Home

Rechtbank Gelderland, 20-10-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:7717, 288289

Rechtbank Gelderland, 20-10-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:7717, 288289

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
20 oktober 2015
Datum publicatie
11 december 2015
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2015:7717
Zaaknummer
288289
Relevante informatie
Aanbestedingswet 2012 [Tekst geldig vanaf 02-03-2022], Aanbestedingswet 2012 [Tekst geldig vanaf 02-03-2022] art. 1.8, Aanbestedingswet 2012 [Tekst geldig vanaf 02-03-2022] art. 1.9

Inhoudsindicatie

Europese niet-openbare aanbestedingsprocedure van provincie Gelderland voor het sluiten van een overeenkomst met een inschrijver voor de realisatie van een traverse in Dieren. Uitleg van de aanbestedingsstukken aan de hand van de CAO-norm. Slotsom is dat de provincie in redelijkheid heeft kunnen besluiten de inschrijving van Ballast Nedam (eiseres) ongeldig te verklaren. Vorderingen Ballast Nedam afgewezen. De inschrijver aan wie de provincie voornemens is te gunnen (Besix) wordt toegelaten als tussenkomende partij. De voorzieningenrechter verbiedt de provincie om de opdracht aan een ander te gunnen dan aan Besix voor zover de provincie de opdracht nog wenst te gunnen en gebiedt Ballast Nedam te gehengen en gedogen dat de opdracht aan Besix wordt gegund.

Uitspraak

vonnis

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaaknummer / rolnummer: C/05/288289 / KG ZA 15-409

Vonnis in kort geding van 20 oktober 2015

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BALLAST NEDAM INFRA B.V.,

statutair gevestigd en kantoorhoudende te Nieuwegein,

eiseres,

advocaten mrs. J.F. van Nouhuys en S.G. Tichelaar te Rotterdam,

tegen

de publiekrechtelijke rechtspersoon

PROVINCIE GELDERLAND,

zetelend te Arnhem,

gedaagde,

advocaat mr. S.C. Brackmann te Rotterdam,

waarin heeft gevorderd als tussenkomende partij, althans voegende partij aan de zijde van de provincie, te worden toegelaten:

de naamloze vennootschap naar Belgisch recht

N.V. BESIX S.A.,

gevestigd te B-1200 Sint-Lambrechts-Woluwe (België), eiseres in het incident tot tussenkomst, althans voeging, advocaat mr. A.C.M. Fischer-Braams te Rijswijk.

Partijen zullen hierna Ballast Nedam, de provincie en Besix genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding

-

de conclusie van antwoord van de provincie

-

de incidentele conclusie tot primair tussenkomst en subsidiair voeging aan de zijde van de provincie van Besix

-

de mondelinge behandeling

-

de pleitnota van Ballast Nedam

-

de pleitnota van de provincie

-

de pleitnota van Besix.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

Op 23 september 2014 heeft de provincie de Europese niet-openbare aanbestedingsprocedure aangekondigd van de opdracht tot realisatie van het project Traverse Dieren, bestaande uit diverse onderdelen ter verbetering van de verkeersdoorstroming en -afwikkeling op de N348/N786, waaronder diverse kunstwerken en geluidsschermen (Bestek 2043 Traverse Dieren).

2.2.

De aanbestedingsprocedure is onderverdeeld in twee fasen, een selectiefase en een inschrijvingsfase. Tijdens de selectiefase gold de selectieleidraad en tijdens de inschrijffase de inschrijvingsleidraad. Het gunningscriterium is de economisch meest voordelige inschrijving. De Aanbestedingswet 2012, de Gids Proportionaliteit en het Aanbestedingsreglement Werken (ARW 2012) zijn van toepassing verklaard op de procedure.

2.3.

Ballast Nedam is samen met vier andere ondernemingen (waaronder Besix) geselecteerd voor de inschrijvingsfase.

2.4.

Op 10 december 2014 heeft Ballast Nedam de inschrijvingsleidraad ontvangen, die later naar aanleiding van gestelde vragen nog is aangepast. In de laatste versie van de inschrijvingsleidraad is onder meer het volgende opgenomen:

3.3

Aanbestedingsvoorwaarden

(...)

q. Inschrijvingsvergoeding

De provincie Gelderland stelt aan de Inschrijvers een inschrijvingsvergoeding beschikbaar als tegemoetkoming in de gemaakte kosten voor het doen van een Inschrijving. Een Inschrijver komt alleen voor de inschrijvingsvergoeding in aanmerking indien hij een geldige Inschrijving heeft gedaan die voldoet aan de in de Inschrijvingsleidraad gestelde eisen:

De hoogte van de toe te kennen inschrijvingsvergoeding per Inschrijver bedraagt € 150.000,- excl. btw. De Inschrijver aan wie het werk wordt gegund ontvangt geen inschrijvingsvergoeding.

