Rechtbank Gelderland, 04-11-2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:8102, 271239
Rechtbank Gelderland, 04-11-2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:8102, 271239
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 4 november 2014
- Datum publicatie
- 19 januari 2015
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2014:8102
- Zaaknummer
- 271239
Inhoudsindicatie
kortgeding.
Verplichting mee te werken aan aangeboden crediteurakkoord. Bij niet meewerken is aannemelijk dat gedaagde niet aleen zichzelf, maar ook de andere concurrente crediteuren en de financierende bank in nadelige positie brengt.
Uitspraak
vonnis
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/271239 / KG ZA 14-507
Vonnis in kort geding van 4 november 2014
in de zaak van
[eiser] ,
wonende te Nieuw-Wehl, gemeente Doetinchem,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. J.J. Paalman te Almelo,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AGRUNIEKRIJNVALLEI VOER B.V.,
gevestigd te Wageningen,
2. de coöperatieve vereniging
LAND- EN TUINBOUWCOÖPERATIE AGRUNIEKRIJNVALLEI U.A.,
gevestigd te Wageningen,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CONABIJ B.V.,
gevestigd te Didam,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. R. van Eck te Deventer.
Eiser in conventie tevens verweerder in reconventie zal hierna [eiser] worden genoemd. Gedaagden in conventie tevens eiseressen in reconventie zullen hierna gezamenlijk Agruniek c.s. worden genoemd en ieder afzonderlijk respectievelijk Agruniek Voer, AgruniekRijnvallei U.A. en Conabij.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
-
de dagvaarding in kort geding van 20 oktober 2014;
- -
-
de akte overlegging producties aan de zijde van [eiser] met producties 1 tot en met 24;
- -
-
een brief van mr. Van Eck, ingekomen op 24 oktober 2014 met producties 1 tot en met 6;
- -
-
een faxbericht van mr. Paalman, ingekomen op 27 oktober 2014 met producties 25 en 26;
- -
-
de mondelinge behandeling van 28 oktober 2014;
- -
-
de pleitnota van mr. Paalman, tevens houdende een vermeerdering van eis, met bijlage en de ontbrekende productie 10;
- -
-
de pleitnota van mr. Van Eck, tevens houdende een vordering in reconventie.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
[eiser] exploiteert een varkensbedrijf. Hij exploiteert de onderneming in de vorm van een eenmanszaak. Tot het bedrijf van [eiser] behoren een woonhuis, diverse bedrijfsgebouwen met ondergrond, landbouwgrond, levende have en 1.981 productierechten (varkensrechten).
[eiser] is op 28 augustus 1999 gehuwd met [naam] Ingevolge de door partijen bij notariële akte van 23 augustus 1999 opgemaakte huwelijks voorwaarden zal tussen partijen geen enkele huwelijksvermogensrechtelijke gemeenschap bestaan.
Agruniek Voer is een besloten vennootschap, waarvan de activiteiten zich onder andere richten op de groothandel in veevoeder. Zij is de voerleverancier van [eiser].
Conabij is een besloten vennootschap, waarvan de activiteiten zich richten op de groothandel in bestrijdingsmiddelen en kunstmeststoffen. Zij is de leverancier van natte bijproducten aan [eiser].
Agruniek Voer en Conabij behoren tot hetzelfde concern.
AgruniekRijnvallei U.A. is de rechtsopvolger onder algemene titel van Coöperatie Agruniek U.A. (verder: Coöperatie Agruniek) en moedermaatschappij van het concern waartoe Agruniek Voer en Conabij behoren.
ABN AMRO Bank N.V. (verder: ABN AMRO) is de huisbankier van [eiser]. ABN AMRO heeft diverse leningen aan [eiser] verstrekt, waaronder een krediet in rekening-courant. Blijkens diverse notariële akten heeft ABN AMRO tot zekerheid van haar vorderingen op [eiser] - kort samengevat - een eerste tot en met zesde recht van hypotheek op alle onroerende zaken met opstallen van [eiser] en een pandrecht op daartoe behorende roerende zaken, die bestemd zijn om voornoemde zaken duurzaam te dienen en door hun vorm als zodanig zijn te herkennen. De echtgenote van [eiser] heeft zich ten behoeve van ABN AMRO borg gesteld voor [eiser] tot een bedrag van maximaal € 300.000,-, te vermeerderen met rente. ABN AMRO heeft verder, als eerste hypotheekhouder, een blokkaderecht op de productierechten.
