Home

Rechtbank Gelderland, 10-10-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:3801, 2225037

Rechtbank Gelderland, 10-10-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:3801, 2225037

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
10 oktober 2013
Datum publicatie
1 november 2013
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2013:3801
Zaaknummer
2225037

Inhoudsindicatie

Ontbinding arbeidsovereenkomst. Arbeidsrelatie verstoord geraakt nadat werkgever ontdekt dat werknemer (lid van het MT) zeer groot aantal e-mail berichten aan collega zond alsook zich daarin denigrerend uitliet over een andere collega.

Geen inbreuk privacy werknemer. “De kantonrechter is echter van oordeel dat van Spruyt hillen als goed werkgever (art. 7:611 BW) verwacht mocht worden dat zij eerst en op rustige wijze met [...] in gesprek zou gaan over de e-mailberichten en dat redelijkerwijs van haar verwacht mocht worden het dienstverband wel voort te zetten. Bij dat laatste is betrokken dat:

- [..] steeds goed heeft gefunctioneerd (van het gestelde disfunctioneren in de brief van 19 april 2013 is niets gebleken)

- er nooit klachten waren over [...] gedrag anderszins

- de e-mailberichten zijn gevoerd met mevrouw X en niet is gesteld of gebleken dat deze bij andere werknemers van Spruyt hillen terecht zijn gekomen

- gevaar van verdere verspreiding van die e-mailberichten of de inhoud of strekking ervan niet aannemelijk was nu mevrouw X in april 2013 wegens arbeidsongeschiktheid niet werkzaam was voor Spruyt hillen, zij nadien niet meer voor Spruyt hillen heeft gewerkt en op 18 april 2013 reeds door Spruyt hillen was besloten om het dienstverband met haar te beëindigen (hetgeen nadien is geschied)

- [...] aannemelijk heeft gemaakt dat hij bereid was over de e-mail berichten te spreken en daarbij het boetekleed aan te willen en kunnen trekken.”

Ontbindingsvergoeding € 52.500,- bruto.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaakgegevens 2225037 \ HA VERZ 13-1267 \ BE \ 340 \ be

uitspraak van 10 oktober 2013

beschikking

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Spruyt hillen B.V.

gevestigd te IJsselstein

verzoekende partij

gemachtigde mr. E.S. de Jong

tegen

[werknemer]

gevestigd te [woonplaats]

verwerende partij

gemachtigde mr. S.M. ten Seldam

Partijen worden hierna Spruyt hillen en [werknemer] genoemd.

1 De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift met producties

- het verweerschrift met producties

- de brieven van mr. De Jong van 17 september 2013 en van 19 september 2013 met de producties 8 tot en met 10

- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 23 september 2013 mede inhoudende de pleitnotitie van de gemachtigde van Spruyt hillen

- de brief van mr. De Jong van 27 september 2013

2 De feiten

2.1.

[werknemer], geboren op [dag en maand] 1966, is op 1 januari 2007 bij Spruyt hillen in dienst getreden. Zijn functie is thans hoofd verkoop binnendienst. Zijn salaris bedraagt

€ 4.384,- bruto per maand exclusief vakantietoeslag. [werknemer] is lid van het management team van Spruyt hillen.

2.2.

Op donderdag 18 april 2013 is [werknemer] vrijgesteld van werkzaamheden nadat in de e-mailbox van een collega (mevrouw X) van [werknemer] een zeer groot aantal e-mailberichten van hem (aan mevrouw X) was aangetroffen. Bij brief van 18 april 2013 is deze vrijstelling van werkzaamheden bij brief bevestigd. Daarin is onder meer vermeld:

“Naar aanleiding van het gesprek heden ochtend met [naam G.M.] (General Manager) en [naam F.C.] (Finance Controller) moet ik je het volgende berichten.

Vanaf heden ben je vrijgesteld van werkzaamheden om de volgende redenen:

-

Bij toeval hebben we zeer disrepectvolle mails gevonden waarin medewerker van Spruyt hillen belachelijk worden gemaakt. Dit past niet bij de voorbeeldfunctie van een MT-lid.

-

Tevens hebben we van je directe collega’s ernstige negatieve signalen ontvangen over je functioneren als manager.

Om tot een zorgvuldige beslissing te komen inzake je toekomst bij Spruyt hillen zullen we gedegen onderzoek doen naar bovengenoemde zaken en je hier zo spoedig mogelijk over informeren.”

2.3.

In zes van de genoemde e-mail berichten heeft [werknemer] – in de periode van februari tot en met mei 2010 – aan mevrouw X gemaild over een vrouwelijke, gezamenlijke collega (lid van het team van mevrouw X). De teksten van die e-mailberichten luiden onder meer als volgt:

“Is ma Flodder er al of zit je nog steeds alleen met die ouwe?””

“Komt ze je bekend voor? Hahahahahaha!” (een foto van Ma Flodder bijgevoegd)

“en dit is die andere, hahahahahaha!” (een foto van opa Flodder bijgevoegd)

“Keek ik net door het raampje van (...) kantoor naar binnen, kijk ik tegen een deel van (...) witte rug en zijkantje aan. Brrrr.... Denk dat ik niet kan slapen vannacht”

“Met een string en dan links en rechts van die veter van die grote hompen bibbervlees. Moet er niet aan denken, hahahah”

“niet aan (...) denken tijdens het eten, he? Anders houd je het misschien niet binnen”

2.4.

Op maandag 22 april 2013 is aan [werknemer] medegedeeld dat Spruyt hillen afscheid van hem wil nemen en dat het onderzoek niet wordt afgewacht.

2.5.

Voor werknemers van Spruyt hillen geldt een internet en e-mail reglement. Daarin is ondermeer het volgende opgenomen: “De computer (...) ter beschikking gesteld door ARSEUS (de groep waartoe Spruyt hillen behoort – ktr) dienen hoofdzakelijk voor professioneel gebruik (...) voor zover het privé gebruik geen invloed heeft op de plichten van de werknemer, niet gebeurt voor geldelijk gewin (...) is occasioneel of bijkomstig gebruik van elektronische communicatiemiddelen (verzenden of ontvanngen) voor privé (...) doelen begrijpelijk en aanvaardbaar. (...)”

3 Het verzoek en het verweer

3.1.

Spruyt hillen verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met [werknemer] te ontbinden wegens gewichtige redenen.

3.2.

Spruyt hillen onderbouwt het verzoek, kort samengevat, als volgt. Uit onderzoek in de e-mailbox van mevrouw X (door [naam F.C.], haar teamleider) is gebleken dat [werknemer] veelvuldig en langdurig en tijdens werktijd e-mail berichten met een privé karakter aan mevrouw X heeft gezonden. In die berichten liet [werknemer] zich bovendien schunnig dan wel minachtend uit over een collega (lid van het team waartoe mevrouw X behoorde), terwijl hij als lid van het managementteam een voorbeeldfunctie heeft. [werknemer] heeft met zijn handelen elke vorm van integriteit geschonden en daarom kan van Spruyt hillen niet gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bovendien heeft Spruyt hillen alle vertrouwen in [werknemer] verloren. Een zinvolle voortzetting van de arbeidsovereenkomst is volstrekt onmogelijk geworden.

3.3.

[werknemer] voert gemotiveerd verweer, waarop hierna nader wordt ingegaan.

4 De beoordeling