(...)

5.2.1

Inhoud enveloppe 1, de niet-prijsgebonden documenten

(...)

Het Constructief Ontwerp

Als onderdeel van de Inschrijving dient de Inschrijver een Basis-ontwerp van de representatieve onderdelen van het Werk in te dienen. In het Basis-ontwerp dient de Inschrijver inzichtelijk te maken welke oplossing(-en) hij biedt voor de representatieve onderdelen. De aangeboden oplossingen dienen te voldoen aan de Aanbestedingsdocumenten. De Opdrachtgever merkt de volgende onderdelen als representatief aan:

 Kunstwerk 1

 Kunstwerk 2;

 Kunstwerk 4;

 Geluidsschermen Burg. De Bruinstraat / Kanaalstraat;

 Keermuur bij de school.

Het Basis-ontwerp van de representatieve onderdelen dient het volgende te bevatten:

Kunstwerken (KWI, KW2, KW4):

De Inschrijver dient op het niveau van een voorlopig ontwerp (VO) inzicht te geven van de kunstwerken door middel van berekeningen en tekeningen, waarbij het ontwerp inclusief de bouwmethode, de bouwfasering en de maakbaarheid in relatie tot de omgeving naar voren komen en met inzet van welk materieel dit gaat geschieden. Toegelicht dient te worden hoe een goede kwaliteit van een robuuste constructie geborgd wordt gedurende alle fasen van het kunstwerk, zonder dat de omgeving hiervan nadelige invloed ondervindt en waarbij rekening wordt gehouden met alle aspecten, zoals vormgeving, brandwerendheid, veiligheid, geluid(sreductie), beheer en onderhoud, de waterhuishouding en kabels en leidingen. Per kunstwerk dienen de berekeningen en tekeningen te worden vergezeld door maximaal 10 pagina’s toelichting op A4 formaat.

Met de berekeningen dient in de volgende onderdelen inzicht te worden gegeven:

• De robuustheid van de hoofddraagconstructie van het ontwerp in de berekeningen dient te worden aangetoond, rekening houdend met de diverse aspecten die op het betreffende kunstwerk van toepassing zijn:

• Bij kunstwerk 1 een doorsnede ter plaatse waar de N348 het fietspad / ecopassage kruist met de fundatie en een doorsnede ter plaatse van het maatgevende open deel;

• Bij kunstwerk 2 een doorsnede van de gesloten constructie ter plaatse van de Harderwijkerweg, de Wilhelminaweg en het stationsplein. Een dwarsdoorsnede van het diepste van de open constructie en het ondiepe deel van de toerit. Een dwarsdoorsnede ter plaatse van het stijgpunt en de waterkelder;

• Bij kunstwerk 2 dient voor de gesloten constructie (stationsplein) aangegeven te worden met welke functies er rekening wordt gehouden en op welke plek op het plein. Tevens dient hierbij te worden aangegeven met welke belasting(-en) er rekening wordt gehouden voor de functies op het stationsplein;

• Bij kunstwerk 4 een doorsnede ter plaatse van de Spankerense Brug met het Apeldoorns Kanaal inclusief de fundatie;

• De maatgevende fasering(en) van de hoofddraagconstructie met fundatie dient hierbij in de berekening(en) te worden beschouwd;

• Voor kunstwerk 2 dient een berekening op VO-niveau te worden toegevoegd van de te verwachten geluidsreductie.

