Home

Rechtbank Den Haag, 11-05-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:5201, AWB - 19 _ 3789

Rechtbank Den Haag, 11-05-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:5201, AWB - 19 _ 3789

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
11 mei 2021
Datum publicatie
25 mei 2021
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2021:5201
Formele relaties
Zaaknummer
AWB - 19 _ 3789

Inhoudsindicatie

Naheffingsaanslagen loonheffingen en vergrijpboetes. De rechtbank oordeelt dat eiser niet de vereiste aangiften heeft gedaan. De bewijslast wordt daarom omgekeerd en verzwaard. Eiser toont niet overtuigend aan dat de uitspraken op bezwaar onjuist zijn. De naheffingsaanslagen berusten ook op een redelijke schatting. Eisers beroep op het vertrouwensbeginsel faalt. Ook maakt eiser niet aannemelijk dat er sprake is van misbruik van bevoegdheden. Verweerder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het aan opzet van eiser is te wijten dat aanvankelijk te weinig loonheffingen zijn betaald. De rechtbank acht vergrijpboetes van 45% passend en geboden. Wel dienen de boetes te worden verminderd met 10% wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Uitspraak

Team belastingrecht

zaaknummers: SGR 19/3789, SGR 19/3792 tot en met SGR 19/3798, SGR 19/3800,

SGR 19/3802 en SGR 19/3804

(gemachtigde: B. de Bruijn),

en

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiser over de jaren 2013, 2014 en 2015 naheffingsaanslagen loonheffingen opgelegd en bij beschikkingen vergrijpboetes opgelegd van 45% van de nageheven belastingen. Ook is belastingrente aan eiser in rekening gebracht.

Verweerder heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 13 mei 2019 de naheffingsaanslagen, de rentebeschikkingen en de boetebeschikkingen gehandhaafd.

Eiser heeft daartegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiser heeft een pleitnota ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 december 2020.

Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Namens verweerder zijn verschenen mr. [A] en mr. [B] , mr. [C] en mr. [D] .

Ter zitting zijn tevens behandeld de zaken van eiser met de zaaknummers SGR 19/2592, SGR 19/2594, SGR 19/2595 en SGR 19/2597 (de omzetbelastingzaken). Alles wat in die zaken is verklaard en overgelegd, wordt geacht ook verklaard en overgelegd te zijn in deze zaken.

Ter zitting heeft de rechtbank het onderzoek gesloten met de mededeling dat over zes weken schriftelijk uitspraak zou worden gedaan. Vervolgens heeft de rechtbank het onderzoek heropend en verweerder verzocht om de aangiftegegevens van eiser te overleggen.

Verweerder heeft op 18 januari 2021 de aangiftegegevens overgelegd. Eiser heeft van deze stukken kennis genomen en daarop gereageerd bij brief van 10 februari 2021.

De rechtbank heeft daarna het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Feiten

1. Eiser exploiteerde (onder meer) in de jaren 2013 tot en met 2015 vier cafés, te weten:

- grandcafé [cafe 1] ;

- café [cafe 2] (verkocht op 1 februari 2015);

- café [cafe 3] ;

- café [cafe 4] .

2. Het Haags Economisch Interventie team (HEIt) heeft bij de cafés van eiser bedrijfsbezoeken afgelegd. Van de bevindingen tijdens deze bedrijfsbezoeken zijn rapporten opgemaakt, waarvan kopieën in het dossier zitten. Doel van deze bedrijfsbezoeken was:

- inventarisatie van de actuele bedrijfsactiviteiten;

- controle op de naleving van de Wet op de Identificatieplicht;

- het verzamelen van actuele informatie over relevante ontwikkelingen binnen het bedrijf;

- het controleren of de administratieve verplichtingen worden nageleefd (de administratie zelf is tijdens de bedrijfsbezoeken niet beoordeeld).

3. In de onderhavige jaren hebben de volgende bedrijfsbezoeken plaatsgevonden:

- 4 juli 2013 bij café [cafe 2] ;

- 4 september 2014 bij café [cafe 2] ;

- 27 november 2015 bij café [cafe 4] .

