Home

Rechtbank Gelderland, 21-07-2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:3995, 304205

Rechtbank Gelderland, 21-07-2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:3995, 304205

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
21 juli 2016
Datum publicatie
21 juli 2016
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2016:3995
Zaaknummer
304205

Inhoudsindicatie

Opheffing conservatoir beslag. Bestuurdersaansprakelijkheid. Aanwijzingen dat bestuurders er persoonlijk een ernstig verwijt van te maken is dat zij de notaris hebben bericht dat een opschortende voorwaarde dat externe financiering was verkregen is vervuld, terwijl de financiering niet rond was en later ook niet verkregen is. Belangenafweging. Loonbeslag ten laste van bestuurders opgeheven. Andere beslagen blijven liggen.

Uitspraak

vonnis

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaaknummer / rolnummer: C/05/304205 / KG ZA 16-272

Vonnis in kort geding van 21 juli 2016

in de zaak van

1 [eiser sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,

2. [eiser sub 2],

wonende te [woonplaats] ,

3. [eiser sub 3],

wonende te [woonplaats] ,

eisers,

advocaten mrs. M.A. Oostendorp en S.J.B. Drijber te Velp, gemeente Rheden,

tegen

de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE NIJMEGEN,

zetelend te Nijmegen,

gedaagde,

advocaten mrs. F.J.P. Delissen en J.P.J.M. Naus te Nijmegen.

Partijen zullen hierna [eisers c.s.] en de gemeente genoemd worden. Eisers zullen hierna ieder afzonderlijk [eiser sub 1] , [eiser sub 2] en [eiser sub 3] worden genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding

-

de mondelinge behandeling

-

de pleitnota van [eisers c.s.]

-

de pleitnota van de gemeente.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[rechtspersoon A] (hierna; [rechtspersoon A] ) hield zich onder meer bezig met de groothandel in vlees en vleeswaren en in wild en gevogelte (niet levend). [rechtspersoon B] (hierna: [rechtspersoon B] ) hield zich bezig met het verwerven van de beschikkingsrechten over slachthuis en koelruimten door aankoop of anderszins en de exploitatie daarvan. [rechtspersoon A] is bestuurder van [rechtspersoon B] . [rechtspersoon C] (hierna [rechtspersoon C] ), de holding, is bestuurder en enig aandeelhouder van [rechtspersoon A] . [rechtspersoon D] is enig aandeelhouder van [rechtspersoon C] . Bestuurders van [rechtspersoon C] zijn [eiser sub 1] en [eiser sub 2] . Tot 1 oktober 2015 was [eiser sub 3] ook bestuurder van [rechtspersoon C] . Enig aandeelhouder van [rechtspersoon C] is [rechtspersoon D] . Bestuurders van [rechtspersoon D] zijn [eiser sub 3] , [eiser sub 1] en [eiser sub 2] . [eiser sub 1] is enig aandeelhouder en bestuurder van [rechtspersoonE] [eiser sub 2] is enig aandeelhouder en bestuurder van [rechtspersoon F] . Beide vennootschappen zijn de persoonlijke holdings van respectievelijk [eiser sub 1] en [eiser sub 2] . [eiser sub 1] en [eiser sub 2] zijn in dienstverband werkzaam bij die holdingvennootschappen.

2.2.

[rechtspersoon A] en [rechtspersoon B] oefenden hun activiteiten uit aan de [adres] . De gemeente is eigenaar van het aan de [adres] gelegen kadastrale perceel [naam perceel] , groot 21.070 m2 en heeft op 24 januari 1977 aan [rechtspersoon B] verkocht en geleverd het recht van opstal op dit perceel ten behoeve van zich op dat perceel bevindende of nog nader te stichten opstallen en werken. De gemeente heeft bij overeenkomst van 4 juli 1995 een afgesloten deel van [adres] van ongeveer 3.200 m2 aan [rechtspersoon B] verhuurd.

2.3.