Uit de tekeningen dient in de volgende onderdelen inzicht te worden gegeven:

• Een 3D-overzichtstekening van het kunstwerk, waaruit de uiteindelijke vormgeving naar voren komt;

• Een bovenaanzicht waarop het kunstwerk te zien met de afstand tot de systeemgrenzen, (bebouwde) omgeving, en het inpassingsplan te zien zijn. Bij kunstwerk 2 dienen de te vervullen en te dragen functies van het stationsplein te worden aangegeven;

• Een langsdoorsnede van het kunstwerk waar het alignement van de as van de weg op staat aangegeven en waaruit de aansluiting op het beeldkwaliteitsplan naar voren komt;

• Dwarsdoorsnede(n) t.p.v. van de locatie ie ook voor de berekeningen van het betreffende kunstwerk te dienen worden beschouwd. Hierbij dient tevens het alignement van de as van de weg op zijn aangegeven en het PVR. Uit de dwarsdoorsnede(n) dient te kunnen worden afgeleid wat de fasering van het kunstwerk is en het statisch systeem, waar grondwaterstand(-en) en de kabels en leidingen zich bevinden en hoe aan de gestelde aspecten.

Geluidsschermen

De Inschrijver dient op het niveau van een voorlopig ontwerp (VO) inzicht te geven in de constructie van de geluidsschermen door middel van tekeningen, waarbij het ontwerp, inclusief de bouwmethode, de bouwfasering en de maakbaarheid in relatie tot de omgeving naar voren komen. Tekeningen van de geluidsschermen dienen te worden vergezeld door maximaal 2 pagina’s toelichting op A4 formaat.

Uit de tekeningen dient in de volgende onderdelen inzicht te worden gegeven:

• Een 3D-overzichtstekening van de geluidsschermen, waaruit de uiteindelijke vormgeving naar voren komt;

• Een bovenaanzicht waarop de schermen te zien zijn met afstand tot de systeemgrenzen, (bebouwde) omgeving, en de as van de weg;

• Een langsdoorsnede van de schermen waar het alignement van de as van de weg op staat aangeven en hoe het beeldkwaliteitsplan naar voren komt;

• Dwarsdoorsnede(n) van de schermen waar het al het alignement van de weg op staat aangeven en het PVR. De dwarsdoorsnede(n) dient inzicht te geven in de constructie en de fundatie van het geluidscherm.

(...)

6.2

Beoordelingscommissie

De Inschrijvingen worden beoordeeld door beoordelingscommissie bestaande uit een ter zake deskundige vertegenwoordiging van het projectteam.

Het beoordelingsteam beoordeelt de Inschrijvingen zonder dat het kennis heeft van het financiële deel van de Inschrijvingen. De enveloppen waarin de Inschrijvers het financiële deel van hun Inschrijving hebben ingediend worden geopend nadat het beoordelingsteam zijn beoordelingswerkzaamheden heeft afgerond. De beoordeling van de Inschrijvingen op het Gunningscriterium ‘prijs’ wordt uitgevoerd door een financieel deskundige.

2.5.

In totaal zijn zes nota’s van inlichtingen verschenen. Hierin zijn onder andere de volgende vragen en antwoorden opgenomen:

Vraag 41:

In lid 3 is opgenomen dat de opdrachtnemer een constructief ontwerp geoffreerd heeft. In de inschrijvingsleidraad wordt geen (constructief of aanbieding-)ontwerp gevraagd. Is het gevraagde in de inschrijvingsleidraad juist of dient dit aangevuld te worden met het gestelde in artikel 5 lid 3 van de Basisovereenkomst?

Antwoord:

Het gesteld in de Basisovereenkomst is juist, de inschrijvingsleidraad is aangepast, zie paragraaf 5.2.1. Het constructief ontwerp wordt getoetst op maakbaarheid. Indien geconstateerd wordt dat het ontwerp niet technisch uitvoerbaar is, dan leidt de betreffende inschrijving tot uitsluiting.

Vraag 157:

In het Plan van Aanpak is het ‘constructief ontwerp’ toegevoegd. In de leidraad wordt hiervan geen verdere invulling aangegeven (welke objecten, diepgang, aantal documenten, hoeveel bladzijden, ect).

Tevens wordt in de Concept Basisovereenkomst aangegeven dat het constructief ontwerp het uitvoeringsontwerp betreft (artikel 5.2). Kan Aanbesteder de definitie van het constructief ontwerp voor de aanbieding nader verduidelijken? Is tevens juist dat het ‘constructief ontwerp’ niet meeweegt in de EMVI-beoordeling?

Antwoord:

Het constructief ontwerp is nader toegelicht in de inschrijvingsleidraad (zie paragraaf 5.2.1) en heeft geen weging in de EMVI criteria, maar wordt wel gehanteerd voor de aantoonbaarheid van de andere EMVI criteria.

