Home

Rechtbank Den Haag, 03-02-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:2685, AWB - 19 _ 3969

Rechtbank Den Haag, 03-02-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:2685, AWB - 19 _ 3969

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
3 februari 2021
Datum publicatie
23 maart 2021
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2021:2685
Formele relaties
Zaaknummer
AWB - 19 _ 3969

Inhoudsindicatie

Naar aanleiding van de levering van een bedrijfspand aan eiser is € 120.000 overdrachtsbelasting op aangifte voldaan. In geschil is of eiser recht heeft op teruggaaf van de voldane overdrachtsbelasting op grond van artikel 19, eerste lid, van de WBR. Eiser stelt dat als gevolg van het in vervulling gaan van een ontbindende voorwaarde recht bestaat op teruggaaf van overdrachtsbelasting. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een levering onder ontbindende voorwaarde in goederenrechtelijke zin. In de notariële koopovereenkomst zijn weliswaar ontbindende voorwaarden opgenomen, maar die zijn bewust niet opgenomen in de akte van levering. Ook het beroep van eiser op artikel 3:84, vierde lid, van het BW leidt niet tot een ander oordeel. Ook het subsidiaire standpunt van eiser slaagt niet. Het beroep van eiser op het vertrouwens- en evenredigheidsbeginsel slaagt evenmin. Beroep ongegrond.

Uitspraak

Team belastingrecht

zaaknummer: SGR 19/3969

(gemachtigde: mr. J.A. Huijgen),

en

Procesverloop

Eiser heeft een verzoek tot teruggaaf van overdrachtsbelasting ingediend.

Verweerder heeft het verzoek tot teruggaaf van overdrachtsbelasting bij voor bezwaar vatbare beschikking afgewezen.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 11 mei 2019 het bezwaar van eiser tegen bovengenoemde beschikking ongegrond verklaard.

Eiser heeft daartegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiser heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 november 2020.

Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde en mr. T.J.H. Dröge.

Namens verweerder zijn [A] , mr. [B] en mr. [C] verschenen.

Deze zaak is ter zitting gelijktijdig behandeld met zaaknummer SGR 19/7887.

Overwegingen

Feiten

1. [verzekeringsmaatschappij] ) heeft namens Stichting [bank 1] (de bank) op 1 december 2015 aan eiser een offerte ten behoeve van een hypothecaire geldlening uitgebracht waarbij eiser als schuldenaar/hypotheekgever is opgenomen. In de offerte is onder meer een onroerende zaak in [plaats] (het bedrijfspand) als zekerheid opgenomen. Ten tijde van de offerte was [B.V.] B.V. (D). eigenaar van het bedrijfspand en was eiser de bestuurder van D. In de offerte wordt als voorwaarde voor de financiering gesteld dat de juridische eigendom van het bedrijfspand wordt overgedragen aan eiser. De notaris heeft eiser en D geadviseerd te leveren onder de ontbindende voorwaarde dat de bank of een andere geldverstrekker bereid zou zijn om het bedrijfspand te financieren zonder de voorwaarde dat de (juridische) eigendom van het bedrijfspand aan eiser toebehoort.

2. Tussen [verzekeringsmaatschappij] en de notaris van eiser heeft een e-mailwisseling plaatsgevonden onder meer over de ontbindende voorwaarde. In een e-mail van 11 december 2015 schrijft [verzekeringsmaatschappij] onder meer:

“Wij willen de akten zo zuiver mogelijk houden en willen op geen enkele wijze het risico lopen dat de ons hypotheekrecht door een ontbindingsgrond gevaar loopt.”

In een e-mailbericht van 14 december 2015 schrijft de notaris aan eiser onder meer het volgende:

“(…) kan de zaak er dan zo uit komen te zien:

- Een koopakte waarin de koop wordt geconstateerd en waarin de ontbindende voorwaarde wordt opgenomen;

- Een akte van levering zonder ontbindende voorwaarde.”

De notaris heeft vervolgens in een e-mail van 14 december 2015 het volgende aan [verzekeringsmaatschappij] bericht:

“Van [eiser] hoorde ik (…) dat het antwoord van [ [verzekeringsmaatschappij] ] is:

-(…)

-geen ontbindende voorwaarde in de levering want dat tast het hypotheekrecht aan.

(…)

Bijgaand doe ik u een concept van de akte van levering toekomen, en een concept van de hypotheekakte; in de akten is de verwijzing naar een ontbindende voorwaarde verwijderd.”

3. In de notariële koopovereenkomst gedateerd 14 december 2015 is onder andere het volgende opgenomen:

“In overweging nemende dat:

-

de verkoper rechthebbende is van het hierna te noemen registergoed;

-

de verkoper een herfinanciering nodig heeft van de geldlening die hij bij [bank 2] BV heeft lopen en dat hij in dat kader van [ [verzekeringsmaatschappij] ] (…) hierna te noemen: de bank) een financiering kan verkrijgen;

-

dat de bank hieraan als voorwaarde verbindt dat de eigendom van het registergoed wordt overgedragen aan de koper, zodat de koper in privé het geld kan lenen en in privé een hypotheekrecht kan vestigen;

-

dat het voor de verkoper zeer oninteressant is om het registergoed te verkopen, omdat dit tot gevolg heeft dat hij casu quo de koper overdrachtsbelasting moet betalen en omdat er dan afrekening voor de vennootschapsbelasting kan gaan plaatsvinden;

-

dat de verkoper zich bij de verkoop de economische eigendom van het registergoed voorbehoudt;

-

dat de bank een ontbindende voorwaarde in de akte van levering niet accepteert;

-

dat de verkoper en koper een ontbindende voorwaarde wel in onderling overleg kunnen overeenkomen;

-

dat de verkoper en de koper de overeenkomst tot verkoop en koop mitsdien overeen komen met inachtneming van deze overwegingen.

(…)

ONTBINDENDE VOORWAARDE

Zoals in de considerans is vermeld, vindt de verkoop en de levering alleen plaats omdat de nieuwe financier van de verkoper verlangt dat de eigendom van het gekochte aan de koper wordt geleverd, zodat de koper in privé geldlener kan worden en het gekochte kan verbinden met ene hypotheek. Zou deze reden er niet zijn, dan zouden verkoper en koper er niet over piekeren de verkoop en levering te doen plaatsvinden.

Verkoper en koper komen daarom overeen de navolgende ontbindende voorwaarde aan de verkoop en koop toe te voegen:

1. Deze verkoop en koop vindt plaats onder de navolgende ontbindende voorwaarden:

dat de verkoper door [de bank], wordt aanvaard als debiteur en onderzetter voor een schuld die door de koper in privé, tezamen met diverse andere partijen bij de bank is aangegaan blijkens offertes de dato drie/vier december tweeduizend vijftien,dan wel dat de verkoper en koper een andere financier vinden die bereid is de nieuwe financiering over te nemen van de bank met de verkoper als onderzetter van het gekochtedan wel dat de verkoper een bedrag groot tweemiljoen euro (€ 2.000.000) bij de verkoop van het onderhavige pand aan [de bank] aflost.

2. Ontbinding overeenkomst

Door het in vervulling gaan van deze ontbindende voorwaarde, is de onderhavige overeenkomst ontbonden, tenzij partijen binnen één maand anders overeenkomen.

3. Termijn schriftelijk beroep

Het beroep als onder 1 bedoeld moet binnen één maand nadat de bank zijn standpunt hieromtrent kenbaar heeft gemaakt aan verkoper, schriftelijk worden ingediend bij de notaris. De datum van ontvangst van deze brief door de notaris geldt als datum van ontbinding.

4. Terugkeer eigendom

Als een ontbindende voorwaarde wordt vervuld, keert de eigendom van het gekochte van rechtswege terug bij verkoper. Partijen zijn verplicht mee te werken aan de administratieve (inclusief kadastrale) verwerking en voor zoveel nodig effectuering van de terugkeer van de eigendom van het gekochte bij verkoper. (…)

Indien en zolang de verkoper zich de economische eigendom voorbehoudt, behoeft de koopsom niet te worden terugbetaald, en wordt die verrekend met de geldlening tot eenzelfde bedrag, zodat op dat moment zowel verkoper als koper hebben ontvangen waar ieder recht op heeft.

5. Onherroepelijke volmacht

Verkoper en koper geven hierbij in het kader van voormelde overeenkomst en deze overeenkomst onherroepelijk volmacht aan ieder van de medewerkers werkzaam op het kantoor van mij, notaris, om:

-

namens hen, zodra gebleken is dat een beroep op de ontbindende voorwaarde wordt gedaan (dan wel zodra duidelijk is dat de ontbindende voorwaarde niet zal worden vervuld) daarvan bij notariële akte te doen blijken. Voor het geval wel een beroep op de ontbindende voorwaarde wordt gedaan, zijn zij tevens bevoegd de vandaag verschuldigde overdrachtsbelasting bij de belastingdienst terug te vorderen.

-

(…)

6. Geen afstand ontbindingsrechten

Gegeven de wensen van de hypothecaire financier wordt in de akte van levering geen gewag gemaakt van de ontbindende voorwaarde en wordt er ook geen afstand gedaan van het zich kunnen beroepen op ontbindende voorwaarden.

(…)”

4. Bij akte van levering van 14 december 2015 is het bedrijfspand onder voorbehoud van de economische eigendom tegen een koopprijs van € 2.000.000 aan eiser geleverd. Naar aanleiding van deze verkrijging is een bedrag van € 120.000 aan overdrachtsbelasting op aangifte voldaan.

5. In de akte van levering is onder andere het volgende opgenomen:“ B. DE KOOPOVEREENKOMST

De koopovereenkomst is mondeling tot stand gekomen. Partijen bevestigen dat de inhoud daarvan overeenkomt met de uitwerking in deze akte. De bepalingen van de koopovereenkomst blijven van kracht voor zover daarvan in deze akte niet wordt afgeweken. Partijen verklaren nog dat de verkoop en koop verband houdt met het niet-accepteren door de nieuwe hypothecaire financier van de verkopende vennootschap als debiteur en het vestigen van de daartoe benodigde hypotheek.

(…)

“Gebruik van het gekochte

Het gekochte is in gebruik als belegging (verhuur)

De verkoper behoudt zich de economische eigendom van het gekochte voor en blijft het gekochte gebruiken voor hetzelfde doel

(…)

“4. Juridische garanties van verkoper

Geschil 9. In geschil is of eiser recht heeft op teruggaaf van de bij akte van 14 december 2015 voldane overdrachtsbelasting van € 120.000 ingevolge artikel 19, eerste lid, van de WBR.

Beslissing

Rechtsmiddel