Het terrein met opstallen aan de [adres] , waar [rechtspersoon B] en [rechtspersoon A] sinds respectievelijk 1977 en medio 1988 hun activiteiten uitoefenden, maakt deel uit van het gebied bestemd voor het project Waalfront, een beoogde woonbestemming aan de Waal, welke bestemming past binnen het bestemmingsplan “Nijmegen Waalfront”. De gemeente wilde de opstallen van [rechtspersoon B] verwerven ten behoeve van woningbouw aldaar. Sinds 2006 hebben de gemeente en [rechtspersoon B] en [rechtspersoon A] getracht om overeenstemming hierover te bereiken. In diezelfde periode is het toen vigerende bestemmingsplan ‘zware industrie’ aangepast naar het bestemmingsplan Waalfront ‘woningbouw en kleinschalige horeca’. Op 3 september 2014 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State het besluit tot wijziging van het bestemmingsplan voor (onder meer) het gebied waar [rechtspersoon B] en [rechtspersoon A] hun onderneming dreven, vernietigd. In die periode ontstond het plan dat [rechtspersoon B] haar bedrijfsexploitatie zou voortzetten op het bedrijventerrein aan de [adres] . De onderhandelingen over de verkoop van de opstallen van [rechtspersoon B] aan de gemeente zijn vervolgens weer hervat.

2.4.

Bij brief van 6 juni 2015 (bedoeld zal zijn 16 juni 2015, de voorzieningenrechter) hebben ING Bank B.V. (hierna: ING) en [rechtspersoon S] B.V. (hierna: [rechtspersoon S] ) [rechtspersoon C] als volgt bericht:

Met plezier kunnen wij u melden dat de Financiers beide interne goedkeuring hebben verkregen voor het verstrekken van een gecommitteerd financieringsarrangement ten behoeve van de financiering van [rechtspersoon C] en haar dochtermaatschappijen (de ‘Onderneming’) één en ander in lijn met hetgeen dat wij op 15 juni 2015 gezamenlijk met de overige betrokken partijen bespraken in het stadhuis van de Gemeente Nijmegen. Het financieringsarrangement heeft als één van de belangrijkste doelstellingen het mogelijk maken van de verplaatsing van de huidige slachterij gelegen aan de [adres] .

De Financiers zullen de komende periode gebruiken om in overleg met de Onderneming een gecommitteerd aanbod uit te werken in de vorm van lening documentatie onder de gebruikelijke (opschortende) voorwaarden voor vergelijkbare transacties. Wij wijzen u er op dat de inbreng van een geldelijke bijdrage vanuit de lokale overheden en goedkeuring van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor het verstrekken van garanties onder de regelingen Groeifaciliteit en Garantie Ondernemingsfinanciering belangrijke opschortende voorwaarden zijn. Deze goedkeuring wordt medio juli verwacht.

2.5.

De gemeente heeft op 15 juli 2015 een overeenkomst (hierna: mantelovereenkomst) gesloten met [rechtspersoon A] , [rechtspersoon B] en [rechtspersoon C] . In die overeenkomst is onder meer het volgende opgenomen:

I. Hebben in aanmerking genomen:

(...)

h. Voor [rechtspersoon A] en [rechtspersoon B] geldt dat zij belang hebben bij het verlaten en te gelde maken van hun huidige bedrijfslocatie met het oog op het verplaatsen van hun activiteiten naar het bedrijventerrein [adres] .

i. Onder de voorwaarden dat [rechtspersoon A] en [rechtspersoon B] de door [rechtspersoon B] te ontvangen koopsom voor de verwerving van het na te noemen opstalrecht uitsluitend en volledig zullen aanwenden voor verplaatsing van hun activiteiten naar het bedrijventerrein [adres] en met het oog op mogelijke realisatie op termijn van (ook) woningbouw ter plaatse van de bedrijfsactiviteiten van [rechtspersoon A] en [rechtspersoon B] zijn de Gemeente, [rechtspersoon A] en [rechtspersoon B] in overleg getreden en hebben zij overeenstemming bereikt over:

A. de verwerving door de gemeente van [rechtspersoon B] van het hiervoor vermelde opstalrecht op minnelijke basis en ter voorkoming van gerechtelijke onteigening;

B. de beëindiging van de Huurovereenkomst tussen de Gemeente als verhuurder en [rechtspersoon B] als huurder;

C. een werkgelegenheidsgarantie, met de toevoeging dat de afgifte daarvan voor de gemeente een essentiële voorwaarde is voor verwerving van het opstalrecht gelet op de huidige maatschappelijke omstandigheden en het publieke algemene belang;

D. overige afspraken, welke afspraken partijen in het hierna volgende schriftelijk wensen vast te leggen.

II. Zijn overeengekomen als volgt:

(...)

2 Koop opstalrecht

5 Werkgelegenheidsgarantie

6 Overige afspraken

5 De beoordeling in conventie

6.De beoordeling in reconventie

7.De beslissing

3 Het geschil

4 De beoordeling

5 De beslissing