Vraag 295:

Aanbesteder heeft in de derde nota een nadere verduidelijking gegeven over de inhoud van het “Constructief ontwerp”. Gegadigde vindt deze uitbreiding op sommige onderdelen niet in verhouding tot de scope van deze onderdelen. Is Aanbesteder bereid deze eisen aan het Constructief ontwerp voor kunstwerk 1 en 4 te versoberen, en de onderdelen geluidsschermen en keermuur te laten vervallen?

Antwoord:

Er worden minimale constructieve aspecten gevraagd van KW1, KW4, de Geluidsscherm en de Keermuur. Een 3D-overzichtstekening kan achterwege blijven indien uit de 2D-doorsneden hetzelfde beeld kan worden verkregen.

Vraag 298:

De combinatie van antwoorden op vraag 157 en 41 impliceert dat indien de aanbesteder bij de beoordeling van het ingediende constructief ontwerp van mening is dat het ontwerp niet maakbaar/technisch uitvoerbaar is, de aanbieding van de gegadigde ongeldig verklaart wordt. Eerste vraag is of dit juist is. Aangezien de beoordeling afhankelijk kan zijn van de beschikbare informatie in combinatie met de kennis van de beoordelaar en er geen gelegenheid is om het ontwerp nader toe te lichten, kan dit leiden tot uitsluiting met daarop volgende een procedure. Daarom verzoeken wij de aanbesteder criteria op te geven waarmee het ontwerp op maakbaarheid beoordeeld wordt.

Antwoord:

Het is juist dat een aanbieding op basis van het constructieve ontwerp ongeldig kan worden verklaard. Het is niet juist dat er geen gelegenheid wordt geboden om het ontwerp nader toe te lichten. Mocht de Opdrachtgever van mening zijn dat een ingediend ontwerp niet voldoet aan de gestelde eisen, dan wordt de Inschrijver voorafgaand aan het openen van enveloppe 2 de mogelijkheid geboden om de vragen van de Opdrachtgever te beantwoorden.

De Opdrachtgever gaat ervan uit dat de Inschrijver voldoende kennis en kunde heeft om het constructief ontwerp zoveel mogelijk SMART toe te kunnen lichten dat het ontwerp maakbaar is en dit inzichtelijk weet te maken aan de hand van het Plan van Aanpak en met behulp van het Constructief Ontwerp.

Vraag 299:

Aanbesteder heeft in NvI-3 sterk vergrote scope voor het onderdeel ‘Constructief Ontwerp’ voorgeschreven. Nieuw is onder andere het aanleveren van een 3D-ontwerp, en het aanleveren van grote hoeveelheden berekeningen die presentabel gemaakt moeten worden. Het maken van een 3D-ontwerp en het presentabel maken van de berekeningen is een kostbare zaak. Ook kunnen wij, gezien de resterende tijdsduur, niet onze gebruikelijke efficiency behalen. Gegadigde verzoekt aanbesteder daarom de inschrijfvergoeding aan te passen aan het (verhoogde) niveau van de huidige uitvraag, ook gegeven de extra doorlooptijd van de aanbesteding.

Antwoord:

De inschrijfvergoeding wordt niet verhoogd. De 3D-overzichttekening kan achterwege blijven, mits uit de 2D-doorsneden hetzelfde beeld kan worden opgemaakt. De gevraagde berekeningen zijn niet teveel gevraagd, aangezien deze slechts op het niveau van een VO inzicht hoeven te geven.

Vraag 391:

In de 3e NvI is de inhoud van H10 Plan van Aanpak van het constructief (ontwerp, de voorzieningenrechter) nader omschreven. De inhoud gaat verder dan alleen “ de maakbaarheid” aantonen.

 Waarom zijn dwarsdsn. van de KW-1, KW-2 en KW-4 niet voldoende en worden er ook berekeningen gevraagd?

 Waarom zijn tekeningen en beschrijving bouwmethode nodig voor het aantonen van de keermuur en geluidsscherm?

Antwoord:

Het gevraagde is gewenst om een zo goed en objectief mogelijk oordeel over het Plan van Aanpak en de aspecten van de EMVI te geven.

2.6.

Op 18 mei 2015 heeft Ballast Nedam haar inschrijving ingediend. Ook Besix heeft op die datum ingeschreven.

2.7.

De provincie heeft Ballast Nedam bij e-mailbericht van 16 juni 2015 het volgende medegedeeld:

Wij constateren op basis van de door u verstrekte informatie dat de maakbaarheid niet (in voldoende mate) inzichtelijk is gemaakt en aangetoond.

1) In paragraaf 10.2.1 van het constructief ontwerp wordt in de tekst door middel van 7 punten de fasering van de bouwput middels sleufkistmethode uitgelegd. Op dezelfde pagina wordt in het figuur daaronder tevens grafisch een fasering weergegeven die niet geheel overeenkomt met de eerder genoemde 7 punten. Als laatste wordt een fasering gegeven voor de sleufkistmethode in bijlage 11 (notitie geotechnische risico’s) in figuur 5-1 op blz. 7 van die notitie. Deze wijkt af van de eerdere twee faseringen uit hoofdstuk 10. Wij verzoeken u hierin eenduidigheid aan te brengen.

2) Wij zijn van mening dat op basis van alle door u aangeleverde documenten niet voldoende inzichtelijk is gemaakt dat met het toepassen van de sleufkist de gehele verdiepte ligging gerealiseerd kan worden, incl. waterkelders/trappenhuizen. Wij verzoeken u informatie te verstrekken (productspecificatie) van de toe te passen sleufkist(en) (Rollenschlittenbox) waaruit blijkt dat een bouwput van voldoende omvang kan worden gerealiseerd om de gehele verdiepte ligging te kunnen maken volgens de door u aangegeven fasering. Tevens verzoeken we u de realisatie van de waterkelders/trappenhuizen toe te lichten met behulp van de sleufkistmethode op de aspecten bouwfasering, maakbaarheid in relatie tot de omgeving en benodigd materieel (conform de

inschrijvingsleidraad, paragraaf 5.2.1).

3) Tevens verzoeken wij u de uitgangspunten en berekeningsresultaten van de ontwerpberekening van de tijdelijke grondkerende constructie (sleufkist) aan te leveren van de maatgevende doorsnede van het open deel van KW2 en van de maatgevende doorsnede bij de waterkelders. In de berekeningsresultaten dient de bouwfasering van deze tijdelijke constructie duidelijk naar voren te komen.

4) Als brand- en geluidwerende beplating op de wanden van KW2 past u Durisol toe. Wij verzoeken u informatie te verstrekken (productspecificatie), waaruit blijkt dat deze beplating voldoet aan artikel 4.5 in paragraaf 6.2 van de ROK waarbij een beproeving is uitgevoerd volgens de werkwijze beschreven in Efectis rapport “Fire testing procedure for concrete tunnel linings” en die voldoet aan de gestelde eisen in de VSE voor de brandwerendheid van zowel de wanden van de open als de gesloten delen van KW2.

Voor de volledigheid willen wij u er op wijzen dat:

- Met de te verstrekken informatie geen wijziging aangebracht mag worden in de inschrijving, op straffe van uitsluiting;

- Er wordt geen nieuwe gelegenheid meer geboden om verdere informatie te verstrekken;

- Met de te verstrekken informatie zal de provincie de inschrijving beoordelen. Als de maakbaarheid alsnog niet inzichtelijk is gemaakt en aangetoond, dan leidt dat tot uitsluiting van uw inschrijving;

- De te verstrekken informatie wordt beschouwd als bijlage, hetgeen betekent dat wat vermeld staat in de hoofdtekst leidend is.

2.8.

Ballast Nedam heeft vervolgens op 22 juni 2015 de vragen van de provincie beantwoord in een memo met bijlagen van ongeveer 150 pagina’s.

2.9.

Bij brief van 16 juli 2015 heeft de provincie Ballast Nedam bericht dat haar inschrijving als ongeldig wordt gekwalificeerd en dat Ballast Nedam daarom wordt uitge- sloten van de aanbestedingsprocedure. De provincie heeft de volgende redenen daarvoor gegeven:

(...) dat u op basis van uw Inschrijving, inclusief uw reactie op verduidelijkende vragen, niet hebt aangetoond dat uw Constructief Ontwerp maakbaar is, zoals beschreven in de Aanbestedings-documenten en met name de Inschrijvingsleidraad, paragraaf 5.2.1, en de vragen en antwoorden 041, 157, 295, 298 en 299 in de verschillende Nota’s van inlichtingen. De uitsluiting is mede gebaseerd op het feit dat u in reactie op verduidelijkende vragen – in weerwil van de expliciete instructie per e-mail d.d. 16 juni 2015 om geen wijzigingen in uw inschrijving aan te brengen – toch wijzigingen hebt aangebracht, die van dien aard zijn dat er sprake is van een wijziging van de Inschrijving na de datum waarop deze ingediend moest worden. Daarnaast voldoet uw Inschrijving niet aan enkele eisen. In de toelichting bij deze brief treft u de inhoudelijke onderbouwing aan.

In de toelichting bij de brief van 16 juli 2015 is het volgende opgenomen:

§1 Uitgangspunten

De volgende documenten zijn gehanteerd voor de beoordeling van Inschrijver D (de inschrijving van Ballast Nedam is geanonimiseerd en tijdens de beoordeling betiteld als Inschrijving/Inschrijver D, de voorzieningenrechter):

[1] Plan van Aanpak Inschrijver D: Het mes snijdt aan 2 kanten;

De documenten die zijn ingediend naar aanleiding van de gestelde vragen op d.d. 16 juni 2015.

[2] Memo - Beantwoording vragen n.a.v. Inschrijving Dieren;

[3] Bijlage A - Memo onderzoek toepasbaarheid sleufbekisting;

[4] Bijlage B - Beeldmateriaal sleufkist;

[5] Bijlage C - Handleiding inbouwen sleufkist;

[6J Bijlage D - Bijlage 11 Notitie geotechnische beschouwingen anoniem;

[7] Bijlage E - H10 Constructief Ontwerp;

[8] Bijlage F - instruction 740 / sbh_rollenschlittenverbau_750_790_br_ger_410;

[9] Bijlage G - TP15-040 SBH Verbau Traverse Dieren;

[10] Bijlage H -Testcertificaten Rollenschlittenverbau 750 serie;

[11] Bijlage 1 - Brandwerendheid KW2

[12] Bijlage J - TP15-040 SBH Verbau Traverse Dieren - Dreifach - Vorabzug.

§2 Beoordelingskader

Het Constructief Ontwerp van Inschrijver D is op basis van de volgende twee punten beschouwd.

Met betrekking tot het Constructief Ontwerp is beschouwd of:

1) In de inschrijving het Constructief Ontwerp voldoende inzichtelijk of aantoonbaar is gemaakt en/of wordt voldaan aan de aanbestedingsstukken, waaronder de inschrijvingsleidraad (paragraaf 5.2.1, “Het Constructief Ontwerp”, blz. 22 t/m 24) en/of de nota’s van inlichtingen.

2) In de antwoorden (ref. [2] t/m [12]) op de door de Opdrachtgever gestelde vragen wijzigingen op het originele Plan van Aanpak (ref. [1]) zijn aangebracht.

§3 Onderbouwing uitsluiting

Per punt uit de voorgaande paragraaf zijn de verschillende onderdelen benoemd die in de technische beschouwing met betrekking tot het Constructief Ontwerp van Inschrijver D zijn geconstateerd.

1) Beschouwd is of het Constructief Ontwerp van Inschrijver D voor de gevraagde representatieve onderdelen voldoende inzichtelijk is en de bijbehorende berekeningen aantoonbaar juist zijn en daarmee wordt voldaan aan de aanbestedingsstukken en/of de nota’s van inlichtingen. Als tekortkomingen worden aangemerkt:

a. KW2: De bouwfasering voor de sleufkistmethode ten behoeve van de realisatie van KW2 is onvoldoende inzichtelijk gemaakt en de maakbaarheid en technische uitvoerbaarheid ervan zijn niet aangetoond.

i. In vraag 1 van de door de Provincie Gelderland gestelde vragen is specifiek gevraagd om eenduidigheid aan te brengen in de drie verschillende bouwfaseringen die in het Constructief Ontwerp van ref. [1] zijn opgenomen. In de antwoorden van de inschrijver (ref. [2], [6] en [7]) is de bouwfasering van de sleufkistmethode opnieuw tegenstrijdig.

ii. Aansluitend op bovenstaand punt is een maatgevende fase voor de sleufkistmethode, de fase bij het laagsgewijs (in lagen van 0,3 m) aanvullen en verdichten tussen de wand van KW2 en de sleufkist en het laagsgewijs meetrekken van de sleufkist, onvoldoende inzichtelijk gemaakt en daarmee niet aangetoond.

b. KW2: De bouwmethode en bouwfasering voor de waterkelders/trappenhuizen zijn onvoldoende inzichtelijk gemaakt en de maakbaarheid en technische uitvoerbaarheid ervan zijn niet aangetoond:

i. De uitvoerbaarheid van de sleufkistmethode op de overgang tussen de diepere waterkelders/trappenhuizen en de omliggende ondiepere delen van KW2 is onvoldoende inzichtelijk gemaakt en derhalve niet aangetoond;

ii. De haalbaarheid van een diepe bouwput voor het deel van de waterkelders met het trappenhuis, is onvoldoende inzichtelijk gemaakt en daarmee niet aangetoond. Tevens is niet aangetoond of de belastingen van de U-vormige bouwput op de hoofddraagconstructie van KW2 opneembaar zijn.

c. KW2: De haalbaarheid van een bemaling voor de realisatie van de waterkelders binnen een sleufkist is niet aangetoond.

d. KW2: Het Constructief Ontwerp voor de hoofddraagconstructie van KW2 ter plaatse van de toeritten is onvoldoende inzichtelijk gemaakt en de maakbaarheid en technische uitvoerbaarheid ervan zijn niet aangetoond:

i. Voor een sectie van 24 m is geen hoofddraagconstructie bepaald;

ii. De maakbaarheid en technische uitvoerbaarheid van de prefab L-wanden van de toeritten is niet aangetoond;

iii. Voor de delen van de toeritten waar prefab L-wanden zijn voorzien, is de hoofddraagconstructie (L-wanden) niet nader beschouwd en is derhalve de maakbaarheid niet aangetoond.

e. KW2: De brandwerendheid is niet aangetoond (eis SES-01024).

f. Geluidsschermen: De geluidsschermen (met uitzondering van het scherm bij Kattenberg nr. 3 t/m 31) voldoen niet aan de vereiste levensduur van vijftig jaar (eis SES-01139).

2) In de antwoorden (ref. [2] t/m [12]) van Inschrijver D op de door de Opdrachtgever gestelde vragen zijn wijzigingen op het originele Plan van Aanpak (ref. [1]) aangebracht hetgeen feitelijk resulteert in een nieuwe aanbieding na de indieningstermijn.

a. KW2: Afwijkend op het Plan van Aanpak (ref. [1]) volgt op basis van de antwoorden in ref. [2], ref. [9] en ref. [12] dat een ontlastsleuf wordt toegepast aan beide zijden van de sleufkist. Dit heeft grote consequenties voor het ruimtebeslag, de bereikbaarheid (tijdelijke wegen), bouwhinder, grondverzet, planning, risico’s, etc., die in het originele plan niet zijn voorzien;

b. KW2: Afwijkend op het Plan van Aanpak (ref. [1]) wordt in de antwoorden van ref. [11] aangegeven dat er geen brandwerende bekleding wordt toegepast en dat de toe te passen bekleding alleen een esthetisch doel heeft. In het Constructief Ontwerp van ref. [1] wordt meerdere malen aangegeven dat brandwerende bekleding op de wanden en onderkant dekken van KW2 wordt toegepast;

c. KW2: Afwijkend op het Plan van Aanpak (ref. [1]) wordt in het antwoord van ref. [2], aangegeven dat de waterkelders/trappenhuizen in twee bouwputten worden uitgevoerd in plaats van één bouwput, zoals aangegeven in het Constructief Ontwerp van ref. [1]. Uitvoering in twee bouwputten kan effect hebben op aspecten als bereikbaarheid, bouwhinder, risico’s, etc., die in het originele plan niet zijn voorzien;

d. KW2: Afwijkend op het Plan van Aanpak (ref. [1]) wordt in de antwoorden op de vragen een herziene versie van de bijlage 11 uit het Plan van Aanpak (“Notitie Geotechnische Beschouwingen”) als bijlage D (ref. [6]) toegevoegd. Hierin zou volgens ref. [2] de bouwfasering zijn aangepast in de tekst en de figuur. In deze nieuwe bijlage 11 blijken echter meerdere aanpassingen te zijn gedaan door het gehele document.

2.10.

Op 22 juli 2015 heeft de provincie de enveloppen (met prijsgebonden documenten) van de inschrijvers die een geldige inschrijving hadden ingediend, geopend.

2.11.

Bij brief van 27 juli 2015 heeft de provincie Besix medegedeeld dat de provincie voornemens is de opdracht aan haar te gunnen.

3 Het geschil

in de hoofdzaak

3.1.

