Home

Rechtbank Gelderland, 31-03-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:3455, 280999

Rechtbank Gelderland, 31-03-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:3455, 280999

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
31 maart 2015
Datum publicatie
1 juni 2015
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2015:3455
Zaaknummer
280999

Inhoudsindicatie

Kort geding. Verzet tenuitvoerlegging dwangbevel ex. art. 17 Invorderingswet in dit geval geen schorsende werking. Eiseres maakt misbruik van bevoegdheid (art. 3:13 BW). Verzet evident kansloos.

Uitspraak

vonnis

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaaknummer / rolnummer: C/05/280999 / KG ZA 15-146 / 57 / 812

Vonnis in kort geding van 31 maart 2015

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

UNIBUS B.V.,

gevestigd te 's-Hertogenbosch,

eiseres in conventie,

verweerster in voorwaardelijke reconventie

advocaat mr. A.M. Smetsers te Nijmegen,

tegen

DE ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST/ MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF,

mede kantoorhoudende te Arnhem,

gedaagde in conventie,

eiser in voorwaardelijke reconventie,

advocaat mr. drs. J.C.G. Vestjens te Amsterdam.

Partijen zullen hierna Unibus en De Ontvanger genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de vrijwillige verschijning van partijen ter zitting van 31 maart 2015 te 14:00 uur

-

de mondelinge behandeling

-

de pleitnota van Unibus

-

de voorwaardelijke eis in reconventie.

1.2.

Ten slotte is in verband met de spoedeisendheid van de zaak op 31 maart 2015 vonnis gewezen. De feiten en de motivering waarop de beslissing in het vonnis steunt, worden hieronder vastgelegd.

2 De feiten

2.1.

Unibus wordt indirect bestuurd door de heer [betrokkene] (hierna: [betrokkene]).

2.2.

Unibus heeft op 20 juni 2013 een Ferrari [type] (kenteken [kenteken], hierna te noemen de Ferrari) gekocht en ingevoerd in Nederland.

2.3.

Op 10 december 2013 heeft [betrokkene] bezoek gekregen van de fiscus. De fiscus wilde inzicht in zijn bedrijfsvoering van de vennootschappen van [betrokkene] en heeft met hem gesproken over de fiscale schulden van verschillende vennootschappen die door hem bestuurd werden. Toen is ook over de Ferrari gesproken.

2.4.

Op 10 januari 2014 is Calèche B.V. (hierna: Calèche) opgericht. Indirect bestuurder van Calèche is [betrokkene].

2.5.

De Ontvanger heeft op 15 januari 2014, 12 maart 2014, 11 april 2014 en 11 juli 2014 aan Unibus vier dwangbevelen betekend wegens ambtshalve aan Unibus opgelegde aanslagen in de Vennootschapsbelasting 2012 en Omzetbelasting 2013 en 2014.

2.6.

Op 13 augustus 2014 heeft De Ontvanger uit hoofde van de hiervoor genoemde dwangbevelen beslag gelegd op de Ferrari. De executoriale verkoop was in eerste instantie bepaald op 11 september 2014.

2.7.

Calèche is op grond van artikel 22 van de Invorderingswet bij de directeur van De Ontvanger in beroep gekomen. Calèche stelde dat zij eigenaar van de Ferrari was. Dat beroep is afgewezen op de grond dat Calèche onvoldoende had aangetoond dat zij inderdaad eigenaar was.

2.8.

De Ontvanger is vervolgens met BVA Auctions in zee gegaan. De Ferrari zou op 9 februari 2015 geveild worden. Calèche heeft voor het sluiten van de veiling een kort geding aanhangig gemaakt bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem. De veiling werd in afwachting van de uitkomst daarvan opgeschort.

2.9.

Op 6 maart 2015 heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van Calèche in kort geding (zaak-/rolnummer: C/05/278084) afgewezen. De voorzieningenrechter heeft in dat vonnis onder meer het volgende overwogen:

(...)

“is het gezien de hierboven geschetste gang van zaken niet erg aannemelijk dat sprake is geweest van een reële koopovereenkomst tussen Calèche en Unibus, waarbij daadwerkelijk de bedoeling heeft voorgestaan om Calèche eigenaar van de Ferrari te laten worden. Met name niet omdat alles georkestreerd is door [betrokkene] die vooral zijn eigen belangen lijkt te hebben willen veiligstellen. Bezien vanuit het perspectief van de eigen belangen van de beide vennootschappen is de voorgespiegelde koopovereenkomst in ieder geval niet te verklaren. De hele gang van zaken heeft meer weg van een poging om een vermogensbestanddeel waarop verhaal kan worden gezocht, te verhullen voor een schuldeiser.

4.5

Voor zover wel sprake zou zijn van een reële koopovereenkomst tussen Unibus en Calèche, dan geldt dat gezien de hierboven geschetste gang van zaken moet worden aangenomen dat de Ontvanger terecht een beroep op vernietiging van de koopovereenkomst op grond van artikel 3:45 BW (Actio Pauliana) heeft gedaan. (...)”

2.10.

De Ontvanger heeft de executie van de Ferrari hierna voortgezet. De executieveiling zal sluiten op dinsdag 31 maart 2015 om 16.30 uur.

2.11.

Bij dagvaarding van 26 maart 2015 heeft Unibus ex artikel 17 van de Invorderingswet 1990 (hierna: Iw) verzet gedaan tegen de tenuitvoerlegging van dwangbevelen. Het gaat blijkens de verzetdagvaarding om de tegen Unibus uitgevaardigde dwangbevelen met dagtekening 15 januari 2014, 12 maart 2014, 11 april 2014, 11 juli 2014 en 23 februari 2015. In deze verzetdagvaarding heeft Unibus zich op het standpunt gesteld dat de executie van de Ferrari onrechtmatig is omdat Calèche hiervan eigenaar is.

2.12.

De Ontvanger heeft de executie van de Ferrari na de betekening van de door Unibus uitgebrachte verzetdagvaarding niet (meer) willen schorsen.

3 Het geschil

3.1.

Unibus vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, de onmiddellijke schorsing van de executie van de Ferrari op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 170.000,00 en met veroordeling van De Ontvanger in de proceskosten, de nakosten en de wettelijke rente over deze kosten.

3.2.

De Ontvanger voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen zal hieronder, voor zover van belang, nader worden ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing