Rechtbank Den Haag, 06-10-2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:10724, C/09/22/603 - 606
Rechtbank Den Haag, 06-10-2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:10724, C/09/22/603 - 606
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 6 oktober 2022
- Datum publicatie
- 18 oktober 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2022:10724
- Zaaknummer
- C/09/22/603 - 606
- Relevante informatie
- Faillissementswet [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-07-2023] art. 287a
Inhoudsindicatie
Toewijzing dwangakkoord. Klare taal.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK DEN HAAG
Team Insolventies
rekestnummers: C/09/633996 / FT RK 22/603 en FT RK 22/604
C/09/633999 / FT RK 22/605 en FT RK 22/606
vonnis van 6 oktober 2022 (bij vervroeging)
in de zaak van
[verzoeker01] ,
en
[verzoeker02] ,
beiden wonende te [woonplaats01] ,
hierna: de heer en mevrouw [verzoekers01] ,
tegen
1 ABN AMRO Bank N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het beroepsvervoer over de weg,
gevestigd te Groningen,
vertegenwoordigd door Syncasso Rotterdam,
3. Hiltermann Lease B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
vertegenwoordigd door VD&P Juristen,
4. Hoist Finance AB,
gevestigd te Stockholm, Zweden,
vertegenwoordigd door AGIN Timmermans,
5. Gemeente Den Haag,
zetelend te Den Haag,
6. CapitalBox AB,
gevestigd te Stockholm, Zweden,
vertegenwoordigd door Trust and Law Incassoservices B.V.
7. OHRA Zorgverzekeringen,
gevestigd te Tilburg,
hierna: verweersters.
Waar deze zaak over gaat
De heer en mevrouw [verzoekers01] bevinden zich in een problematische schuldensituatie. Zij hebben een voorstel gedaan aan hun schuldeisers, waarbij een deel van de vordering(en) wordt voldaan en het resterende deel door de schuldeisers wordt kwijtgescholden. Omdat niet alle schuldeisers met dit voorstel hebben ingestemd, hebben de heer en mevrouw [verzoekers01] de rechtbank verzocht het aangeboden akkoord dwingend op te leggen. Dit verzoek wordt door de rechtbank toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.
1 De feiten waar de rechtbank van uit gaat
De heer en mevrouw [verzoekers01] hebben de afgelopen jaren een schuldenlast opgebouwd van
€ 151.867,90 verdeeld over 16 schulden aan 11 schuldeisers. Het is de heer en mevrouw [verzoekers01] niet gelukt om zelf een oplossing te vinden voor deze schulden. Een eerder verzoek tot een dwangakkoord is door deze rechtbank afgewezen omdat niet werd voldaan aan de door de wet daaraan gestelde eisen. Met behulp van mr. J-M.F. Honders hebben de heer en mevrouw [verzoekers01] vervolgens opnieuw een schuldregeling aangeboden (saneringsakkoord). Dit voorstel houdt in dat aan de schuldeisers met een recht van voorrang een uitkering ineens wordt aangeboden van 2,86 % en aan de gewone schuldeisers een uitkering ineens van 1,43 %, tegen kwijtschelding van het restant van hun vorderingen.
ABN AMRO Bank N.V. is niet akkoord gegaan met dit voorstel. De heer en mevrouw [verzoekers01] hebben een schuld aan ABN AMRO Bank N.V. van € 56.638,42, dat is 37,29% van de totale schuldenlast.
Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het beroepsvervoer over de weg is ook niet akkoord gegaan met dit voorstel. De heer en mevrouw [verzoekers01] hebben een schuld aan Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het beroepsvervoer over de weg van € 4.964,66, dat is 3,27% van de totale schuldenlast.
Hiltermann Lease B.V. is ook niet akkoord gegaan met dit voorstel. De heer en mevrouw [verzoekers01] hebben een schuld aan Hiltermann Lease B.V. van € 14.824,50, dat is 9,76% van de totale schuldenlast.
Hoist Finance AB is ook niet akkoord gegaan met dit voorstel. De heer en mevrouw [verzoekers01] hebben een schuld aan Hoist Finance AB van € 6.509,77, dat is 4,29% van de totale schuldenlast.
Gemeente Den Haag is ook niet akkoord gegaan met dit voorstel. De heer en mevrouw [verzoekers01] hebben een schuld aan Gemeente Den Haag van € 1.117,98, dat is 0,74% van de totale schuldenlast.
CapitalBox AB is ook niet akkoord gegaan met dit voorstel. De heer en mevrouw [verzoekers01] hebben een schuld aan CapitalBox AB van € 6.388,68, dat is 4,21% van de totale schuldenlast.
OHRA Zorgverzekeringen tenslotte, is ook niet akkoord gegaan met dit voorstel. De heer en mevrouw [verzoekers01] hebben een schuld aan OHRA Zorgverzekeringen van € 5.721,73, dat is 3,77% van de totale schuldenlast.
De overige vijf schuldeisers hebben (voor negen verschillende vorderingen) het aanbod aanvaard.
Om tot een oplossing voor hun schulden te komen hebben de heer en mevrouw [verzoekers01] op 19 augustus 2022 bij de rechtbank twee verzoeken ingediend. In de eerste plaats verzoeken zij de rechtbank om verweersters te dwingen mee te werken aan de schuldregeling (een dwangakkoord oplegt). Wanneer de rechtbank dit verzoek afwijst, verzoeken zij te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP).
2 De procedure
De verzoeken van de heer en mevrouw [verzoekers01] zijn behandeld op de zitting van 29 september 2022. Op deze zitting verschenen:
- de heer [verzoeker01] , mede namens mevrouw [verzoeker02] , bijgestaan door mr. J-M.F. Honders;
- de heer [naam01] namens Hiltermann Lease B.V., bijgestaan door mr. P. Veuger;
- de heer [naam02] , tolk.
Gemeente Den Haag, CapitalBox AB en OHRA Zorgverzekeringen zijn opgeroepen, maar niet op de zitting verschenen en hebben ook schriftelijk geen verweer gevoerd tegen het verzoek.
ABN AMRO, Stichting Bedrijfspensioenfonds en Hoist Finance en Hiltermann Lease B.V. hebben (ook) schriftelijk verweer gevoerd.