Ballast Nedam vordert dat de voorzieningenrechter

primair

de provincie verbiedt de opdracht op basis van de huidige gunningsbeslissing te gunnen en de provincie gebiedt tot een herbeoordeling van de ontvangen inschrijvingen over te gaan én een nieuwe deugdelijk gemotiveerde gunningsbeslissing te nemen, een en ander met inachtneming van dit vonnis,

subsidiair

de provincie verbiedt de opdracht op basis van de huidige gunningsbeslissing te gunnen en de provincie gebiedt de ontvangen inschrijvingen opnieuw te (laten) beoordelen door een geheel nieuwe beoordelingscommissie én een nieuwe deugdelijk gemotiveerde gunningsbeslissing te nemen, een en ander met inachtneming van dit vonnis,

meer subsidiair

de provincie verbiedt de opdracht op basis van de huidige gunningsbeslissing te gunnen en de provincie gebiedt over te gaan tot een heraanbesteding, althans voor zover de provincie de opdracht nog aan een marktpartij wenst te gunnen,

primair, subsidiair, meer subsidiair,

waarbij elk gebod en verbod aan de provincie wordt opgelegd op straffe van verbeurte van een direct opeisbare dwangsom van € 100.000,00,

de provincie veroordeelt in de kosten van deze procedure, een tegemoetkoming in de door Ballast Nedam gemaakte kosten van juridische bijstand daaronder begrepen, alsmede de nakosten ten bedrage van € 131,00 zonder betekening en € 199,00 met betekening van dit vonnis, met de aantekening dat als niet binnen twee weken na dit vonnis aan de proceskostenveroordeling is voldaan daarover de wettelijke rente is verschuldigd.

3.2.

Ballast Nedam legt aan haar vorderingen ten grondslag dat de provincie de inschrijving van Ballast Nedam heeft getoetst aan een niet vooraf bekendgemaakte norm, namelijk het geven van inzicht in de maakbaarheid en technische uitvoerbaarheid van bepaalde onderdelen van de aanbieding, die verdergaat dan het geven van inzicht op het niveau van een voorlopig ontwerp. Deze norm mag bij de beoordeling van de inschrijvingen dan ook geen rol spelen. Volgens Ballast Nedam is haar inschrijving dus ten onrechte ongeldig verklaard.

3.3.

De provincie voert verweer.

in het incident

3.4.

Besix vordert – na een wijziging/vermindering van eis – primair dat zij als tussenkomende partij en subsidiair als voegende partij aan de zijde van de provincie wordt toegelaten. Als tussenkomende partij vordert Besix dat de voorzieningenrechter

primair

1. Ballast Nedam niet-ontvankelijk verklaart in haar vorderingen, althans deze afwijst,

2. de provincie verbiedt de opdracht aan een ander te gunnen dan aan Besix, voor zover de provincie de opdracht nog altijd wenst te gunnen en Ballast Nedam, voor zover nodig, gebiedt te gehengen en gedogen dat de opdracht aan Besix wordt gegund,

subsidiair

elke andere voorziening treft die de voorzieningenrechter in goede justitie passend acht en die recht doet aan de belangen van Besix,

primair en subsidiair

met veroordeling van Ballast Nedam of de provincie tot vergoeding van de proceskosten aan de zijde van Besix in het incident en in de hoofdzaak, met bepaling dat als deze kosten niet binnen veertien dagen na de dag waarop het vonnis in deze zaak is uitgesproken worden voldaan, daarover wettelijke rente is verschuldigd.

3.5.

Besix voert daartoe aan dat de uitleg die Ballast Nedam geeft aan de aanbestedingstukken onjuist is en dat Ballast Nedam haar rechten heeft verwerkt om na inschrijving nog te klagen over enige onduidelijkheid of enig verschil van opvatting over het niveau waarop door haar inzicht moest worden verschaft in de maakbaarheid en technische uitvoerbaarheid van het constructieve ontwerp voor Kunstwerk 2 en het Geluidsscherm. Daarnaast gaat de toelichting die Ballast Nedam heeft gegeven naar aanleiding van de door de provincie op 16 juni 2015 gestelde vragen de grenzen te buiten, nog daargelaten dat daarmee sprake is van een gewijzigde inschrijving. Tot slot dient de beoordeling van de kwalitatieve gunningscriteria volgens Besix aan deskundigen te worden overgelaten en is het niet aan de rechter om hier over te oordelen. Besix concludeert dan ook tot niet-ontvankelijkheid van Ballast Nedam, althans tot afwijzing van haar vorderingen.

in de hoofdzaak en in het incident

3.6.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing