Home

Rechtbank Gelderland, 31-10-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:4243, 2241008

Rechtbank Gelderland, 31-10-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:4243, 2241008

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
31 oktober 2013
Datum publicatie
31 oktober 2013
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2013:4243
Zaaknummer
2241008

Inhoudsindicatie

Zorginstelling verzoekt beëindiging dienstverband met begeleider ernstig gehandicapten, onder meer omdat deze tijdens een bewonersvakantie alcohol heeft gedronken.

Instelling kan zero tolerance beleid voeren, maar als dat een cultuuromslag betekent, dient zij haar medewerkers vooraf duidelijk te maken dat alcoholgebruik niet langer getolereerd wordt.

Nu die omslag bij de begeleiders niet bekend was, had de instelling de begeleiders eerst een ernstige waarschuwing moeten geven, en niet onmiddellijk tot non-actiefstelling en een ontbindingsverzoek moeten overgaan. Ontbindingsverzoek afgewezen

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaakgegevens 2241008 \ HA VERZ 13-1274 \ 277

uitspraak van 31 oktober 2013

beschikking

in de zaak van

de stichting [werkgever]

gevestigd te [vestigingsplaats]

verzoekster

gemachtigde mr. M.H.G. van de Mortel

tegen

[werknemer]

wonende te [woonplaats]

verweerder

gemachtigde mr. C. Mensink

Partijen worden hierna[werkgever] en [werknemer] genoemd.

1 De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift met producties, alsmede de nagekomen producties

- het verweerschrift met producties

- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 17 oktober 2013 mede inhoudende de pleitnotities van de gemachtigden van partijen en de schriftelijke visie van [werknemer].

2 De feiten

2.1. ‘

[werkgever] is een instelling waar mensen met een verstandelijke beperking onder meer worden ondersteund en behandeld.

2.2.

[werknemer], geboren op [dag en maand] 1986, treedt op 1 juli 2006 bij (een rechtsvoorgangster van)[werkgever] in dienst. Zijn salaris bedraagt thans € 2.134,08 bruto per maand, exclusief emolumenten. Hij werkt als begeleider C+ op de locatie [locatie], waar mensen wonen die 24 uur per etmaal verzorgd moeten worden, vanwege een verstandelijke beperking in combinatie met ernstige gedragsstoornissen (hierna ook aangeduid als bewoners of cliënten) [werknemer] is in zijn functie verantwoordelijk voor begeleiding, verzorging en verpleging.

2.3.

In de periode van maart tot mei 2013 doet de commissie Beuving naar aanleiding van ongewenst gedrag en integriteitsschendingen op de locatie [locatie] onderzoek, door onder meer 49 medewerkers te horen. Op 30 mei 2013 worden de aanbevelingen van de commissie tijdens een algemene bijeenkomst gepresenteerd onder anderen aan de medewerkers, waarna de bevindingen op teamniveau worden nabesproken. [werknemer] is bij die nabespreking aanwezig.

2.4.

Van maandag 3 tot en met vrijdag 7 juni 2013 begeleidt [werknemer] samen met zijn collega’s [collega a] en [collega b] en een leerlinge maatschappelijke zorg [leerlinge A] een vakantie in de buurt van Spa voor 6 bewoners.

2.5.

Op 26 juni 2013 heeft op verzoek van [leerlinge A] een gesprek plaats tussen haar en haar praktijkbegeleider [persoon D]. Zij meldt dat er tijdens de bewonersvakantie door de andere drie begeleiders veel alcohol is gedronken en dat op een avond een pornofilm is bekeken, terwijl er een cliënt in de kamer was.

2.6.

Op 4 juli 2013 bespreken [naam p&O adviseur] (P&O adviseur van[werkgever]), [naam interim manager] (interim manager) en [leerlinge A] de bewonersvakantie. [leerlinge A] meldt onder meer dat ze de sfeer als onprettig heeft ervaren en dat de alcohol die is gedronken met bewonersgelden is betaald.

2.7.

Op 5, respectievelijk 8 juli 2013 bespreken [naam interim manager], en een andere medewerker van[werkgever] ([persoon E]) en de begeleiders in aparte gesprekken de vakantie. [naam interim manager] maakt daarvan een verslag.

2.8.

Op 10 juli 2013 doet[werkgever] [werknemer] een voorstel om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen, dat zij bij brief van 15 juli 2013 (met als bijlage het gespreksverslag van 8 juli 2013) aan [werknemer] bevestigt.

2.9.

Bij brief van 12 juli 2013 worden de ouders en/of verzorgers van de bewoners van [locatie](hierna: de ouders)op de hoogte gesteld van de vrijstelling van werkzaamheden van de drie voormelde begeleiders.

2.10.

Bij brief van 19 juli 2013 reageert de gemachtigde van [werknemer] onder meer op het gespreksverslag en de brief van 15 juli 2013. Hij deelt mee dat [werknemer] niet akkoord gaat met beëindiging van het dienstverband.

2.11.

Op 2 augustus 2013 protesteren de ouders bij de gezamenlijke klachtencommissie van de Gelderse Zorginstellingen tegen voormelde vrijstelling van werkzaamheden. Ze uiten kritiek op de gang van zaken rond [locatie]

3 Het verzoek en het verweer

3.1. ‘

[werkgever] verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met [werknemer] te ontbinden vanwege een gewichtige reden, primair vanwege een dringende reden, subsidiair een verandering van omstandigheden.

3.2.

Zij onderbouwt het verzoek, kort samengevat, als volgt. [werknemer] heeft zich tijdens de bewonersvakantie onprofessioneel en onzorgvuldig gedragen door in werktijd aanzienlijke hoeveelheden alcohol te drinken. Daarmee heeft hij de veiligheid van de bewoners ernstig in gevaar gebracht. Daar komt nog bij dat de alcohol is betaald uit de bewonersgelden. [werknemer] wist of behoorde te weten dat zijn gedrag laakbaar was, aangezien hij een gedragscode in zijn bezit heeft. Daarnaast is er geen verontschuldiging voor het afspelen van een pornofilmpje in werktijd. [werknemer] heeft bovendien geen inzicht getoond in het laakbare van zijn handelen: hij bagatelliseert of vergoelijkt de constateringen met een beroep op voorvallen tijdens eerdere bewonersvakanties. Door het voorgaande is[werkgever] het vertrouwen in [werknemer] kwijt. Hij kan niet terugkeren naar zijn werk, ook al omdat hij zelf niet inziet dat zijn gedrag niet door de beugel kan. Een vergoeding naar billijkheid is volgens[werkgever] in elk geval niet aan de orde.

3.3.

[werknemer] heeft ter zitting aangevoerd dat hij zich er niet van bewust was dat hij tijdens de bewonersvakantie iets verkeerds deed, omdat het gebruikelijk was dat er enige alcohol werd gedronken bij dat soort gelegenheden. Hij ontkent dat het om grote hoeveelheden ging. Hij heeft geen eerlijke kans gekregen om zijn kant van het verhaal naar voren te brengen: zo zijn in het gespreksverslag zijn woorden verdraaid. Zijn grote inzet en goede werkinstelling worden door[werkgever] volkomen genegeerd. Hij wordt bovendien buitenproportioneel gestraft, terwijl eerder veel ergere misstanden minder zwaar zijn afgedaan. Hij heeft de indruk dat hij als voorbeeld dient voor de overige personeelsleden om duidelijk te maken dat er een nieuwe wind waait bij[werkgever].

3.4.

Zijn gemachtigde vraagt het verzoek af te wijzen, omdat de gestelde voorvallen niet aannemelijk zijn geworden; volgens hem is[werkgever] (in strijd met haar verplichting als goed werkgeefster) er niet serieus op uit geweest om de waarheid te achterhalen. Zo wordt [leerlinge A] op haar woord geloofd, hoewel op sommige onderdelen de drie andere betrokkenen iets anders verklaren en zij zichzelf ook op sommige punten tegenspreekt. Er bestaat een bedrijfscultuur van drinken in vakanties, er is nooit iemand op aangesproken (het enkele uitdelen van een gedragscode is niet voldoende, er is niet over de code gesproken en al helemaal niet over een (gewijzigd) beleid op het gebied van alcoholgebruik). Het management was daarvan ook op de hoogte. Dat blijkt ook wel nu[werkgever] zelf de kassabonnetjes van de bewonersvakantie met daarop de alcoholische versnaperingen heeft overgelegd. Die zijn dus gewoon door de begeleiders ingeleverd. [werknemer] wordt nu buitenproportioneel gestraft. Hij heeft altijd naar volle tevredenheid gefunctioneerd: ouders en bewoners willen hem graag behouden. Tegen terugkeer op de werkplek is geen enkel bezwaar, nu [naam interim manager] en [leerlinge A] zijn vertrokken.[werkgever] dient € 1.995,-aan proceskosten aan [werknemer] te voldoen.

4 De beoordeling

5 De beslissing