Rechtbank Gelderland, 04-06-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:6361, 243093
Rechtbank Gelderland, 04-06-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:6361, 243093
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 4 juni 2013
- Datum publicatie
- 23 januari 2014
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2013:6361
- Zaaknummer
- 243093
Inhoudsindicatie
Schorsing tenuitvoerlegging beschikking. Volgens de voorzieningenrechter kan in een executiegeschil de tenuitvoerlegging van een beschikking alleen worden geschorst, indien de executant geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij de gebruikmaking van zijn bevoegdheid tot tenuitvoerlegging over te gaan. Hierbij wordt mede gelet op de belangen aan de zijde van de geëxecuteerde die door de executie zullen worden geschaad. Dat zal het geval zijn indien de te executeren beschikking klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust of indien de tenuitvoerlegging op grond van na deze beschikking voorgevallen of aan het licht gekomen feiten klaarblijkelijk aan de zijde van de geëxecuteerde een noodtoestand zal doen ontstaan, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet kan worden aanvaard.
Uitspraak
vonnis
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/243093 / KG ZA 13-237
Vonnis in kort geding van 4 juni 2013
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EXPLOITATIE CIRCUIT PARK ZANDVOORT B.V.,
gevestigd te Zandvoort,
eiseres,
advocaat mr. H.A. Bosshardt te Schiphol-Rijk, gemeente Haarlemmermeer,
tegen
[gedaagde] ,
[adres],
gedaagde,
advocaat mr. A.D. Brouwers-Wozniak te Den Haag.
Partijen zullen hierna Circuit Park en [gedaagde] genoemd worden.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
-
de dagvaarding
- -
-
de mondelinge behandeling
- -
-
de wijziging van eis
- -
-
de pleitnota van [gedaagde].
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
Circuit Park exploiteert een wedstrijdcircuit voor motorvoertuigen te Zandvoort met bijbehorende accommodaties.
[gedaagde] h.o.d.n. PR Advices heeft vanaf 1992 op provisiebasis diensten verleend aan Circuit Park waarbij hij heeft bemiddeld bij de totstandkoming van sponsorovereenkomsten tussen Circuit Park en (potentiële) sponsoren.
[gedaagde] heeft op 24 maart 2010 PR Advices B.V. (hierna:
PR Advices) opgericht en is sindsdien enig aandeelhouder en bestuurder van PR Advices. PR Advices bemiddelt bij en geeft adviezen op het gebied van public relations en sponsoring.
Tussen PR Advices en Circuit Park is sinds 4 september 2012 een bodemprocedure aanhangig bij de rechtbank Noord-Holland, waarin PR Advices van Circuit Park meerdere bedragen vordert van thans in totaal ongeveer € 420.000,00 ter zake van openstaande en nog verschuldigde commissies voor verrichte bemiddelingswerkzaamheden.
Ter verzekering van die vordering heeft PR Advices na een daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Haarlem op 22 en 23 augustus 2012 een viertal conservatoire derdenbeslagen gelegd ten laste van Circuit Park voor een bedrag van € 294.000,00. De beslagen hebben doel getroffen.
PR Advices en [gedaagde] hebben bij de kantonrechter te Haarlem van de rechtbank Noord-Holland bij verzoekschrift van 21 februari 2013 een verzoek ex artikel 7:440 jo 7:685 BW ingediend tegen Circuit Park tot ontbinding van de agentuurovereenkomst met Circuit Park, met toekenning van een vergoeding van € 261.471,00.
Bij uitvoerbaar bij voorraad verklaarde beschikking van 17 april 2013 van de rechtbank Noord-Holland, afdeling privaatrecht, sectie kanton - locatie Haarlem (zaak/rep.nr.: 593697 \ EJ VERZ 13-50) heeft de kantonrechter PR Advices niet-ontvankelijk verklaard in het verzoek, de agentuurovereenkomst tussen [gedaagde] en Circuit Park tegen 1 mei 2013 ontbonden en Circuit Park veroordeeld tot betaling van een vergoeding van € 226.704,00 aan [gedaagde].
De kantonrechter heeft in deze beschikking onder meer geoordeeld dat er op basis van de aangevoerde feiten en omstandigheden sprake is van een agentuurovereenkomst tussen [gedaagde] en Circuit Park en dat de verstoring van de relatie tussen deze partijen aan Circuit Park te wijten is, waardoor [gedaagde] ten laste van Circuit Park een vergoeding toekomt vanwege de ontbinding van de agentuurovereenkomst.
In het kader van de tenuitvoerlegging van de beschikking van de kantonrechter heeft [gedaagde] tot op heden drie executoriale derdenbeslagen laten leggen ten laste van Circuit Park. Ook deze beslagen hebben doel getroffen.
3 Het geschil
Circuit Park vordert na eiswijziging samengevat - [gedaagde] te veroordelen om op straffe van een dwangsom de tenuitvoerlegging van de beschikking van de kantonrechter van 17 april 2013 te schorsen totdat er een in kracht van gewijsde gegane gerechtelijke beslissing voorligt, de door [gedaagde] alle reeds gelegde executoriale beslagen op te heffen en opgeheven te houden, en voorts de uit hoofde van die beslagen reeds ontvangen bedragen terug te betalen, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
Circuit Park stelt dat zij in hoger beroep gaat tegen de beschikking van de kantonrechter ondanks het rechtsmiddelenverbod van artikel 7:440 lid 4 jo 7:685 lid 11 BW. Zij stelt dat er grond is voor doorbreking van het appelverbod omdat de kantonrechter buiten de rechtsstrijd van partijen en de door partijen aangedragen feiten is getreden en het beginsel van hoor en wederhoor heeft geschonden. In verband hiermee stelt Circuit Park dat de tenuitvoerlegging van de beschikking van de kantonrechter tot de onherroepelijke beslissing moet worden geschorst. Daarvoor is volgens Circuit Park aanleiding omdat de beschikking berust op klaarblijkelijke juridische en feitelijke misslagen en daarnaast de tenuitvoerlegging van de beschikking tot een financiële noodsituatie aan de zijde van Circuit Park zal leiden.
[gedaagde] voert verweer.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.