In het dossier bevindt zich een akte met opschrift ‘Verpanding levende have’, getekend op 17 april 1998 door ABN AMRO en [eiser] als pandgever/kredietnemer, geregistreerd op 1 mei 1998. Hierin staat, voor zover thans van belang:
“zijn overeengekomen als volgt:de Pandgever verklaart hierbij ten behoeve van de Bank tot meerdere zekerheid voor de voldoening van al hetgeen de kredietnemer aan de Bank nu of te eniger tijd mocht blijken verschuldigd te zijn, uit welken hoofde ook, zo in als buiten rekening-courant en al of niet in het gewone bankverkeer, in eerste pand te geven, respectievelijk reeds nu voor alsnog in eerste pand te geven, welke inpandgeving de Bank hierbij verklaart aan te nemen:
zijn gehele levende have onder meer bestaande uit: fokzeugen en vleesvarkens
hierna te noemen: “Dieren”,
welke de Pandgever reeds nu toebehoren, respectievelijk zullen gaan toebehoren.”.
Vanwege de verlieslijdende situatie van het varkensbedrijf van [eiser] is de afdeling Bijzonder Beheer van ABN AMRO sinds 2010 bij de situatie betrokken. ABN AMRO heeft sindsdien bij [eiser] aangedrongen op verkoop van het bedrijf.
Ten gevolge van de financiële situatie heeft [eiser] facturen voor leveranties van Agruniek Voer en Conabij onbetaald gelaten, tot een oplopend bedrag van € 230.000,-
In een brief van 21 juli 2011, die door Coöperatie Agruniek voor akkoord is ondertekend, heeft ABN AMRO, voor zover thans van belang, aan Coöperatie Agruniek geschreven:
“Wij begrijpen dat Coöperatie “Agruniek” U.A. (Agruniek) een additionele hypotheek wil vestigen op een of meerdere registergoederen, in eigendom aan de heer H.B.M. [eiser] (...), waarop reeds meerdere hypotheken ten behoeve van ABN AMRO Bank N.V. (...) zijn gevestigd.
Wij hebben geen bewaar tegen de vestiging van deze additionele hypotheek indien Agruniek zich, bijvoorbeeld door voor akkoord tekening van deze brief, jegens ABN ARMO verbindt om:
1. Zolang de thans op het Onderpand ten behoeve van door ABN AMRO rustende hypotheek niet is doorgehaald:
(...) d. indien de heer H.B.M. [eiser] het Onderpand wenst over te dragen en ABN AMRO desgevraagd bereid is afstand te doen van de ten behoeve van ABN AMRO op het Onderpand gevestigde hypotheek, ter gelegenheid van de overdacht afstand te doenvan de ten behoeve van Agruniek op het Onderpand gevestigde hypotheek: -ingeval ABN AMRO ter gelegenheid van de overdracht afstand doet van de ten behoeve van ABN AMRO gevestigde hypotheek tegen ontvangst van de volledige netto verkoopopbrengst; om niet; (...)”.
In een notariële akte, verleden op 4 augustus 2011 met opschrift ‘Hypotheek’ opgemaakt tussen Coöperatie Agruniek als schuldeiser / hypotheekhouder en [eiser] als schuldenaar/hypotheekgever, erkent [eiser] een bedrag van € 230.000,- schuldig te zijn aan Coöperatie Agruniek wegens op 4 augustus 2011 van haar ter leen genomen en ontvangen gelden. Tot zekerheid voor de terugbetaling van de schuldig erkende hoofdsom en daarover verschuldigde rente en eventuele boete verleent [eiser] aan Coöperatie Agruniek een recht van hypotheek respectievelijk een recht van pand op - kort gezegd - de onroerende zaken van [eiser]. 2.13. [eiser] heeft nog meer schulden doen ontstaan. De totale schuldenpositie van [eiser] bedroeg per 19 augustus 2014 in totaal € 2.892.754,-. Daarin is begrepen de schuld aan ABN AMRO van € 2.197.637,-, een totale schuld aan Agruniek Voer en Conabij van € 372.015,- en een schuld aan de moeder van [eiser] (stand van zaken per 19 augustus 2014).
Op 27 februari 2014 heeft ir. A.C.M. Schimmel van Berk & Kerkhof Taxaties
(verder: Schimmel) de marktwaarde van het varkensbedrijf gewaardeerd op € 1.945.000,-.
[eiser] heeft het varkensbedrijf omstreeks april 2014 te koop aangeboden via
onroerend goed makelaar Drieklomp. Daarnaast heeft het bedrijf enkele maanden te koop gestaan via bedrijfsmakelaar Teeuwsen.
In augustus 2014 heeft A.B.Th. Huirne (verder: Huirne) een bod uitgebracht. Dit bod hield in dat Huirne het bedrijf going concern wilde overnemen, inclusief levende have, maar exclusief varkensrechten, voor € 1.950.000,- met als voorwaarde dat de mestkelders van het bedrijf bij de levering leeg zijn.
ABN AMRO heeft, naar aanleiding van het door Huirne uitgebrachte bod, op 14 augustus 2014 een eindvoorstel gedaan voor medewerking aan een onderhands crediteurenakkoord bij verkoop aan Huirne. Dit eindvoorstel komt - samengevat en voor zover thans van belang - op het volgende neer:
- ABN AMRO ontvangt de verkoopopbrengst van het bedrijf met levende have van € 1.950.000,-;
- de kosten van mestafvoer worden na overleg met ABN AMRO verrekend met de koopsom of ten laste van de ABN AMRO bankrekening voldaan tot ten hoogste € 100.000,-. Bij lagere kosten komt het ‘voordeel’ ABN AMRO toe;
- ABN AMRO zal maximaal € 22.000,- ‘beschikbaar stellen’ voor een crediteurenakkoord van 15 % (niet Agruniek Voer);
- Ten aanzien van Agruniek Voer is ABN AMRO bereid afstand te doen van haar blokkaderechten op de varkensrechten en, na overdracht van het bedrijf, de geschatte waarde van die varkensrechten ad € 100.000,- aan Agruniek Voer over te maken (hetgeen neerkomt op een voorgesteld percentage van circa 25%). Daaraan verbindt ABN AMRO de voorwaarde dat Agruniek Voer haar vordering op [eiser] per augustus 2014 volledig kwijtscheldt en het recht van hypotheek op de onroerende zaken van [eiser] doorhaalt.
- ABN AMRO gaat niet mee in het verzoek om de lening van de moeder van [eiser] gedeeltelijk af te lossen. Daartegenover staat dat zij bereid is afstand te doen van haar rechten uit hoofde van de borgstelling jegens de echtgenote van [eiser];
- na overdracht en afwikkeling zoals hiervoor beschreven, is ABN AMRO bereid finale kwijting te verlenen voor de restschuld indien de overige crediteuren en Agruniek c.s. dit ook doen c.q. hebben gedaan.
Aan alle crediteuren, waaronder Agruniek Voer en Conabij, doch met uitzondering van ABN AMRO en de moeder van [eiser], is een crediteurenregeling aangeboden conform het hiervoor vermelde voorstel van ABN AMRO. In dat voorstel staat onder andere:
“Als onderdeel van deze crediteurenregeling verbinden de crediteuren zich de huidige dienstverlening aan de heer [eiser] voort te zetten tot het moment van overdracht. Toekomstige vorderingen worden - mits zij overeenkomen met de contractuele afspraken tussen partijen - volledig voldaan. Voor vorderingen die zijn ontstaan na 19 augustus 2014 verlenen de schuldeisers dus geen kwijting.”
Alle crediteuren, aan wie de crediteurenregeling is aangeboden conform het eindvoorstel van ABN AMRO, met uitzondering van Agruniek Voer en Conabij, hebben zich akkoord verklaard met dit aanbod.
Tussen [eiser] en Huirne is op 9 september 2014, conform het eerder uitgebrachte bod van Huirne, een koopovereenkomst gesloten, met een aanvulling op 24 september 2014. In de koopovereenkomst en in de aanvulling daarop is een ontbindende voorwaarde opgenomen dat de koopovereenkomst - onder andere - kan worden ontbonden als [eiser] en zijn echtgenote niet vóór 15 november 2014 overeenstemming bereiken met de hypotheekhouders omtrent het verkrijgen van royement voor de op het verkochte rustende hypothecaire inschrijvingen.
3 Het geschil in conventie
[eiser] vordert, na vermeerdering van eis samengevat -:
1. Agruniek Voer en Conabij te veroordelen om hun medewerking te verlenen aan de door [eiser] aangeboden crediteurenregeling, en
2. AgruniekRijnvallei U.A. te veroordelen om haar medewerking te verlenen aan doorhaling van het hiervoor in rechtsoverweging 2.11 vermelde recht van hypotheek, met bepaling dat indien zij hieraan niet voldoet, het vonnis in de plaats zal treden van de gevorderde medewerking;
3. Agruniek Voer te veroordelen om aan [eiser] te betalen € 2.000,-,met veroordeling van Agruniek c.s. in de proceskosten.
Daarnaast verzoekt [eiser] de voorzieningenrechter om met betrekking tot de ter zitting overgelegde productie 10 gebruik te maken van de in artikel 29 lid 1 sub b Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (verder: Rv.) neergelegde bevoegdheid.
Agruniek c.s. voert verweer.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.