking gerezen dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen. Op 10 oktober 2019 is de auto van verzoeker, een Mercedes Benz C 250 met kenteken [kenteken] in beslag genomen op grond van artikel 94 Sv, als zijnde vatbaar voor verbeurdverklaring. De strafzaak tegen verzoeker is geëindigd middels een sepotbeslissing d.d. 12 januari 2021. Het verzoek strekt tot toekenning van een vergoeding ten laste van de Staat van de kosten die ten behoeve van de strafzaak zijn gemaakt tot een bedrag van
€ 1.250,00, alsmede de kosten van rechtsbijstand in verband met het indienen en behandelen van onderhavig verzoek, reiskosten tot een bedrag van € 1,30, kosten voor het huren van een leaseauto tot een bedrag van € 11.546,68 en de kosten van waardedaling van de inbeslaggenomen auto ter hoogte van € 7.313,00.