Home

Rechtbank Den Haag, 15-06-2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:6370, 617562

Rechtbank Den Haag, 15-06-2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:6370, 617562

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
15 juni 2022
Datum publicatie
7 juli 2022
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2022:6370
Zaaknummer
617562

Inhoudsindicatie

Opzegging duurovereenkomst in dit geval niet gerechtvaardigd: geen zwaarwegende reden aangetoond.

Uitspraak

vonnis

Team handel

zaaknummer / rolnummer: C/09/ 617562 / HA ZA 21-807

Vonnis van 15 juni 2022 (bij vervroeging)

in de zaak van

BERNARDUS PARKING B.V. te Oosterbeek,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. R.C. Steenhoek te Rotterdam,

tegen

GEMEENTE LEIDSCHENDAM-VOORBURG te Leidschendam,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. H.J. Doelman te Alphen a/d Rijn.

Partijen worden hierna Bernardus en de gemeente genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding van 27 augustus 2021 met producties 1 t/m 9;

-

de conclusie van antwoord met eis in reconventie met producties 1 t/m 6;

-

de conclusie van antwoord in reconventie;

-

de akte producties van Bernardus van 1 maart 2022 met producties 10 t/m 17;

-

het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 10 maart 2022;

-

de akte van Bernardus van 6 april 2022 met producties 18 t/m 21;

-

de akte van de gemeente van 4 mei 2022 met producties 7 t/m 9.

1.2.

Na de zitting is de procedure een aantal weken aangehouden, omdat partijen probeerden met elkaar tot overeenstemming te komen. Bernardus heeft de rechtbank op 18 mei 2022 bericht dat de onderhandelingen niet waren geslaagd. Daarop is bepaald dat er een vonnis wordt gewezen.

2 De feiten

2.1.

De parkeergarage waar het in deze zaak om gaat is een onderdeel van een complex van kantoren, winkels en woningen. Dit complex is in de jaren ’90 ontwikkeld door (kort gezegd) Corbulo B.V. De parkeergarage was ook eigendom van Corbulo.

2.2.

In 1996 hebben Corbulo en de gemeente een beheersovereenkomst gesloten die ziet op de parkeergarage. Volgens deze overeenkomst blijft Corbulo eigenaar van de parkeergarage, maar draagt de gemeente de zorg voor een deel van het beheer. Ook betaalt de gemeente een exploitatievergoeding aan Corbulo.

In de overeenkomst is – voor zover van belang – het volgende bepaald:

“Artikel 17

De beheersovereenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Na een periode van 15 jaar zal de overeenkomst worden geëvalueerd en zal, met instemming van beide partijen, kunnen worden beëindigd dan wel gewijzigd.

Tussentijdse beëindiging kan plaatsvinden in de volgende gevallen:

- Door de gemeente ingeval van faillissement, surcéance van betaling of anderszins verlies van beschikkingsbevoegdheid van Corbulo (...) en/of hun rechtsopvolgers over hun vermogen;

- Door partijen gezamenlijk indien partijen dit wensen.”

2.3.

In de parkeergarage kon aanvankelijk tegen betaling van een tarief worden geparkeerd. Een deel van de parkeerplaatsen was toegewezen aan vergunninghouders, die van betaling waren vrijgesteld.

2.4.

In 2014 is het contractueel parkeerregime in overleg tussen de toenmalige opvolger van Corbulo als eigenaar van de parkeergarage en de gemeente gewijzigd. Het betaald parkeren is onder meer afgeschaft. De wijzigingen zijn opgenomen in een allonge (hierna: de Allonge) bij de oorspronkelijke overeenkomst uit 1996.

2.5.

In artikel 1 van de Allonge is – voor zover van belang – het volgende bepaald:

“Het overeengekomen parkeerregime zoals opgenomen in artikel 1 van de vigerende beheersovereenkomst (bijlage 1) vervalt en wordt gewijzigd in het onderstaande artikel 1:

Er zal sprake zijn van een zogenoemde blauwe zone zoals beschreven in artikel 25 uit het Reglement voor verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), zie bijlage 2.

In dat kader wordt per 01 maart 2014 het onderstaande parkeerregime gehandhaafd:

1. Er zijn 73 openbare parkeerplaatsen in onderhavige parkeergarage beschikbaar.

2. Van de 73 parkeerplaatsen, zijn 33 parkeerplaatsen voor vergunninghouders gereserveerd. (..)”

2.6.

In 2020 heeft Bernardus de parkeergarage in eigendom verkregen en is zij partij geworden bij de beheersovereenkomst en de Allonge.

2.7.

Op 22 augustus 2020 heeft Bernardus per e-mail aan de gemeente laten weten dat zij de beheersovereenkomst wil beëindigen.

2.8.

Bij brief van 22 december 2020 heeft Bernardus de beheersovereenkomst tegen 1 april 2021 opgezegd. De gemeente heeft met deze opzegging niet ingestemd.

3 Het geschil

in conventie

3.1.

Bernardus vordert – kort gezegd – een verklaring voor recht:

-

dat Bernardus bevoegd is de beheersovereenkomst met de gemeente op te zeggen, zonder dat daartoe wederzijds goedvinden van partijen is vereist,

-

dat zij de beheersovereenkomst bevoegdelijk en rechtsgeldig heeft opgezegd tegen 1 april 2021.

3.2.

Bernardus legt hieraan het volgende ten grondslag. De beheersovereenkomst heeft het karakter van een duurovereenkomst die voor onbepaalde tijd is aangegaan. Artikel 17 regelt dat de overeenkomst in de eerste 15 jaar beperkt opzegbaar is. Na deze 15 jaar staat het Bernardus vrij om de overeenkomst op te zeggen als zij daarvoor een zwaarwegende reden heeft. Daarvan is sprake. Ten eerste moet de parkeergarage dringend worden gerenoveerd. Om die renovatie te realiseren zal er een betaald parkeerregime moeten worden ingesteld en de gemeente wil hier niet aan meewerken. Ten tweede is de parkeergarage verlieslijdend, omdat de exploitatiekosten hoger zijn dan de exploitatievergoeding die Bernardus van de gemeente ontvangt.

3.3.

De gemeente brengt daar tegenin dat de overeenkomst niet eenzijdig opzegbaar is, omdat uit artikel 17 volgt dat de overeenkomst alleen kan worden beëindigd met wederzijdse instemming. Daarnaast betwist zij dat een renovatie nodig is en dat de exploitatiekosten van Bernardus hoger zijn dan de exploitatievergoeding die de gemeente betaalt.

in reconventie

3.4.

De gemeente vordert een verklaring voor recht dat in de parkeergarage ten minste 73 openbare parkeerplekken beschikbaar dienen te zijn en dienen te worden gehouden.

3.5.

De gemeente legt daaraan ten grondslag dat artikel 1 sub 1 in de Allonge een kennelijke verschrijving bevat. De tekst van dat artikel lijkt te suggereren dat er 40 openbare parkeerplekken beschikbaar moeten zijn, maar partijen hebben bedoeld 73 openbare parkeerplekken aan te wijzen.

3.6.

Bernardus betwist dat sprake is van een verschrijving.

4 De beoordeling

5 De beslissing