4. Tijdens het bedrijfsbezoek op 4 juli 2013 is in café [cafe 2] één persoon werkend aangetroffen.

5. Tijdens het bedrijfsbezoek op 4 september 2014 is bij café [cafe 2] ook één persoon werkend aangetroffen. Deze persoon heeft verklaard sinds juni 2014 voor

24 uur per week in dienstbetrekking te zijn bij eiser.

6. Tijdens het bedrijfsbezoek op 27 november 2015 zijn bij café [cafe 4] twee personen werkend aangetroffen. Eén persoon heeft verklaard daar al drie weken te werken. Zij zou nog geen loon hebben ontvangen omdat zij haar diploma nog niet had behaald. De andere persoon verklaarde dat zij niet in het café werkzaam was, maar dat zij op dat moment haar vriendin hielp.

7. Op 30 januari 2018 is een boekenonderzoek bij eiser ingesteld. Onderzocht is, voor zover hier van belang, de aanvaardbaarheid van de aangiften loonheffingen voor de jaren 2014 en 2015. Later is het onderzoek uitgebreid met het jaar 2013. De bevindingen uit het onderzoek zijn neergelegd in een rapport met dagtekening 29 november 2018, waarvan een kopie tot de gedingstukken behoort (het controlerapport).

8. Op basis van de bevindingen tijdens de bedrijfsbezoeken en het boekenonderzoek is voor de onderhavige jaren het volgende vastgesteld:

-

er zijn geen werkroosters;

-

er zijn geen schriftelijke arbeidsovereenkomsten;

-

de contante loonbetalingen zijn niet in het kasboek verwerkt en er zijn voor deze loonbetalingen ook geen kwitanties verstrekt;

-

uit de loonadministratie is niet te herleiden wie wat en wanneer ontvangt. De nettolonen worden door de gemachtigde via één memoboeking in één bedrag geboekt;

-

voor café [cafe 1] en café [cafe 2] zijn voor het jaar 2013 geen loonaangiften gedaan;

-

voor café [cafe 1] zijn voor alle tijdvakken van 2014 nihilaangiften zijn gedaan;

-

voor café [cafe 4] zijn voor de tijdvakken 4 tot en met 12 van 2014 nihilaangiften zijn gedaan;

-

voor café [cafe 3] zijn voor de tijdvakken 6 tot en met 12 van 2014 nihilaangiften gedaan;

-

voor café [cafe 2] zijn voor de tijdvakken 6 tot en met 12 van 2014 nihilaangiften zijn gedaan;

-

voor cafés [cafe 4] , [cafe 3] en [cafe 1] zijn voor de tijdvakken 1 tot en met 10 van het jaar 2015 nihilaangiften gedaan;

-

op 17 november 2015 zijn alsnog correctieberichten voor 2014 ingestuurd en in november 2015 en december 2015 zijn correctieberichten voor 2015 ingestuurd.

9. De controleur heeft zich naar aanleiding van de voormelde gebreken op het standpunt gesteld dat eiser niet heeft voldaan aan de administratieplicht. De administratie is daarom verworpen. Een informatiebeschikking in de zin van artikel 52a, eerste lid van de Algemene Wet inzake rijksbelastingen is niet gegeven. De controleur heeft vervolgens een berekening gemaakt van de minimale urenbesteding in de onderhavige tijdvakken en op basis daarvan geconcludeerd dat eiser in de aangiften voor de loonheffingen niet alle uren heeft verantwoord. Met dagtekening 11 december 2018 zijn aan eiser de volgende naheffingsaanslagen opgelegd:

Café [cafe 4] (L01)

Jaar

Naheffing

Blastingrente

Boete

2013

21.722

4.278

9.774

2014

35.618

5.679

16.028

2015

20.250

2.418

9.112

Café [cafe 3] (L03)

Café [cafe 1] (L04)

Café [cafe 2] (L06)

Geschil 10. In geschil is of de naheffingsaanslagen en de vergrijpboetes terecht aan eiser zijn opgelegd. Meer in het bijzonder is in geschil of eiser de vereiste aangiften heeft gedaan. Zo dat niet het geval is, is in geschil of eiser overtuigend heeft aangetoond dat en in hoeverre de uitspraken op bezwaar onjuist zijn en of de naheffingsaanslagen zijn gebaseerd op een redelijke schatting. Verder is in geschil of het vertrouwensbeginsel aan naheffing in de weg staat en of sprake is van détournement de pouvoir.

Beslissing

Rechtsmiddel